2.3.In het kader van de echtscheiding hebben belanghebbende en de ex-partner op 13 mei 2014 een echtscheidingsconvenant getekend, waarin onder meer het volgende is bepaald:
“Artikel 1: De intentie
Partijen hebben de volgende intentie met betrekking tot hun echtscheiding naar elkaar uitgesproken:
- Ieder de helft van de huwelijksgemeenschap toe te bedelen.
- De gemeenschappelijke woning te verkopen.
- Over en weer af te zien van alimentatie.
Artikel 5.3: Afzien van partneralimentatie
Partijen hechten veel waarde aan hun zelfstandigheid en willen en kunnen op eigen kracht in hun onderhoud voorzien, zonder daarbij afhankelijk te zijn van een vergoeding in het levensonderhoud door de andere partner.
Partijen zijn diverse keren gewezen op de gevolgen van het afzien van partneralimentatie. Ook diverse toekomstige situaties welke zijn of haar mening zou kunnen veranderen zijn besproken. Partijen stellen hun normen en waarden, waarin geen ruimte is voor partneralimentatie, boven de onderhoudsverplichting na het huwelijk.
(…)
De partijen komen overeen dat na de ontbinding van hun huwelijk de één tegenover de ander niet tot betaling van een partneralimentatie gehouden zal zijn.
Artikel 7.1: Gebruiksrecht echtelijke woning
a. Het gebruiksrecht van [de woning] wordt vanaf 1 april 2014 toebedeeld aan [belanghebbende].
b. [Belanghebbende] draagt zorg voor het betalen van de woonlasten.
c. (…) Tot de datum van verkoop en overdracht van de woning blijft [belanghebbende] in de woning wonen.
d. (…)
e. Het uitvoeren van groot onderhoud ten tijde van het onverdeeld blijven van [de woning] wordt in gezamenlijk overleg bepaald. De daaruit voortvloeiende kosten worden naar rato van het netto te besteden inkomen verdeeld. (…)
Artikel 7.2: verkoop echtelijke woning
(…)
e. De opbrengst wordt aangewend om alle kosten van verkoop en overdracht te voldoen en alle gedurende het huwelijk aangegane geldleningen af te lossen. Een resterende opbrengst of geldlening wordt gelijk verdeeld.”