Uitspraak
[naam1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak en de relevante feiten
Bemiddelingsovereenkomst” (hierna te noemen: de overeenkomst) aangegaan. [de opdrachtnemer] heeft facturen van Rail Safety niet betaald omdat Rail Safety hem niet heeft bemiddeld naar opdrachten om als spoorweg-veiligheidsfunctionaris te gaan werken hoewel dat een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst was. Rail Safety betwist dat en vordert in deze procedure betaling van haar facturen.
bemiddelaar” en staat in artikel 14 omschreven als “
een erkend personeelsteller waarbij de diensten respectievelijk bestaan uit het bemiddelen, begeleiden en adviseren (leveren) van veiligheidsfunctionarissen aan erkende werkplekbeveiligingsbedrijven”. [de opdrachtnemer] wordt in de overeenkomst aangeduid als “
opdrachtnemer”.
de totale kosten voor geleverde diensten”direct aan [de opdrachtnemer] voldoet op basis van de daarin genoemde uurtarieven. Daarnaast staat in de overeenkomst dat [de opdrachtnemer] aan Rail Safety maandelijks een honorarium betaalt van € 300 excl. BTW en “
inclusief aansprakelijkheidsverzekering” .
na een positief resultaat van vakinhoudelijke beoordeling door de praktijkbeoordelaar”.
- een factuur van € 2.000 (excl. BTW) van 19 februari 2019 met als beschrijving “
- een factuur van € 1.200 (excl. BTW) van 28 februari 2019 met als beschrijving “
- een viertal facturen van in totaal € 1.800 (excl. BTW), van 5 juni 2019, 17 juli 2019 en 2 oktober 2019 (twee maal) met als beschrijving “
Op 19-02-2019 heb ik van u een factuur mogen ontvangen betreft kosten voor het lid zijn van Rail Safety Force BV. Hierin wordt aangegeven dat ik de lidmaatschapskosten dien te betalen over de afgelopen vier maanden. Echter ben ik het hier niet mee eens en wil ik graag hierover met u in gesprek en tot een oplossing komen. Wij hebben duidelijk afgesproken dat de werkzaamheden op zijn vroegst in maart 2019 zal beginnen en dat jullie daarvoor geen diensten kunnen aanbieden. Ook heb ik aangegeven dat ik pas na 01-03-2019 beschikbaar ben om te werken.
3.De vordering bij - en de beslissing van de kantonrechter
4.Het oordeel van het hof
Bemiddelingsovereenkomst, de verwijzing naar die benaming in de artikelen 2 en 9 en de benaming van Rail Safety als
bemiddelaardaarop. Daarnaast is in artikel 14 van de overeenkomst bepaald dat de diensten van Rail Safety bestaan uit het bemiddelen, begeleiden en adviseren (leveren) van veiligheidsfunctionarissen aan erkende werkplekbeveiligingsbedrijven. Daarbij staat dat alle opdrachtnemers die worden
bemiddeldverplicht zijn bepaalde wettelijke en normatieve eisen na te leven. [de opdrachtnemer] was bovendien voor de diensten van Rail Safety maandelijks een vast honorarium verschuldigd van € 300, waarbij de facturen als omschrijving
bemiddelingsfeevermeldden.
maandelijkse fee van nov 2018 t/m feb 2019. Hij maakte bezwaar daartegen omdat naar zijn idee was afgesproken dat zijn werkzaamheden op zijn vroegst in maart 2019 zouden beginnen, Rail Safety voor die datum geen diensten zou aanbieden en [de opdrachtnemer] pas vanaf maart 2019 deze fee verschuldigd zou zijn. [de medewerker] heeft dit namens Rail Safety in haar e-mail van 4 april 2019 niet weersproken en heeft in die e-mail gemeld dat Rail Safety uit coulance de maanden maart en april 2019 niet zou factureren. Zij heeft vervolgens over die maanden geen fee in rekening gebracht.
slechts gehouden was de faciliteiten aan [de opdrachtnemer] te verlenen die het hem mogelijk zouden maken dat hij bemiddeld zou kunnen worden bij werkzaamheden rond het spoor” is niet te rijmen met de hiervoor genoemde bewoordingen en bepalingen in de overeenkomsten en uitlatingen van Rail Safety. Daarvoor is van belang dat Rail Safety zich aanvankelijk op het standpunt heeft gesteld dat zij niet tot bemiddelen verplicht was en pas in een later stadium dat standpunt heeft genuanceerd, in die zin dat van haar in elk geval niet meer kon worden verwacht dat zij een inspanningsplicht had om [de opdrachtnemer] aan een opdracht te helpen. Er zijn echter geen feiten en omstandigheden gesteld of anderszins gebleken, waaruit blijkt dat Rail Safety aan die inspanningsverplichting ook maar enige uitvoering heeft gegeven. Het had op de weg van Rail Safety gelegen om uit te leggen waarom het nog niet tot bemiddeling was gekomen en welke inspanningen zij had geleverd en zou gaan leveren om dat alsnog te realiseren. Rail Safety heeft dat niet gedaan.