Uitspraak
Innova,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Innova Energie B.V. hoger beroep ingesteld tegen een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 12 juli 2022 werd uitgesproken. Het hoger beroep betreft de vraag of een energiecontract tussen Innova en een consument op de wettelijk voorgeschreven wijze tot stand is gekomen. De kern van de zaak draait om de vraag of Innova ondubbelzinnig heeft duidelijk gemaakt dat het contract een betalingsverplichting inhield. De overeenkomst werd gesloten via een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, waarbij uitsluitend gebruik werd gemaakt van het internet.
De kantonrechter had de vorderingen van Innova, die onder andere de betaling van onbetaalde voorschotnota's en de eindnota van in totaal € 1.909,62 vorderde, afgewezen. Innova heeft in hoger beroep de bedoeling om deze afgewezen vorderingen alsnog toegewezen te krijgen. Het hof heeft vastgesteld dat de bestelknop op de website van Innova een ondubbelzinnige formulering moet bevatten die duidelijk maakt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Het hof concludeert dat Innova aan deze eis heeft voldaan door de consument voorafgaand aan de bestelling te laten bevestigen dat hij een betalingsverplichting aangaat.
Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de consument tot betaling aan Innova van € 2.278,14, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast worden de proceskosten in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep aan Innova toegewezen. Het hof benadrukt dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad zijn, wat betekent dat de consument de kosten binnen 14 dagen na de uitspraak moet betalen, anders worden deze verhoogd met wettelijke rente.