Uitspraak
in eerste aanleg: verweerster in de zaak 9837883,
verzoekster in de zaak 9912554,
1.1. Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak en de procedures bij de kantonrechter
3.3. Het oordeel van het hof
[we] het vermoeden [hebben] dat met name [functie1] [verweerder] de ontwikkelde fraudepatronen mogelijk heeft gedoogd of er medeplichtig aan is geweest”.
Samenvattend:
- Wat betreft de door [verweerder] op 15 december 2021 aangemaakte PO’s voor het bestellen van carepacks voor switches – die niet nodig waren omdat de switches in Amersfoort nieuw waren – is het hof met de kantonrechter van oordeel dat bij gebreke van een gebleken patroon van vreemde bestellingen, [verweerder] niet kan worden verweten dat hij [naam1] niet kritisch heeft ondervraagd over de noodzaak van deze bestelling. Er kan in de auditrapportage wel een patroon zijn geconstateerd in het handelen van [naam1] maar dat [verweerder] herhaaldelijk is geconfronteerd met PO’s die vragen hadden moeten oproepen, is onvoldoende gebleken. In dat verband is relevant dat [verweerder] heeft aangevoerd dat hij in 2,5 jaar tijd (sinds 2020) maximaal 15 PO’s heeft aangemaakt. Verder is van belang dat inkoop geen taak was van [verweerder] maar van zijn leidinggevende [naam1] . Het hof verwijst naar hetgeen de kantonrechter hierover heeft overwogen (4.11 van de beschikking) en neemt dit over;
- Wat betreft de gebeurtenis op 30 december 2021 – [verweerder] had op verzoek van [naam1] een PO aangemaakt voor het inschakelen van P&P IT-services maar er zijn nooit diensten geleverd – verwijt Dr. Oetker [verweerder] dat hij niet een meer kritische houding heeft aangenomen temeer omdat de applicatiesoftware SAP hem niet eigen was. Ook hierover is het hof echter van oordeel dat het [verweerder] , die toen nagenoeg volledig ziek thuis zat, niet kan worden verweten dat hij tegenover het verzoek van zijn leidinggevende om P&P IT-services in te schakelen, geen kritische vragen heeft gesteld. Voor dit incident geldt evenzeer dat de betrokkenheid van [verweerder] bij het aanmaken van PO’s beperkt is geweest en niet is komen vast te staan dat [verweerder] destijds een patroon van frauduleuze PO’s had moeten zien, net zo min als dat [verweerder] wist of kon weten dat P&P IT-services nooit diensten heeft verleend.