ECLI:NL:GHARL:2023:4344

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
200.303.083/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitzending over frauduleuze grondhandel en reputatieschade

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellanten] tegen AvroTros, naar aanleiding van een uitzending van het programma Opgelicht?! waarin [appellanten] onterecht in verband werden gebracht met frauduleuze grondhandel. De uitzending, die op 23 mei 2023 werd behandeld, bevatte een misleidende introductie die de indruk wekte dat [appellanten] betrokken waren bij strafbare feiten. De rechtbank had eerder de vorderingen van [appellanten] afgewezen, maar het hof oordeelde dat de uitzending onrechtmatig was. Het hof stelde vast dat de introductie van de uitzending de reputatie van [appellanten] ernstig had aangetast, terwijl de rest van de uitzending voldoende steun vond in feiten. Het hof verklaarde dat AvroTros aansprakelijk was voor de schade die [appellanten] hadden geleden door deze onrechtmatige uitzending. De schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten zullen in een aparte procedure worden vastgesteld. Het hof compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.303.083/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, 506087)
arrest van 23 mei 2023
in de zaak van

1.[appellant] ,

die woont in [woonplaats1] ,
hierna:
[appellant],
2. [appellante] B.V.,
die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna:
[appellante],
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna gezamenlijk:
[appellanten],
advocaat: mr. R.P. van den Broek,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
AvroTros,
gevestigd te Hilversum,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde,
hierna:
AvroTros,
advocaat: mr. H.A.J.M. van Kaam.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

Na het arrest van 23 augustus 2022 heeft op 10 februari 2023 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daaraan voorafgaand hebben beide partijen nog nadere bewijsstukken (producties) ingezonden die aan het dossier zijn toegevoegd. Van de zitting is een verslag (proces-verbaal) gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen. Op verzoek van het hof hebben [appellanten] het hof producties twee tot en met tien van de conclusie van antwoord (bij de rechtbank) toegestuurd.

2.De kern van de zaak en het verloop van de zaak bij de rechtbank

2.1.
Opgelicht?! is een programma van AvroTros. In de uitzending van [datum] is aandacht besteed aan [appellanten] De vraag is of de uitzending en (op een website en social media van AvroTros geplaatste) teksten bij de vooraankondiging daarvan en bij de (terug)verwijzing daarnaar ten opzichte van [appellanten] onrechtmatig zijn.
2.2.
[appellanten] hebben bij de rechtbank een verklaring voor recht gevorderd dat AvroTros onrechtmatig ten opzichte van hen heeft gehandeld. Daarnaast hebben [appellanten] een materiële en een immateriële schadevergoeding gevorderd, een vergoeding van buitengerechtelijke kosten, een gebod tot verwijdering en een gebod tot rectificatie. Tot slot hebben [appellanten] bij de rechtbank zendtijd gevorderd om positieve content te creëren.
2.3.
De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen en [appellanten] veroordeeld in de proceskosten. Tegen dit vonnis zijn [appellanten] met zeven bezwaren (grieven) opgekomen.
[appellanten] vorderen in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de rechtbank en alsnog de toewijzing van hun vorderingen. Daarbij hebben zij in hoger beroep hun eis verminderd, in die zin dat zij geen zendtijd om positieve content te creëren meer vorderen. Op de zitting in hoger beroep hebben zij ook hun vordering tot verwijdering en rectificatie ingetrokken, waardoor alleen nog de verklaring voor recht en de betaling van materiële en immateriële schadevergoeding voorliggen.

3.Het oordeel van het hof

3.1.
Het hof zal oordelen dat de uitzending onrechtmatig is omdat AvroTros in de introductie van de uitzending op een misleidende manier een koppeling heeft gemaakt met de werkwijze van [appellanten] en frauduleuze grondhandel waarbij hij niet betrokken was. De uitingen op de website van Opgelicht?! over de uitzending zijn naar het oordeel van het hof niet onrechtmatig. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd. Daarvoor zijn allereerst de feiten van belang zoals die in deze procedure vaststaan.
De feiten
3.2.
De diensten van [appellante] bestaan uit het bijeenbrengen van vraag en aanbod van percelen grond met behulp van advertenties. [appellante] biedt die diensten aan via het internet en maakt daarbij gebruik van de website www.makelaaringrond.nl. Op dit digitale platform kunnen grondeigenaren een advertentie plaatsen met hun contactgegevens, waar geïnteresseerde kopers op kunnen reageren. Daartoe sluiten zij een overeenkomst met [appellante] . [appellante] heeft in de periode van januari 2013 tot en met oktober 2018 zo’n 700 advertentieovereenkomsten gesloten. In die digitaal of schriftelijk gesloten overeenkomsten is opgenomen dat zij voor het mogen plaatsen van een advertentie op de website € 550,- betalen + € 50,- per maand voor de minimale duur van 12 maanden. Soms is korting gegeven.
3.3.
[appellant] was van 28 december 2012 tot 1 juli 2018 bestuurder van [appellante] . Vanaf 1 januari 2018 was hij dat samen met zijn broer. [appellant] deed met name de verkoopwerkzaamheden voor Makelaar in Grond.
3.4.
In september 2018 is de Stichting Claim Makelaar in Grond opgericht (hierna: de stichting). Het doel van de stichting is om de ontevreden adverteerders op het digitale advertentieplatform Makelaar in Grond bijeen te brengen om een procedure tegen [appellanten] te starten. Die procedure is de stichting in november 2018 gestart, op dat moment ondersteund door 99 adverteerders. In die procedure vorderde de stichting het bedrag dat de bij haar aangesloten adverteerders aan [appellanten] hebben voldaan terug, met name omdat [appellant] (opzettelijk) onjuiste mededelingen aan (potentiële) adverteerders zou hebben gedaan.
3.5.
AvroTros produceerde het consumentenprogramma Opgelicht?! Dit programma richtte zich op het voorlichten en informeren van het publiek over diverse misstanden. Op [datum] heeft Opgelicht?! aandacht besteed aan het digitale advertentieplatform Makelaar in Grond en de wijze waarop [appellant] dat aan de man brengt. De uitzending over dit item duurde ruim 15 minuten en eindigde met een interview met [appellant] . Dat interview is drie weken vóór de uitzending op de openbare weg afgenomen. Het interview heeft ruim een half uur geduurd, waarvan een kleine 5 minuten in de uitzending is opgenomen.
3.6.
Een vooraankondiging (een trailer) van de uitzending over [appellanten] is op de dag van de uitzending op televisie uitgezonden na het journaal van 20.00 uur. De vooraankondiging was op [datum] ook te vinden op een YouTube-kanaal van AvroTros met de volgende tekst onder een stilstaand beeld (een ‘still’) van [appellant] uit het interview: “
Advertentiefraude, de bankpasbende en fraude met grondverkoop / Opgelicht?! (AVROTROS) (…) Vandaag weer een nieuwe uitzending van Opgelicht?! te zien om 21.25 op NPO1.” AvroTros heeft deze vooraankondiging geplaatst. Dit heeft (volgens AvroTros) alleen op de dag van de uitzending op het YouTube-kanaal gestaan. Het is mogelijk dat een derde de vooraankondiging (trailer) met tekst vervolgens zelf op YouTube heeft gezet.
3.7.
Na de uitzending is op de website van Opgelicht?! nog enige tijd (volgens AvroTros tot maart/april 2020) naar de uitzending van [datum] over [appellanten] verwezen met gebruikmaking van de kop “
Malafide grondhandelaar [appellant] ontmaskerd”.
3.8.
Na de uitzending hebben zich nog 87 adverteerders bij de stichting aangesloten en zijn hun vorderingen meegenomen in de procedure van de stichting tegen [appellanten] (zie hiervoor in 3.4).
3.9.
In een vonnis van 13 mei 2020 heeft de rechtbank Noord-Holland zowel de vorderingen (in conventie) van de stichting als de vorderingen (in reconventie) van [appellanten] afgewezen. De vorderingen van de stichting zijn afgewezen omdat de stichting niet op de individuele adverteerder toegesneden stellingen heeft ingenomen. Tegen dat vonnis is hoger beroep ingesteld. In hoger beroep hebben de stichting en [appellanten] een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij de procedure is beëindigd ‘met gesloten beurzen’.
3.10.
In een brief van 10 juni 2020 hebben [appellanten] bij AvroTros bezwaar gemaakt tegen de uitzending en tegen de door AvroTros geplaatste verwijzingen naar de uitzending op internet.
Het toetsingskader
3.11.
De rechtbank heeft - terecht en in hoger beroep onbestreden - voorop gesteld dat het bij de vraag of AvroTros met de uitzending onrechtmatig jegens [appellanten] heeft gehandeld gaat om een botsing tussen twee fundamentele rechten te weten:
- aan de kant van [appellanten] het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van de eer en goede naam ofwel reputatie (beschermd door artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens (EVRM)) om niet op lichtvaardige wijze te worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die gebaseerd zijn op onjuiste dan wel onvolledige feiten, en:
- aan de kant van AvroTros het recht op vrijheid van meningsuiting (beschermd door artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM) om zich in een televisieprogramma informerend, kritisch, opiniërend en waarschuwend uit te kunnen laten over misstanden die de samenleving raken.
3.12.
Bij de beantwoording van de vraag of AvroTros onrechtmatig tegenover [appellanten] heeft gehandeld, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Deze belangenafweging moet in één keer geschieden, waarbij het oordeel dat één van beide rechten, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van artikel 8 lid 2 EVRM dan wel artikel 10 lid 2 EVRM. In het kader van de belangenafweging zijn onder meer de volgende omstandigheden relevant: de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor de betrokkene, de ernst van de misstand die de uitzending aan de kaak beoogt te stellen, de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal ten tijde van de uitzending en de totstandkoming en de inkleding van de uitlatingen.
3.13.
Het hof zal, met inachtneming van dit toetsingskader en de grieven van [appellanten] beoordelen of AvroTros onrechtmatig tegenover [appellanten] heeft gehandeld. In hoger beroep voeren [appellanten] aan dat onrechtmatig zijn: de tekst bij de vooraankondiging (de trailer) van de uitzending op de website Opgelicht?!, de wijze waarop het item over [appellanten] in de uitzending wordt geïntroduceerd, de rest van de uitzending en de op de website van AvroTros gepubliceerde titel bij de verwijzing naar de uitzending (zie hiervoor in 3.7). Het hof gaat hierna op deze door [appellant] gestelde onderdelen per uiting in. Het hof hanteert daarbij de chronologische volgorde. Het gaat om drie uitingen, te weten de beide uitingen op de website over de uitzending (hierna genummerd 1 en 3) en om de uitzending (hierna genummerd 2). De uitzending valt onder te verdelen in de inleiding van het item over [appellanten] (hierna genummerd 2a) en de rest van de uitzending over [appellanten] (hierna genummerd 2b). De inleiding van de uitzending van ruim 2 minuten gaat over frauduleuze grondhandel en de rest van de uitzending (zo’n 14 minuten) over het advertentieplatform Makelaar in Grond.
1) De vooraankondiging (de trailer) van de uitzending
3.14.
Op grond van de tekst “
Advertentiefraude, de bankpasbende en fraude met grondverkoop / Opgelicht?! (AVROTROS) (…) Vandaag weer een nieuwe uitzending van Opgelicht?! Te zien om 21.25 op NPO1.” onder een ‘still’ van [appellant] , zal de (gemiddelde) kijker met (gemiddelde aandacht) nog niet denken dat [appellant] zich schuldig heeft gemaakt aan fraude en/of deel uitmaakt van een bankpasbende. Die kijker zal hooguit denken dat
[appellant] ten aanzien van één van die onderwerpen in de uitzending aan het woord zal komen. Dat [appellant] in het programma Opgelicht?! voorkomt, betekent niet zonder meer dat hij een oplichter is. De naam van het programma bevat immers ook een vraagteken.
3.15.
Dat [appellant] gevolgen heeft ondervonden van deze aankondiging op zich ligt niet voor de hand en is ook niet door hem onderbouwd. Buiten zijn afbeelding zijn in deze aankondiging ook geen andere identificerende gegevens van hem opgenomen. AvroTros heeft toegelicht dat de klachten over het advertentieplatform Makelaar in Grond en de stichting die de steun had van tientallen personen die zich gedupeerd voelden door dit advertentieplatform, de aanleiding was om een item aan [appellanten] te besteden. Gelet op deze feiten had AvroTros het recht om hier in haar programma aandacht aan te besteden en dit door middel van een bericht op YouTube aan te kondigen. Het hof is daarom van oordeel dat het belang van AvroTros zwaarder weegt dan het belang van [appellanten] De vooraankondiging is daarom niet onrechtmatig jegens [appellanten]
(2) De uitzending
a.
introductie van het item over [appellanten]
3.16.
De uitzending over [appellanten] begint met een terugblik naar een uitzending van Opgelicht?! van 2015. Het transcript van de uitzending van [datum] luidt op dat punt als volgt:

Studio (…)
In 2015 besteedt Opgelicht?! uitgebreid aandacht aan frauduleuze handel in grond. Percelen worden aangesmeerd alsof het goudmijntjes zijn. Elke gemeente gaat het vast en zeker binnen enkele jaren bebouwen en dan moet ie het van jou kopen. De investering meer dan waard dus.
Fragmenten uit uitzending d.d. 10 maart 2015:
Gedupeerden
Dit gaat meer geld waard worden. Het is een kans… Het is speculeren op de langere termijn.
Voice-over
In werkelijkheid blijkt de aangekochte grond vaak onverkoopbaar. Voorgespiegelde nieuwbouwprojecten komen niet van de grond. Als zich dan toch iemand meldt die jouw grond goed kan verkopen, ga je al snel voor de bijl.
(…)
De handelswijze van deze malafide grondverkopers is klassiek. Ze vragen namelijk voorschotten voordat ze überhaupt iets voor je kunnen gaan doen.
(…)
Justitie
We hebben twee mensen aangehouden, twee mannen, 28 en 30 jaar.
Einde oude fragmenten
Voice-overRespectievelijk [naam1] en [naam2] Beide heren kwamen in contact met hun potentiële slachtoffers via de website Makelaar in Grond.nl
Studio (…)
En wie schetst onze verbazing? De website Makelaar in Grond is tot op de dag van vandaag in de lucht. De man achter die website is [appellant] . De schijnhandel in grond is gewoon doorgegaan.
3.17.
Uit de getoonde fragmenten van de uitzending van 2015 blijkt dat de frauduleuze handel in grond waar die uitzending over ging een strafrechtelijke/criminele connotatie had. De kwalificatie “frauduleuze handel in grond” heeft die connotatie al en dat wordt versterkt omdat in die (oude) fragmenten door justitie wordt verklaard dat twee mensen (die kennelijk met hun potentiële slachtoffers in contact kwamen via de website Makelaar in Grond) voor frauduleuze grondhandel zijn aangehouden. Het verband met [appellanten] wordt gelegd in de opeenvolgende opmerkingen na het tonen van de fragmenten uit 2015, te weten dat de website Makelaar in Grond tot op de dag van vandaag in de lucht is, dat de man achter die website [appellant] is en dat de schijnhandel in grond gewoon is doorgegaan. Door dat bruggetje tussen de uitzending van 2015 en de uitzending over [appellanten] met de opmerking ‘
dat de schijnhandel in grond gewoon is doorgegaan’ zal de (gemiddelde) kijker met (gemiddelde aandacht) [appellanten] in verband brengen met frauduleuze grondhandel in strafrechtelijke/criminele zin. Die kijker zal denken dat [appellant] die frauduleuze handel voort heeft gezet. Dit is een ernstige beschuldiging op nationale televisie die de reputatie van [appellanten] ernstig kan aantasten. De uitzending kon daarna ook nog online worden bekeken.
3.18.
AvroTros heeft de handelwijze van [appellanten] feitelijk onjuist en onnodig in een strafrechtelijk/crimineel licht geplaatst. Feitelijk onjuist omdat [appellanten] niet voorkomen in de uitzending van 2015 en omdat niet is gesteld en niet is gebleken dat [appellanten] zich aan frauduleuze grondhandel schuldig zouden hebben gemaakt. Onnodig omdat AvroTros naar haar zeggen met de uitzending over [appellanten] wil waarschuwen voor de verkooppraatjes van [appellant] die adverteerders verleidt met onjuiste beloften en stellingen om advertentieovereenkomsten te sluiten. Het enige verband tussen de beide uitzendingen is de website www.makelaaringrond.nl. Dat rechtvaardigt niet het plaatsen van het handelen van [appellanten] in een strafrechtelijk/crimineel licht. AvroTros heeft nog gewezen op (perspublicaties over) het verleden van [appellant] . Dat verleden houdt echter geen verband met een vorm van frauduleuze grondhandel, zodat dit AvroTros niet baat. Daar komt bij dat AvroTros geen feiten heeft gesteld waaruit blijkt dat [appellanten] op dit onderdeel weerwoord is gegund.
b.
De rest van de uitzending over [appellanten]
3.19.
Na de introductie gaat de uitzending niet meer over frauduleuze grondhandel, maar over de verkoopwijze van [appellant] waarbij wordt aangegeven dat hij onjuiste beloften doet en een verkeerde voorstelling van zaken geeft. In de uitzending wordt onder de aandacht gebracht dat veel adverteerders ontevreden zijn over de diensten van [appellanten] en dat een deel daarvan zich heeft verenigd in de stichting. In de uitzending komen verschillende mensen aan het woord, waaronder de in de studio aanwezige voorzitter, secretaris en penningmeester van de stichting. Zij en twee andere adverteerders trekken in de uitzending de juistheid in twijfel van mondelinge mededelingen die [appellant] volgens hen aan adverteerders heeft gedaan over de te verwachten verkoop van hun gronden. Volgens hen is er niet of nauwelijks grond verkocht, terwijl [appellant] adverteerders had voorgehouden dat door de advertenties veel percelen worden verkocht (volgens de voorzitter van de stichting in de uitzending 1450 kaveltjes) en dat grond binnen een jaar zou worden verkocht. Volgens hen is sprake van een verdienmodel (inkomsten uit de verkoop van advertentieruimte) terwijl er niet of nauwelijks grond wordt verkocht en er ook geen andere diensten van [appellanten] tegenover staan. Zij hebben in de uitzending ook in twijfel getrokken dat er meer bijeenkomsten zijn geweest dan de twee die op film zijn gezet, terwijl [appellant] had gezegd dat er jarenlang grote bijeenkomsten zijn geweest. De uitzending over [appellanten] eindigt met het interview met [appellant] .
3.20.
De rechtbank heeft - in hoger beroep onbestreden - vastgesteld dat de kern van de uitzending is dat een aanzienlijk aantal deelnemers in het project van het advertentieplatform Makelaar in Grond ontevreden is en vraagtekens zet bij de werkwijze van [appellanten] en dat onder meer de juistheid van de mededelingen over de te verwachten verkoop van gronden gemotiveerd in twijfel wordt getrokken.
3.21.
De centrale feitelijke bewering van de uitzending dat een aanzienlijk aantal deelnemers in het project van het advertentieplatform Makelaar in Grond ontevreden is en vraagtekens zet bij de werkwijze van [appellanten] , vindt voldoende steun in het (op dat moment) beschikbare feitenmateriaal. AvroTros is niet alleen afgegaan op de uitlatingen van de volgens [appellanten] rancuneuze secretaris en penningmeester van de stichting, maar ook op andere adverteerders die klachten hadden over de werkwijze van [appellanten] Op het moment van de uitzending waren al 99 adverteerders aangesloten bij de procedure die de stichting tegen [appellanten] had aangespannen. Ook beschikte AvroTros over diverse schriftelijke klachten en over geluidsopnamen uit 2018 en 2019 waaruit bleek dat de verkooppraatjes van [appellant] overeenstemden met de klachten die diverse adverteerders hadden gemeld.
3.22.
Anders dan [appellant] stelt was AvroTros niet gehouden om meer onderzoek te doen of om specifiek aandacht te besteden aan (de inhoud van) de door hem toegestuurde stukken. AvroTros heeft [appellanten] ook voldoende weerwoord geboden, zowel op voorhand per e-mail als in het interview. Dat [appellant] ten onrechte zou zijn beschuldigd van witwassen, zoals hij stelt, volgt niet uit de uitzending. Er wordt hem in het interview een kritische vraag gesteld over een verkoopconstructie van grond. Daar heeft hij op mogen reageren en zijn reactie is ook (deels) uitgezonden. Uitgangspunt is dat het tot de journalistieke vrijheid behoort hoe de uitzending wordt gemaakt en wat daarin wordt verwerkt. Weliswaar heeft AvroTros in de uitzending ten onrechte het beeld neergezet dat de door [appellanten] georganiseerde bijeenkomsten voor potentiële kopers van grond toneelstukjes zouden zijn waar geen publiek aanwezig was, maar in het licht van de uitzending is dit van ondergeschikt belang en daarom niet doorslaggevend voor het oordeel over de rechtmatigheid van de uitzending. Het hof kent aan het belang van AvroTros om zich informerend, kritisch, opiniërend en waarschuwend uit te kunnen laten over misstanden die de samenleving raken veel gewicht toe.
3.23.
De opmerking van de voice-over in de uitzending dat [appellant] uit de gemeenteraad is gezet, mede omdat uit politie-informatie zou blijken dat hij onbetrouwbaar is, vindt - gelet op de overgelegde stukken - ook voldoende steun in de feiten.
Afweging uitzending
3.24.
In de uiteindelijke afweging van alle feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat de uitzending onrechtmatig is, omdat AvroTros in de introductie van de uitzending op een misleidende manier een koppeling heeft gemaakt tussen frauduleuze grondhandel waarbij sprake was van strafbare feiten en de werkwijze van [appellanten] Omdat de introductie over een ander onderwerp gaat dan de rest van de uitzending doet zich hier niet de situatie voor dat de onjuistheid van de introductie in het licht van de verdere uitzending van ondergeschikt belang zou zijn of geen relevant gewicht in de schaal zou leggen, zoals AvroTros betoogt. Het belang van [appellanten] om niet op lichtvaardige wijze te worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die gebaseerd zijn op onjuiste dan wel onvolledige feiten, weegt zwaarder dan het belang van AvroTros om misstanden aan de kaak te kunnen stellen. Dit brengt mee dat het belang van [appellanten] bij de bescherming van zijn privacy en zijn goede eer en naam (artikel 8 EVRM) prevaleert boven het belang van AvroTros bij haar uitingsvrijheid (artikel 10 EVRM).
(3) de door AvroTros gepubliceerde titel bij de verwijzing naar de uitzending (zie hiervoor in 3.7) is niet onrechtmatig
3.25.
Na de uitzending is op de website www.opgelicht.avrotros.nl nog enige tijd (tot in ieder geval maart/april 2020) naar de uitzending met [appellanten] verwezen met gebruikmaking van de kop “
Malafide grondhandelaar Vincent [appellant] ontmaskerd”.
3.26.
Het bestempelen van [appellant] als malafide grondhandelaar is niet onrechtmatig. Malafide betekent letterlijk onbetrouwbaar. Malafide heeft geen strafrechtelijke/criminele connotatie. Omdat de centrale feitelijke bewering van de uitzending ‘dat een aanzienlijk aantal deelnemers in het project van het advertentieplatform Makelaar in Grond ontevreden is en vraagtekens zet bij de werkwijze van [appellanten] ’ voldoende steun vindt in het (op dat moment) beschikbare feitenmateriaal, wordt het gebruik van het woord ‘malafide’ eveneens voldoende gedragen door het getoonde feitenmateriaal.
3.27.
Ook het aanmerken van [appellanten] als grondhandelaar is niet onrechtmatig. [appellanten] hebben meer gedaan dan het alleen ter beschikking stellen van advertentieruimte. De naam van het platform is Makelaar in Grond. [appellanten] stellen bovendien zelf dat [appellant] eigenaren van grondpercelen heeft benaderd en gesprekken met hen heeft gevoerd over de verkoop van hun grond, dat hij bijeenkomsten heeft georganiseerd met potentiële kopers van grond, dat hij informatie heeft verstrekt over bijvoorbeeld (ver)koopprijzen, notarissen, en tijdstip van verkoop en dat [appellant] voorbeelden van een koopovereenkomst heeft verstrekt. [appellanten] profileren zichzelf daarmee als grondhandelaar. Dit wordt ook bevestigd door stukken die partijen hebben overgelegd, zoals een geluidsopname en de verklaring van een notaris.
3.28.
Al met al is het hof van oordeel dat het belang van AvroTros hier zwaarder weegt dan het belang van [appellanten] De tekst op de website van AvroTros bij de verwijzing naar de uitzending is daarom niet onrechtmatig jegens [appellanten]
De mogelijkheid van schade van [appellanten] is aannemelijk
3.29.
Zoals uit het voorgaande volgt zal het hof voor recht verklaren dat AvroTros met de uitzending onrechtmatig tegenover [appellanten] heeft gehandeld, omdat AvroTros in de introductie van de uitzending op een misleidende manier een koppeling heeft gemaakt tussen frauduleuze grondhandel waarbij sprake was van strafbare feiten en de werkwijze van [appellanten] AvroTros moet daarom de schade vergoeden die [appellanten] als gevolg daarvan hebben geleden.
3.30.
De schadevergoeding van € 2.100.000,- die [appellanten] vorderen baseren zij op hun stelling dat de (inleiding en de rest van de) uitzending en de (op een website en social media van AvroTros geplaatste) teksten bij de vooraankondiging daarvan en bij de (terug)verwijzing daarnaar onrechtmatig zijn. Die stelling gaat niet op. Daarnaast heeft AvroTros het causale verband tussen de gestelde schade en het onrechtmatig handelen van AvroTros en de omvang van de gestelde schade gemotiveerd betwist.
3.31.
Het hof beschikt niet over voldoende gegevens om de schade te bepalen of over voldoende aanknopingspunten om de schade te schatten die [appellanten] hebben geleden als gevolg van de door het hof vastgestelde onrechtmatige gedraging. Het debat van partijen heeft zich hierop ook niet toegespitst. Wel is de mogelijkheid van schade aannemelijk. Deze schade zal daarom in een afzonderlijke procedure (de zogeheten schadestaat) moeten worden begroot. [1]
Buitengerechtelijke kosten
3.32.
Ook de vordering tot veroordeling van AvroTros tot betaling van € 2.934,- aan buitengerechtelijke kosten dient in de schadestaatprocedure aan de orde te komen. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet van toepassing op deze situatie, zodat de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn getoetst moet worden aan de eisen geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. Berekening volgens dit rapport vindt plaats volgens de staffel van het Besluit BIK. De hoogte van de mogelijke vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is volgens dit rapport afhankelijk van de hoogte van het toewijsbaar bedrag aan hoofdsom en rente, zodat het hof hierover nu geen beslissing kan nemen.
De conclusie
3.33.
Het hoger beroep slaagt deels. De vordering tot terugbetaling zal daarom worden toegewezen. Het hof ziet in de uitkomst van de zaak aanleiding om zowel de proceskosten in eerste aanleg als die van het hoger beroep te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3.34.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
vernietigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 7 juli 2021 en beslist:
4.2.
verklaart voor recht dat AvroTros met de uitzending van [datum] van het televisieprogramma Opgelicht?! onrechtmatig tegenover [appellanten] heeft gehandeld, omdat AvroTros in de introductie van de uitzending op een misleidende manier een koppeling heeft gemaakt tussen frauduleuze grondhandel waarbij sprake was van strafbare feiten en de werkwijze van [appellanten] en dat AvroTros ten opzichte van [appellanten] aansprakelijk is voor de schade die zij door dit onrechtmatig handelen hebben geleden;
4.3.
veroordeelt AvroTros om aan [appellanten] een schadevergoeding te betalen en bepaalt dat de schade in een procedure als bedoeld in artikel 612 Rv zal worden opgemaakt bij staat;
4.4.
veroordeelt AvroTros tot terugbetaling aan [appellanten] van alles wat [appellanten] op grond van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 7 juli 2021 aan [appellanten] heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betaling door [appellanten] tot aan de dag van terugbetaling;
4.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel van het hoger beroep als van de van de procedure bij de rechtbank;
4.6.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.7.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Willemse, R.E. Weening en M.P.M. Hennekens, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2023.

Voetnoten

1.HR 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1842