ECLI:NL:GHARL:2023:5201

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
200.319.408/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de totstandkoming van een energiecontract via digitale middelen en de betalingsverplichting van de consument

In deze zaak heeft Innova Energie B.V. hoger beroep ingesteld tegen een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 12 juli 2022 werd uitgesproken. Het hoger beroep betreft de vraag of een energiecontract tussen Innova en een consument op de wettelijk voorgeschreven wijze tot stand is gekomen. De kern van de zaak draait om de vraag of Innova ondubbelzinnig heeft duidelijk gemaakt dat het contract een betalingsverplichting inhield. De overeenkomst werd gesloten via een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, waarbij uitsluitend gebruik werd gemaakt van het internet.

De kantonrechter had de vorderingen van Innova, die onder andere de betaling van onbetaalde voorschotnota's en de eindnota van in totaal € 1.909,62 vorderde, afgewezen. Innova heeft in hoger beroep de bedoeling om deze afgewezen vorderingen alsnog toegewezen te krijgen. Het hof heeft vastgesteld dat de bestelknop op de website van Innova een ondubbelzinnige formulering moet bevatten die duidelijk maakt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Het hof concludeert dat Innova aan deze eis heeft voldaan door de consument voorafgaand aan de bestelling te laten bevestigen dat hij een betalingsverplichting aangaat.

Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de consument tot betaling aan Innova van € 2.278,14, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast worden de proceskosten in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep aan Innova toegewezen. Het hof benadrukt dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad zijn, wat betekent dat de consument de kosten binnen 14 dagen na de uitspraak moet betalen, anders worden deze verhoogd met wettelijke rente.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.319.408/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel 9864244)
arrest van 20 juni 2023
in de zaak van
Innova Energie B.V.,
dat is gevestigd in Delft,
appellante,
bij de rechtbank: eiseres,
hierna:
Innova,
advocaat: mr. E.A.H. ten Berge, die kantoor houdt te Naaldwijk,
tegen
[geïntimeerde],
die woont in [woonplaats1] ,
geïntimeerde,
bij de rechtbank: gedaagde,
hierna:
[geïntimeerde],
niet verschenen.

1.Het geding in hoger beroep

Innova heeft hoger beroep ingesteld tegen het verstekvonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, op 12 juli 2022 tussen partijen heeft uitgesproken. Het verdere procesverloop blijkt uit de dagvaarding in hoger beroep d.d. 16 september 2022 en de memorie van grieven (met producties). Tegen [geïntimeerde] is ook in hoger beroep verstek verleend. Dat wil zeggen dat hij opnieuw geen verweer heeft gevoerd.

2.De kern van de zaak

2.1
Het gaat in deze zaak in essentie om de vraag of een energiecontract tussen Innova en [geïntimeerde] op de wettelijk voorgeschreven wijze tot stand is gekomen. Meer specifiek is de vraag in het hoger beroep aan de orde of Innova ondubbelzinnig heeft duidelijk gemaakt dat dat contract een betalingsverplichting inhield. Het volgende staat daarover vast.
2.2
[geïntimeerde] heeft met Innova een overeenkomst gesloten tot levering van gas en elektra. Deze overeenkomst is gesloten via een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid Innova. Tot het moment van sluiten van de overeenkomst is uitsluitend gebruik gemaakt van het internet.
2.3
Innova Energie heeft bij de kantonrechter gevorderd dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van netbeheer, onbetaalde voorschotnota's en de onbetaalde eindnota (in totaal € 1.909,62), vermeerderd met rente en kosten.
2.4
De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen.

3.Het oordeel van het hof

Inleiding
3.1
Het hof zal de vordering alsnog toewijzen. Dat wordt hierna uitgelegd.
3.2
Zoals de kantonrechter ook heeft overwogen, volgt uit artikel 6:230v lid 3 BW dat de bestelknop op de internetsite die [geïntimeerde] heeft gebruikt een ondubbelzinnige formulering moet bevatten die goed leesbaar is en waaruit moet blijken dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting ten opzichte van Innova inhoudt. Om te beoordelen of aan deze verplichting is voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop of een soortgelijke functie waarmee [geïntimeerde] het bestelproces heeft afgerond. Op de verdere omstandigheden van het bestelproces mag geen acht worden geslagen, omdat voor [geïntimeerde] als consument duidelijk moet zijn op welk moment hij de betalingsverplichting daadwerkelijk aangaat. [1] De overeenkomst is vernietigbaar als aan deze voorwaarde niet is voldaan.
3.3
In dit geval staan op de bestelknop van de webwinkel de woorden "bevestig je aanvraag". Het is echter pas mogelijk daartoe over te gaan na het aanklikken van een vinkje bij de tekst "Ik begrijp dat ik een betalingsovereenkomst aanga en accepteer de voorwaarden." Door aldus, direct voorafgaand aan de bestelling, van de consument te verlangen dat hij bevestigt met die bestelling een betalingsverplichting aan te gaan, voldoet Innova aan de eis dat duidelijk moet zijn dat aan de bestelling een betalingsverplichting is verbonden. Met de gekozen stapsgewijze bevestiging wordt die verplichting nog eens benadrukt. Voorafgaand aan deze bestelling (in ‘het verdere bestelproces’) is dan al gewezen op het feit dat bij een bestelling een betalingsverplichting zal worden aangegaan, en zijn ook betaalgegevens opgevraagd. Van die voorfase moet echter het vereiste van de ondubbelzinnige formulering bij de bestelfunctieknop worden onderscheiden. Aan conclusie dat Innova aan dit laatste vereiste heeft voldaan, staat niet in de weg dat hierbij niet een enkele, maar de twee genoemde - technisch onlosmakelijk verbonden en gefaseerde – bestelknoppen worden gebruikt.
3.4
De conclusie luidt dat de bezwaren tegen het vonnis terecht zijn. In aanvulling daarop constateert het hof dat Innova voldoende heeft onderbouwd dat zij ook voor het overige heeft voldaan aan haar contractuele informatieverplichtingen (artikel 6:230 onder m en v BW). Omdat [geïntimeerde] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof hem tot betaling van de proceskosten in hoger beroep en bij de kantonrechter veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [2]

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel in Zwolle van
12 juli 2022 en veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan Innova van 2.278,14, vermeerderd met de wettelijke rente over 1.909,62 vanaf de dag van dagvaarding;
veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van de volgende proceskosten van Innova tot aan de uitspraak van de rechtbank/kantonrechter:
€ 472,22 aan procedurele kosten
€ 508 aan salaris van de advocaat van Innova (1 procespunten x tarief I)
en tot betaling van de volgende proceskosten van Innova in hoger beroep:
€ 888,31 aan procedurele kosten
€ 836 aan salaris van de advocaat van Innova (1 procespunt x appeltarief I)
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, M.M. Lorist en M. Aksu , en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
20 juni 2023.

Voetnoten

1.Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269).
2.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.