Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
2 De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met bijlage(n) ingekomen op 14 juli 2022;
- het verweerschrift namens de vrouw met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de vrouw van 6 april 2023 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de man van 6 april 2023 met bijlage(n).
3.De feiten
4.Het geschil
- het verzoek van de vrouw om partneralimentatie met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum van de bestreden beschikking af te wijzen, dan wel maximaal te bepalen op het bedrag dat de man de vrouw op basis van haar behoefte en haar behoeftigheid en de draagkracht van ieder en/of op basis daarvan gemaakte jusvergelijking, dient te voldoen;
- in het geval het hof beslist dat de man een partneralimentatie dient te voldoen, in redelijkheid een verlaging/afbouw tot nihil van deze bijdrage vast te stellen, die rekening houdt met de verdiencapaciteit van de vrouw en het moment dat de man de AOW-leeftijd bereikt (14 oktober 2028);
- de vrouw te veroordelen de sinds 25 mei 2022 teveel door de man aan haar betaalde partneralimentatie aan hem terug te betalen waarbij de man voor zover nodig het recht toekomt voor zover hij nog een onderhoudsverplichting jegens de vrouw heeft de teveel betaalde bedragen te verrekenen met de eventueel nog verschuldigde bedragen vanwege de lopende alimentatieverplichting.
5.De overwegingen voor de beslissing
“Na ontvangst van de nadere stukken, zal de rechtbank een nieuwe draagkrachtberekening en jusvergelijking maken en op grond van die berekeningen een eindbeslissing geven over het verzoek van de vrouw om partneralimentatie.”Hieruit blijkt duidelijk dat de bestreden beschikking géén eindbeslissing is of een deelbeschikking, maar een tussenbeschikking. Dit wordt bevestigd door het feit dat de rechtbank op 6 februari 2023 een eindbeschikking heeft gegeven betreffende de partneralimentatie vanaf 25 mei 2022.