ECLI:NL:GHARL:2023:3973

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
P23/61
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en verlenging van de terbeschikkingstelling van een ongewenst vreemdeling met schizofrenie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 17 januari 2023, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1971 en verblijvende in een FPC, had een aanvraag voor transmuraal verlof ingediend. Het hof oordeelde dat de eerdere stagnatie in het resocialisatietraject, veroorzaakt door de status van ongewenst vreemdeling, aanleiding gaf om de ontwikkelingen in het verloop van de maatregel op kortere termijn te toetsen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd. Het hof benadrukte dat pas sprake is van een terugkeer in de maatschappij bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, wat niet het geval is bij transmuraal verlof. De terbeschikkinggestelde heeft positieve stappen gezet in zijn resocialisatietraject, maar de kliniek heeft aangegeven dat de uitbreiding van verlofmogelijkheden stagneert door de houding van de IND. Het hof heeft de deskundige gehoord en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en raadsheren van het hof.

Uitspraak

TBS P23/61
Beslissing d.d. 26 april 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1971,
verblijvende in FPC [kliniek] te [plaats 1] , locatie [locatie] te [plaats 2] (
hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 17 januari 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 december 1994, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
- het verlengingsadvies van de kliniek van 4 november 2022, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 4 juli 2022 tot 3 oktober 2022;
- de vordering van de officier van justitie van 9 november 2022;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- het advies van Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) van 27 januari 2023;
- de verlofmachtiging van Divisie Individuele Zaken (DIZ) van 31 januari 2023;
- de akte hoger beroep van 31 januari 2023;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 29 maart 2023, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 4 oktober 2022 tot 9 januari 2023;
- twee na de zitting binnengekomen e-mailberichten van 17 april 2023 van drs. M. Bruggemann-Kluvers, inhoudende de verlofbewegingen van de terbeschikkinggestelde en een bericht van DIZ.
Het hof heeft ter zitting van 13 april 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. Boskma, advocaat te Alkmaar, en de advocaat-generaal mr. D.J. de Jong.
Het hof heeft ter zitting als deskundige gehoord drs. M. Bruggemann-Kluvers, GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij de kliniek.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde doet het heel goed in [locatie] , maar hij heeft zijn behandelplafond bereikt. Jaren geleden stond de terbeschikkinggestelde precies op hetzelfde punt. Er is weer sprake van een impasse. De kliniek heeft een aanvraag voor uitbreiding van het verlof gedaan, maar het is wachten op toestemming van de minister van Rechtsbescherming. Parallel aan deze zaak loopt er ook nog een vreemdelingenrechtelijke procedure bij de Immigratie- en Naturalisatie dienst (hierna: IND). Op 7 februari 2023 zou er in de vreemdelingenrechtprocedure een zitting bij de rechtbank zijn, maar deze is uitgesteld. Een nieuwe zittingsdatum is nog onbekend. De huidige situatie van de terbeschikkinggestelde moet verbeteren door hem stappen te laten zetten naar onbegeleid regioverlof. De inzet van het hoger beroep is dan ook dat er duidelijkheid moet komen over het verdere verloop van het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde. Het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) heeft op 27 januari 2023 positief geadviseerd op de aanvraag tot onbegeleid verlof. Op dit moment is het wachten op het standpunt van de minister voordat er verder gegaan kan worden. Het lijkt er echter op dat de minister de beslissing van de rechtbank in de vreemdelingenprocedure afwacht voordat hij met een beslissing komt. Het gaat de terbeschikkinggestelde er niet om of de maatregel met één of twee jaar wordt verlengd, maar of de terbeschikkinggestelde stappen kan zetten om zo de voortgang in zijn traject te kunnen houden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De problematiek van de terbeschikkinggestelde is nog onverminderd aanwezig, net als het recidivegevaar. Gelet hierop is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel en is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. De verwachting is dat het nog te volgen traject meer tijd in beslag neemt dan de tijd die resteert bij de verlenging met een jaar. Er is geen reden om vooruit te lopen op de aanvraag voor uitbreiding verlofmogelijkheden en de procedure bij de vreemdelingenkamer. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Bij vonnis van 8 december 1994 heeft de rechtbank Amsterdam aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd voor poging tot doodslag, meermalen gepleegd. Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis en recidivegevaar
De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met schizofrenie. Hij heeft last van hallucinaties, wanen en er is sprake van conceptuele desorganisatie. Hij heeft een matig ziektebesef en ziekte-inzicht ontbreekt volledig. Voorts is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken.
Met het huidig risicomanagement wordt het recidiverisico als laag ingeschat bij verblijf [afdeling] met begeleid verlof. Bij verblijf [afdeling] met onbegeleid verlof wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als laag tot matig. Zonder het huidige kader wordt het risico op fysiek gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde is in december 1994 ingegaan. Zijn behandeling heeft zich langdurig in een impasse bevonden omdat hij - in verband met zijn status van ongewenst vreemdeling - niet tot nauwelijks de mogelijkheid had te resocialiseren, hoewel hij klinisch gezien zijn behandelplafond had bereikt en hij vanuit gedragskundig oogpunt toe was aan het praktiseren van verloven. In 2019 heeft dit hof overwogen dat [locatie] bij uitstek de aangewezen plek was om de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde voort te zetten en vorm te geven. Overplaatsing naar [locatie] was echter problematisch omdat daarvoor transmuraal verlof is vereist. Na instemming van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming is er toch een verloftraject voor de terbeschikkinggestelde opgestart (vgl. ECLI:NL:GHARL:2020:1487) en is hij op 12 april 2020 overgeplaatst naar [locatie] . Daarmee is een einde gekomen aan de ontstane impasse.
De deskundige van de kliniek, psycholoog en hoofdbehandelaar M. Bruggemann-Kluvers, heeft op 17 januari 2023 ter terechtzitting van de rechtbank verklaard dat uitbreiding van de verloven stokt door de houding van de IND en dat daarom verloven buiten het terrein van de kliniek moeten worden begeleid. Bij onbegeleid verlof kan betrokkene worden opgepakt gezien zijn status. Zij heeft voorts verklaard dat het advies van de kliniek om de maatregel met twee jaar te verlengen heeft te maken met de hele procedure, omdat de kliniek niet kan kijken naar andere modaliteiten. Op inhoudelijke gronden zou de deskundige vervolgstappen willen bepleiten in het kader van de verzelfstandiging van de terbeschikkinggestelde. Hij functioneert stabiel met alle hulp en ondersteuning, de behandelrelatie is goed en hij werkt goed mee, aldus de deskundige
Op de terechtzitting van het hof van 13 april 2023 heeft de deskundige haar standpunt herhaald. Het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde verloopt goed. Hij heeft regionaal begeleid verlof en onbegeleid terreinverlof. De kliniek wenst echter het huidige verlofkader uit te breiden, zodat de terbeschikkinggestelde kan starten met onbegeleid regioverlof en er getoetst kan worden hoe hij daar mee omgaat. Binnen het transmuraal verlof kunnen ook nog een aantal stappen worden gezet op grond van het begeleid en onbegeleid verlof. Anderhalf jaar geleden heeft de kliniek ook verzocht om een uitbreiding van de verlofmogelijkheden, maar hiervoor is toen geen toestemming gekregen van de minister voor Rechtsbescherming. Op de nieuwe aanvraag voor onbegeleid verlof heeft het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) op 27 januari 2023 positief geadviseerd, maar de deskundige verwacht dat de minister voor Rechtsbescherming weer geen toestemming zal verlenen. Daarnaast loopt er ook nog een procedure bij de IND met betrekking tot de ongewenstverklaring van de terbeschikkinggestelde. Volgens de deskundige dreigt er weer een impasse te ontstaan in het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde. De kliniek handhaaft het advies om de maatregel met twee jaar te verlengen.
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde sinds zijn plaatsing in [locatie] een positieve ontwikkeling heeft laten zien en dat hij in de opbouw van zijn verloven grote stappen heeft gemaakt. De kliniek heeft binnen het kader van transmuraal verlof een aanvraag gedaan tot uitbreiding van de verlofmogelijkheden naar onbegeleid regioverlof. Het AVT heeft hier positief op geadviseerd. Zoals het hof al eerder heeft overwogen is pas sprake van een terugkeer in de maatschappij bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege(vgl. ECLI:NL:GHARL:2020:1487). Dat is niet het geval bij transmuraal verlof in het kader waarvan de voorliggende verlofaanvraag is gedaan. Gelet op de eerdere stagnatie in het resocialisatietraject vanwege de status van ongewenst vreemdeling van de terbeschikkinggestelde acht het hof het daarom in dit geval gewenst dat de ontwikkelingen in het verloop van de maatregel op kortere termijn worden getoetst, in het bijzonder de voortgang en de uitkomst van de lopende verlofaanvraag. Bij die toets kan tevens de voortgang en de uitkomst van de vreemdelingenrechtelijke procedure worden betrokken.
Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep vernietigen en de maatregel met een jaar verlengen.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Amsterdam van 17 januari 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[de terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes als voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en drs. P.K.J. Ronhaar en drs. D.M.L. Versteijnen als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 26 april 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.