Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten],
de Staat,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 24 maart 2023 met daarin de grieven;
- de schriftelijke conclusie van eis van 28 maart 2023;
- de memorie van antwoord van 11 april 2023;
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 26 april 2023 is gehouden. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben [appellanten] nog stukken in het geding gebracht. Beide partijen hebben pleitaantekeningen overgelegd.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
- intrekking van procedures en aanvragen bij de Staat (Instituut voor Mijnbouwschade Groningen, verder IMG) voor schade aan de boerderij;
- betaling van een vrij te besteden bedrag van € 150.000,- op humanitaire gronden aan [appellanten] ;
- verstrekking van een lening van € 500.000,- bedoeld voor aflossing van de hypotheek van de Rabobank, onder vestiging van een hypotheek op de woning ten behoeve van de Staat. De waterbron blijft buiten de hypotheek;
- gebruik van het versterkingsbudget voor aflossing van de hypotheek van de ING;
- sloop van de boerderij, na akkoord van de gemeente Eemsdelta. De kosten van de sloop worden voldaan uit het versterkingsbudget waarmee de rechten op versterking van de boerderij vervallen. De boerderij wordt uiterlijk op 1 mei 2022 aan de NCG opgeleverd. [appellant] mag er tot die tijd blijven wonen. De ondergrond van de boerderij blijft eigendom van [appellanten]