Uitspraak
1.[appellant]
1.[geïntimeerde1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
4.Het oordeel van het hof
“
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:woonhuis en garage.(…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Gebreken die het normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst komen voor rekening en risico van koper. Voor gebreken die het normale gebruik belemmeren en die niet aan koper bekend of kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst is verkoper uitsluitend aansprakelijk voor de herstelkosten. Bij het vaststellen van de herstelkosten wordt rekening gehouden met de aftrek ‘nieuw voor oud’.(…)”
Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de onderhavige zaak geruime periode geleden is gebouwd en met dienovereenkomstige staat van het pand. Hij aanvaardt daarmee in verband staande tekortkomingen van het gekochte, in het bijzonder wat betreft de leidingen, lozingen, daken en eventueel aanwezige installaties voorzover die een
niet te stoppen” is.
Op constructief vlak kunnen wij niet vaststellen dat normaal gebruik bewoning op het moment van de levering niet kon plaatsvinden. Zeker is dat het dak nat is geweest en waarschijnlijk ten tijde van de opname nog op enkele plekken nat. Dat deze lekkages en schimmels de dakplaten zodanig constructief hebben aangetast dat het dak instabiel en onveilig is kunnen wij niet vaststellen, maar ook niet uitsluiten. Dat er plaatselijk gaten zijn ontstaan betekent op zichzelf nog niet dat de gehele dakconstructie compleet constructief instabiel is. Als het schimmelproces echter zodanig van omvang is, dat het onomkeerbaar is geworden, dan is er volgens ons geen redelijke mate van duurzaamheid meer, omdat op dat moment vaststaat dat als je niets doet de constructieve stevigheid van het dak in het geding raakt. Dit is ook te zien op een aantal foto’s in het rapport van PHI dat op bepaalde plaatsen de dakplaat geheel is vergaan en er gaten in het dak zitten. Dat werklieden over het dak hebben kunnen lopen toont aan dat de specifieke dakplaten waar ze op stonden constructief nog in orde waren anders waren ze er waarschijnlijk doorheen gezakt. Dat werklieden op het dak liepen toont echter niet aan dat het hele dak goed was, omdat een redelijke ervaren dakdekker zwakke platen zal vermijden. (…)
A.d.h.v. alleen de foto’s kunnen wij niet met zekerheid vaststellen in welke omvang er sprake was van schimmel aan de dakplaten. Wij kunnen de conclusies van PHI daarom niet bevestigen of uitsluiten. (…) Als de waarneming van PHI ten aanzien van de schimmel juist is, dan begrijpen wij zijn conclusie dat er een onomkeerbaar proces is.”
beslist niet in het geding”. Peters wijst er in zijn rapport op dat in de rapportage van Phi foto’s van aangetaste delen van de dakplaat ontbreken. Over de schimmelvorming vermeldt Peters dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen een als gevolg van schimmel visueel aangetaste dakplaat en een constructief aangetaste (rotte) dakplaat. Schimmel is in visueel opzicht wel onomkeerbaar, maar dat er schimmelvorming is, wil niet zeggen dat de dakplaat is aangetast en daarmee constructief onveilig, aldus Peters.
alshet schimmelproces zodanig van omvang is, dat het onomkeerbaar is geworden, dat er dan geen redelijke mate van duurzaamheid meer is en dat
alsde waarneming van Phi ten aanzien van de schimmel juist is, zijn conclusie te begrijpen valt dat er een onomkeerbaar proces is. Het gebruik van het woord ‘als’ duidt erop dat niet gezegd kan worden dát het schimmelproces in de woning van [appellanten] al zodanig van omvang was, dat het onomkeerbaar was. Dat er schimmelvorming was, bevestigt Peters, maar volgens hem was dit visueel van aard en was de constructie niet aangetast. Dat er sprake was van onomkeerbare schimmelvorming die de constructieve stevigheid van het dak heeft aangetast, is daarom niet vast komen te staan.
werkelijk aangetaste delen” en dat foto’s ontbreken waaruit blijkt dat de dakplaat onstabiel is voor mensen. Ook tijdens de zitting in hoger beroep konden [appellanten] desgevraagd niet aantonen op welke foto’s zichtbaar was dat het gehele dak als verloren moest worden beschouwd. Zij hebben gewezen op foto 32 uit het rapport van Phi, waar volgens hen bij de onderste pijl een gat zichtbaar is. Zij hebben er tijdens de zitting ook op gewezen dat zij leken zijn en dat zij de gegevens uit het deskundigenrapport niet kunnen duiden, maar dit laat onverlet dat het hof, behalve mogelijk dat ene gat op foto 32, geen foto’s heeft kunnen zien waarop zichtbaar is dat de dakplaat van het gehele dak vol gaten zit of vergaan is en daarom als verloren beschouwd moet worden. De foto’s in het rapport waarop de dakdekkers zonder veiligheidsmaatregelen op het dak staan, wijzen naar het oordeel van het hof eerder op het tegendeel.
uiterlijk morgen om 17.00 uur” moeten laten weten. Een termijn van iets meer dan 24 uur om een dakdekker te vinden en opdracht aan te verlenen onder de gestelde voorwaarden, kwalificeert naar het oordeel van het hof in deze situatie, waarin volgens [appellanten] het gehele dak vervangen moest worden, niet als een redelijke termijn. De e-mail van 6 maart 2018 kan daarom niet als ingebrekestelling worden aangemerkt.
actieve lekkages” te repareren die binnen twee maanden zouden optreden. Deze termijn liep, zo leidt het hof af uit de e-mail van [appellante] van 28 september 2017 tot (en met) 28 november 2017. Weliswaar heeft er op 5 oktober 2017 nog een lekkage in de garage plaatsgevonden en hebben [appellanten] hier [geïntimeerden] op gewezen, maar nadat [geïntimeerden] geweigerd hadden om het herstel op hun kosten uit te laten voeren (omdat [appellanten] alle goten wilden laten herstellen), hebben [appellanten] het erbij gelaten. Dat er verder sprake was van actieve lekkages in de periode tot (en met) 28 november 2017 als gevolg van de verholen goten, is het hof niet gebleken. In februari 2018 zijn de plafonds van de woning verwijderd (tijdens de verbouwingswerkzaamheden) en toen is volgens [appellanten] aan het licht gekomen dat het dakbeschot “
zeiknat” was. Herstel hiervan valt naar het oordeel van het hof niet onder de reikwijdte van de gemaakte afspraken in september 2017. Gelet hierop kan de vordering tot nakoming niet worden toegewezen.