Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde] ,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak en de beslissing van de rechtbank
Dit geschil heeft de volgende feitelijke achtergrond.
This Ferrari whit registration [kenteken] is sold on consignment by [naam1] . The car is
in een zeer goede originele conditie aan te duiden
2. Zeer goede originele staat of professioneel gerestaureerd. Geen technische defecten,
Ongerestaureerde niet rijdbare staat. Nagenoeg compleet voertuig maar nauwelijks rijdbaar. Ernstige roestvorming. Voor reparatie en restauratie is een forse investering nodig maar restauratie is mogelijk’.
subsidiairvoor recht te verklaren dat de koopprijs wordt verminderd tot € 15.000,-, met veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van € 57.000,-;
meer subsidiairde koopovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling, met veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 72.000,-.
Verder vordert [appellant] de wettelijke rente over voormelde bedragen en betaling van proceskosten en nakosten.
primairvoor recht te verklaren dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, dat [geïntimeerde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst met consignatie-overeenkomst en dat deze overeenkomst is ontbonden dan wel alsnog ontbonden wordt, met veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van
€ 72.000,-;
subsidiairde koopovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling, met veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 72.000,-;
meer subsidiairvoor recht te verklaren dat de koopprijs wordt verminderd tot € 12.500,- , met veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van € 59.500,-;
uiterst subsidiairvoor recht te verklaren dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld, met veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 72.000,- aan schadevergoeding;
Verder vordert [appellant] de wettelijke rente over voormelde bedragen, veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 17.577,- aan schadevergoeding en tot terugbetaling van al hetgeen hij van [appellant] uit hoofde van het vonnis van 8 september 2021 heeft ontvangen, alles met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.Het oordeel van het hof
Geen sprake van (een vermoeden van) non-conformiteit3.4 Met zijn eerste twee grieven komt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank dat niet is komen vast te staan dat de auto op 4 juli 2017 niet aan de overeenkomst beantwoordde. Hij stelt dat de rechtbank ten onrechte niet heeft bepaald welke eigenschappen van de auto [appellant] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [appellant] wenste de auto als beleggingsobject te gebruiken en voor dit bijzondere gebruik was de auto niet geschikt. Overigens was de auto volgens [appellant] evenmin geschikt voor normaal gebruik, te weten veilige deelname aan het verkeer.
Uitgangspunt3.5 De rechtbank heeft terecht als uitgangspunt vastgesteld dat sprake is van consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW zodat de bepalingen uit boek 7 BW die zien op de koop door consumenten op deze overeenkomst van toepassing zijn. Het hof voegt daaraan toe dat dit ook meebrengt dat van een aantal bepalingen, waaronder artikel 7:17 BW niet ten nadele van de consument kan worden afgeweken.
3.7 Uit deze bepaling volgt dat de verkoper rekening moet houden met het normale gebruik van de zaak en met wat hij weet of moet weten over het bijzondere gebruik dat de koper voor ogen staat. Hij heeft een mededelingsplicht indien hij weet of moet weten dat de zaak voor dit normale of bijzondere gebruik ongeschikt is. De koper op zijn beurt mag alleen die eigenschappen verwachten waarvan hij de aanwezigheid niet behoeft te betwijfelen. Waar hij twijfelt of moet twijfelen, dient hij de verkoper vragen te stellen of zelf onderzoek te verrichten.
Geen bekendheid met bijzonder gebruik3.8 [geïntimeerde] heeft betwist dat hij bekend was met het door [appellant] gestelde bijzondere gebruik als beleggingsobject. Zo heeft hij tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat [appellant] en hij het wel over de prijs van de auto hebben gehad, maar niet over de auto als beleggingsobject en dat dit niet ook niet kon, omdat hij hiervoor veel meer tijd nodig zou hebben gehad en ook auto’s had moeten vergelijken. Vaststaat dat [appellant] de auto tegen het einde van het evenement in een zeer kort tijdsbestek heeft gekocht.
heeft daarover tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij de auto heeft gekocht omdat het een mooie auto was. Hoewel hij wel heeft gevraagd naar de kans van waardestijging, heeft hij niet tegen [geïntimeerde] gezegd dat hij de auto kocht als beleggingsobject.
heeft verder onweersproken verklaard dat op 4 juli 2017 ook niet is gesproken over de auto als beleggingsobject.
Uit deze verklaringen leidt het hof af [geïntimeerde] ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst niet wist of had moeten weten van het in deze procedure door [appellant] gestelde bijzondere gebruik van de auto als beleggingsobject. Daarbij komt dat [appellant] bovendien, gelet op de mededelingen van [geïntimeerde] dat de onderhoudshistorie van de auto onbekend was en dat door hem geen garantie op de auto werd gegeven, niet zonder meer had mogen verwachten dat de auto geschikt was voor beleggingsdoeleinden. Immers de door [appellant] (veel later) geraadpleegde taxateur Laagland heeft onder meer gesteld dat een auto die als investering of voor een verzameling wordt gekocht aan een aantal voorwaarden moet voldoen, waarbij één van de voorwaarden is dat ‘het voertuig een complete historie moet hebben om de kilometerstand te kunnen onderbouwen’. Het had op de weg van [appellant] gelegen om daar, voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst, nader onderzoek naar te doen.
).Laagland heeft ten aanzien van de door haar geconstateerde gebreken gesteld dat het niet aannemelijk is dat de gebreken zijn ontstaan tijdens het bezit van [appellant] of door toedoen van [appellant] .
[appellant] heeft tijdens de mondelinge behandeling bij het hof verklaard zich te hebben gerealiseerd dat de koop van de Ferrari niet zonder risico zou zijn, terwijl hij bij de rechtbank heeft verklaard dat hij geen ervaring heeft met klassieke auto’s. Dit alles had voor hem aanleiding moeten zijn om onderzoek te doen naar de auto voordat hij deze kocht.