ECLI:NL:GHARL:2023:347

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
21-007067-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel met betrekking tot minderjarige in de vorm van seksuele exploitatie en wijziging tenlastelegging in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is beschuldigd van mensenhandel met betrekking tot een minderjarige, in de vorm van seksuele exploitatie. De tenlastelegging is in hoger beroep gewijzigd, waarbij de verdachte werd verweten dat hij de minderjarige [naam aangeefster], geboren op 18 juli 1997, heeft geworven en ertoe heeft aangezet zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen tegen betaling. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, terwijl hij in detentie zat, contact heeft onderhouden met de minderjarige en haar heeft aangemoedigd om in de prostitutie te werken. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en het tijdsverloop sinds de feiten. De vordering van de benadeelde partij, [naam aangeefster], tot schadevergoeding is gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof een bedrag van € 2.000,- voor immateriële schade heeft vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007067-17
Uitspraak d.d.: 17 januari 2023
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 19 december 2017 met parketnummer 05-780083-16 in de strafzaak tegen

[naam verdachte] ,

geboren op [geboortedatum verdachte] 1995 in [geboorteplaats verdachte] ,
wonende op het adres [adres verdachte] .

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 15 december 2021, 13 december 2022 en 17 januari 2023 (op welke dag het onderzoek is gesloten en dit arrest is uitgesproken) en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. J.T.E. Vis, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte voor mensenhandel ten aanzien van de minderjarige [naam aangeefster] (hierna: [naam aangeefster] ) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd. Daarnaast komt het hof tot een andere strafoplegging. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 8 december 2014 te Arnhem, althans in Nederland,
(lid 3 sub 1) tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
A. (prostitutie)
een ander , te weten [naam aangeefster] ( [naam aangeefster] ) (geboren op 18 juli 1997),
(sub 2) heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht, en/of gehuisvest en/of opgenomen (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam aangeefster] , terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(sub 5) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [naam aangeefster] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [naam aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
B. (prostitutie)
(sub 8) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [naam aangeefster] (roepnaam [naam aangeefster] ) met of voor een derde tegen betaling terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
immers heeft/hebben verdachte of (één van) de medeverdachte(n)
- [naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld en/of
- [naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto’s te maken van zichzelf en naar hem op te sturen en/of zelf seksueel/erotisch getinte foto’s van die [naam aangeefster] gemaakt en/of
- een aantal werknamen voor [naam aangeefster] aangemaakt waarmee zij als prostituee adverteerde en/of
- een of meerdere seksadvertenties gemaakt van die [naam aangeefster] en die seksadvertenties op diverse sekssites geplaatst en/of
- de seksadvertenties van [naam aangeefster] omhoog gebeld en/of
- die [naam aangeefster] in het bezit gesteld van een of meer klantentelefoons en/of
- de klantentelefoons van die [naam aangeefster] beheerd en/of
- [naam aangeefster] naar klanten gebracht en/of
- een woning aan de [adres medeverdachte 1] te Arnhem en/of [adres 2] te Arnhem gearrangeerd waar [naam aangeefster] kon verblijven en/of klanten ontvangen en/of
- het door [naam aangeefster] verdiende geld ingenomen en/of door [naam aangeefster] laten afdragen;
C. (webcamseks)
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2014 t/m 9 december 2014 te Arnhem, althans in Nederland,
(lid 3 sub 1) tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een ander, te weten [naam aangeefster] ( [naam aangeefster] ) (geboren op 18 juli 1997),
(sub 2) heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam aangeefster] , terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(sub 5) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [naam aangeefster] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [naam aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
immers heeft/hebben verdachte of (eén van) de medeverdachte(n)
- [naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, om webcamseks te verrichten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze – in geval van bewezenverklaring – in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging hof naar aanleiding van de wijziging tenlastelegging
Ten aanzien van de gewijzigde tenlastelegging overweegt het hof het volgende: in de tenlastelegging die de grondslag vormde voor het vonnis van de rechtbank, kwam de term webcamseks niet voor, terwijl daar wel over gesproken werd in WhatsApp-gesprekken, die zich in het dossier bevinden. Bij de verdediging leidde dat tot onduidelijkheid, omdat het voor de verdediging niet duidelijk was of de activiteiten met betrekking tot de webcamseks onder de reikwijdte vielen van de tenlastelegging. In verband daarmee werd door de verdediging bij de rechtbank aangevoerd dat de dagvaarding nietig was. Dat verweer werd verworpen door de rechtbank. Zowel de officier van justitie als de rechtbank gingen er (blijkens het requisitoir en het vonnis) vanuit dat de tenlastelegging inderdaad ook zag op de activiteiten met betrekking tot de webcamseks.
Om de onduidelijkheid (voor de verdediging) weg te nemen, vorderde de advocaat-generaal een wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 15 december 2021. Meende de verdediging in eerste aanleg nog dat onduidelijk was of de activiteiten met betrekking tot de webcamseks onder de tenlastelegging vielen, in hoger beroep was de verdediging kennelijk die mening niet meer toegedaan, omdat de verdediging meende dat door de wijziging van de tenlastelegging (tevens) een ander feit werd tenlastegelegd.
Zoals uit het proces-verbaal van de zitting van 15 december 2021 blijkt, was het hof het niet eens met de visie van de verdediging en stond het de wijziging toe. Kern van het verwijt dat de verdachte werd en wordt gemaakt was en is immers dat hij in de ten laste gelegde periode het oogmerk had op de seksuele exploitatie van de minderjarige [naam aangeefster] , dat hij haar ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen tegen betaling en dat hij daarvan heeft geprofiteerd. Naar het oordeel van het hof hoeft niet elk aspect van de seksuele exploitatie zoals die uit het dossier blijkt, in de tenlastelegging te worden opgenomen, maar voor de duidelijkheid in deze zaak was het wel beter geweest als ten aanzien van het sekswerk in de feitelijke uitwerking niet alleen de prostitutie was genoemd, maar ook de webcamseks.
Om de onduidelijkheid weg te nemen was overigens de uitgebreide wijziging (waarbij de prostitutie en de webcamseks uit elkaar werden gehaald) niet nodig geweest. Die duidelijkheid had reeds bereikt kunnen worden door te stellen dat de tenlastelegging ook zag op de webcamseks (zoals de officier van justitie en de rechtbank hebben gedaan), dan wel door een beperkte wijziging van de tenlastelegging te vorderen, inhoudende dat bij de feitelijke uitwerking één gedachtestreepje werd toegevoegd met de tekst (dat verdachte) [naam aangeefster] (heeft) opgedragen, althans gevraagd, om webcamseks te verrichten.

Standpunten met betrekking tot de bewijsvraag

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de bewezenverklaring kan worden overgenomen. Die komt er – kort gezegd – op neer dat de verklaring van [naam aangeefster] voldoende betrouwbaar is omdat die verklaring op essentiële punten steun vindt in andere bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van getuigen, telefoongegevens en WhatsApp-gesprekken.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is primair opgemerkt dat de verklaringen van [naam aangeefster] als onvoldoende waarheidsgetrouw moeten worden aangemerkt. De verdediging heeft daarvoor diverse punten uit haar verklaringen aangedragen die onjuist of inconsistent zouden zijn en op basis waarvan getwijfeld moet worden aan de gehele inhoud van haar verklaringen, in ieder geval voor zover het gaat om de betrokkenheid van verdachte. De verdediging heeft hieraan tevens voorwaardelijke verzoeken gekoppeld, die hieronder nader zullen worden besproken. Voorts is aangevoerd dat op basis van het dossier niet buiten redelijke twijfel is vast te stellen dat verdachte een bijdrage heeft geleverd aan het in de prostitutie geraken van [naam aangeefster] en evenmin dat hij eraan heeft bijgedragen dat [naam aangeefster] webcamsekswerk is gaan (willen) doen. Daartoe is onder meer betwist dat verdachte een mobiele telefoon tot zijn beschikking had in de JJI Amsterbaken en dat niet buiten redelijke twijfel te bewijzen is dat [naam aangeefster] tot webcamsekswerk is aangezet. Tot slot is aangevoerd dat voor zover er enige handeling van verdachte uit de bewijsmiddelen volgt, deze van onvoldoende gewicht is om ten aanzien van de onderscheiden onderdelen van de tenlastelegging de conclusie te rechtvaardigen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.

De waarheidsgetrouwheid van de verklaring van [naam aangeefster]

Het hof stelt voorop dat in zijn algemeenheid, maar zeker in mensenhandelzaken, zorgvuldig en behoedzaam moet worden omgegaan met verklaringen van getuigen in strafzaken. De betrouwbaarheid van belastende verklaringen van vermeende slachtoffers in mensenhandelzaken kan immers onder druk staan vanwege bijvoorbeeld wraakgevoelens. Ook kan de betrouwbaarheid van ontlastende verklaringen van vermeende slachtoffers negatief beïnvloed zijn door angst, gevoelens van loyaliteit of vanwege het hanteren van andere normen en waarden dan die welke ten grondslag liggen aan de strafwetgeving over mensenhandel.
De verklaringen van aangeefster dienen te worden beoordeeld op de mate van consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen op onderdelen inconsistenties of zelfs tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet onbetrouwbaar. Verschillen tussen haar verklaringen kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt zijn door de feilbaarheid van het menselijk geheugen, als gevolg van tijdsverloop of teweeggebracht zijn onder invloed van emoties en ontstaan zijn door het delict. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken, de wijze waarop deze zijn afgelegd en de mate waarin deze bevestigd worden door ander bewijsmateriaal.
Anders dan de verdediging acht het hof acht de verklaringen van aangeefster bruikbaar voor het bewijs. Het hof overweegt daartoe dat aangeefster van het begin af aan heeft verklaard, steeds gedetailleerder is gaan verklaren en dat haar verklaringen op voor de tenlastelegging belangrijke onderdelen telkens bevestiging hebben gevonden in de overige resultaten van het onderzoek, terwijl (de meeste van) die resultaten zijn verkregen, nadat aangeefster haar verklaringen heeft afgelegd. Het hof stelt daarbij bovendien vast dat aangeefster in haar diverse verklaringen over de prostitutiewerkzaamheden en wat daarmee samenhing – waaronder de aanloop daar naartoe en de uitvoering daarvan – in de kern consistent heeft verklaard. Ook verklaarde aangeefster controleerbaar; zij noemde namen en plaatsen aan de hand waarvan nader onder onderzoek gedaan kon worden en haar verklaringen gecontroleerd konden worden. Dat maakt dat het hof de verklaringen van aangeefster (in ieder geval voor dat deel) wel betrouwbaar acht. Hetgeen de verdediging daarover heeft opgemerkt met betrekking tot haar verklaringen brengt het hof niet tot een ander oordeel over de totale indruk die de verklaringen van aangeefster maken. Voor uitsluiting van enigerlei verklaring van [naam aangeefster] voor het bewijs ziet het hof dan ook geen aanleiding. Bij dit oordeel over de betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam aangeefster] heeft het hof tevens de inhoud van de hieronder opgenomen bewijsmiddelen meegenomen. Voordat het hof overgaat tot de bespreking van de overig gevoerde verweren, zal het hof de gebezigde bewijsmiddelen weergeven. Daarbij geldt dat het hof van oordeel is dat een deel van het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de hieronder gebezigde bewijsmiddelen. Het hof heeft ook overigens geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Bewijsmiddelen

De hierna te noemen wettige bewijsmiddelen betreffen – tenzij anders vermeld – bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van de politie Oost-Nederland, genaamd RIJN – 07VRP14015, BVH-nr. 2014209526, opgemaakt door [naam verbalisant 1] , brigadier van politie Oost-Nederland, gesloten en getekend op 24 augustus 2016, genummerd pagina’s 1 tot en met 3.505, bestaande uit zeven ordners.
Daar waar hierna in de bewijsmiddelen wordt gesproken over ' [naam verdachte] ', ' [naam verdachte] ', ' [naam verdachte] ' of ' [naam verdachte] ' begrijpt het hof telkens uit de context of in samenhang met de overige bewijsmiddelen: verdachte [naam verdachte] (hierna: [naam verdachte] ). Daar waar hierna in de bewijsmiddelen wordt gesproken over ' [naam medeverdachte 1] ', ' [naam medeverdachte 1] ' of ' [naam medeverdachte 1] ' begrijpt het hof telkens uit de context of in samenhang met de overige bewijsmiddelen: verdachte [naam medeverdachte 1] (hierna: [naam medeverdachte 1] ). Daar waar hierna in de bewijsmiddelen wordt gesproken over ' [naam aangeefster] ', ' [naam aangeefster] ', ' [naam aangeefster] ' of ' [naam aangeefster] ' begrijpt het hof telkens uit de context of in samenhang met de overige bewijsmiddelen: aangeefster [naam aangeefster] .
De verklaringen van aangeefster [naam aangeefster]:
1. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 85-93, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisanten over een gesprek met [naam aangeefster] op 16 december 2014:

op pagina 85:

Wij verbalisanten hadden op 16 december 2014 een gesprek met [naam aangeefster] , geboren op 18 juli 1997.

op pagina 86:

[naam aangeefster] vertelde dat iedereen haar kende als [naam aangeefster] .
Via [naam verdachte] en [naam betrokkene 1] kent ze een meisje dat prostituees helpt. [naam aangeefster] schreef de naam ’ [naam medeverdachte 1] ’ op. Bij [naam medeverdachte 1] komt een prostituee genaamd [naam betrokkene 2] of [naam betrokkene 2] .

op pagina 87:

[naam aangeefster] heeft [naam medeverdachte 1] in de herfst
(het hof begrijpt uit de context van het bewijsmiddel: in 2014)ontmoet. Ze is meegegaan naar haar huis in de buurt van de Steenstraat, in de Spijkerbuurt
(het hof begrijpt uit de context van het bewijsmiddel: in Arnhem), en daar hebben ze een beetje met elkaar gepraat.
[naam medeverdachte 1] had haar gezegd er geen politie bij te halen omdat [naam medeverdachte 1] dan straf kon krijgen omdat [naam aangeefster] minderjarig was. [naam medeverdachte 1] vertelde haar dat ze hier al eerder straf voor had gehad. [naam medeverdachte 1] helpt prostituees en heeft in de herfst foto’s van [naam aangeefster] gemaakt. [naam medeverdachte 1] nam de telefoon aan voor de prostitutieafspraken.
[naam aangeefster] heeft gezien dat [naam betrokkene 2] in het huis van [naam medeverdachte 1] werkte. Als [naam betrokkene 2] een klant ontving, ging [naam aangeefster] even naar buiten naar een soort balkon. [naam betrokkene 2] nam eerst het geld aan, daarna ging ze praten met de klant en daarna hadden ze seks. Dit speelde zich af in de herfst van 2014.
[naam aangeefster] ging dit ook doen. Ze maakte afspraken met [naam medeverdachte 1] over de verdeling van het geld. [naam medeverdachte 1] kreeg 20% omdat het haar huis was en ze de foto’s maakte. De foto’s die [naam medeverdachte 1] van [naam aangeefster] maakte werden bij [naam medeverdachte 1] thuis gemaakt. [naam betrokkene 2] was hierbij aanwezig.
[naam medeverdachte 1] heeft twee advertenties gemaakt voor [naam aangeefster] . De advertentietekst werd door [naam medeverdachte 1] gemaakt.
[naam medeverdachte 1] wist hoe oud [naam aangeefster] was via de jongens
(het hof begrijpt: via verdachte [naam verdachte] , [naam betrokkene 3] en/of [naam betrokkene 1] ). [naam medeverdachte 1] waarschuwde [naam aangeefster] ook omdat ze minderjarig was en zei dat ze hier straf voor kon krijgen.
2. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina 94, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant over een gesprek met [naam aangeefster] op 17 december 2014:
Op 17 december 2014 had ik telefonisch contact met [naam aangeefster] . Ze vertelde dat [naam verdachte] in Amsterdam in de gevangenis zit en in het bezit is van een mobiele telefoon. Onder meer via telefonisch contact spoorde [naam verdachte] haar aan om in de prostitutie te gaan werken en dat via [naam medeverdachte 1] te gaan doen. [naam verdachte] was een bijnaam. Zijn echte naam wist [naam aangeefster] niet, maar [naam verdachte] is een broer van [naam betrokkene 1] .
3. een
proces-verbaal van aangifte, als bijlage op pagina’s 95-105, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster] op 19 januari 2015:

op pagina 100:

Ik doe aangifte van dwang tot prostitutie.

op pagina 101:

[naam betrokkene 1] stelde mij op een gegeven moment voor aan zijn broer. Die heet [naam verdachte] en noemt zichzelf [naam verdachte] . Dan zou hij ook [naam verdachte] met zijn achternaam heten. Op een gegeven moment ging [naam verdachte] naar de gevangenis maar bleef hij contact met mij houden via zijn telefoon. Op een gegeven moment praatte hij veel tegen mij via de app. Hij deed alsof wij een relatie hadden. Hij zei dat hij geld nodig had en vroeg of ik iets voor hem wilde doen. Met zijn neef was ik toen bij [naam medeverdachte 1] . [naam medeverdachte 1] kon er wel voor zorgen dat ik dat geld voor hem kon verdienen. Haar achternaam is [naam medeverdachte 1] . [naam medeverdachte 1] heeft het mij uitgelegd en op mij ingepraat dat het wel normaal was
(het hof begrijpt uit de context van het bewijsmiddel: het werken in de prostitutie). Er werkte ook een ander meisje voor [naam medeverdachte 1] . Dat meisje stelde zich aan mij voor als [naam betrokkene 2] , haar echte voornaam is [naam betrokkene 2] . Ik weet geen achternaam. Ze hebben op mij ingepraat om als prostituee te gaan werken en vanaf dat moment regelde [naam medeverdachte 1] dingen voor mij. Ik kreeg ook een hoerentelefoon. [naam medeverdachte 1] nam de telefoon aan en zorgde dat er mensen kwamen. Ze maakte foto’s van mij en zette deze op het internet. Als ik een klant had gehad dan ging een deel naar [naam medeverdachte 1] en naar [naam verdachte] . Ik hield daar niets aan over. Ik gaf het geld aan [naam betrokkene 1] en hij gaf het geld aan zijn broer [naam verdachte] . Zo ging dat een tijdje door.
[naam verdachte] zei tegen mij dat hij wel meerdere meisjes zou willen hebben. Hij zei dat als hij vrij zou zijn en er andere meisjes voor hem zouden werken, ik ermee zou kunnen stoppen. Wij zouden dan volgens hem samen een normaal leven krijgen.

op pagina 102:

[naam medeverdachte 1] heeft mij altijd duidelijk laten weten dat ze niks van problemen met de politie wilde. Ze vertelde mij dat als ik haar zou noemen bij de politie, dat ik dan een probleem met haar zou hebben.
Op een gegeven moment vroeg [naam verdachte] aan mij om seksueel getinte foto’s. Ik heb die op zijn aandringen naar hem gestuurd. Ik stuurde ook wel eens foto’s van mij die [naam medeverdachte 1] had gemaakt. Hij reageerde dan dat hij die al had en dat verbaasde mij. Ik dacht dat [naam medeverdachte 1] die alleen maar gebruikte voor de seksadvertenties.
[naam medeverdachte 1] heeft een keer foto’s van mij en [naam betrokkene 2] gemaakt waarop wij beiden bloot in beeld waren. [naam verdachte] heeft met gegevens van een ander meisje een profiel op een webcamsekssite gemaakt. Hij wilde dat ik dat profiel zou gaan gebruiken. Toen [naam verdachte] mij dit vroeg, zat hij vast in de gevangenis in Amsterdam, zo vertelde hij mij.
Er kwamen klanten bij [naam medeverdachte 1] thuis. Dat waren klanten voor mij en [naam betrokkene 2] . [naam medeverdachte 1] ging dan even naar buiten. Ik moest haar weer bellen als die mensen weg waren. [naam medeverdachte 1] woonde dichtbij de stad. De [adres medeverdachte 1] nog iets, het was een zijstraat van de Steenstraat
(het hof begrijpt uit de context van het bewijsmiddel: in Arnhem).
4. een
proces-verbaal van verhoor aangever, als bijlage op pagina’s 106-127, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster] op 20 januari 2015:

op pagina 112:

Ik werd op een gegeven moment gebeld door een nummer dat ik niet kende. In de app zei diegene dat hij de broer van [naam betrokkene 1] was. Ik heb dit bij [naam betrokkene 1] nagevraagd en die zei dat het zijn broer was
(het hof begrijpt: verdachte [naam verdachte] ).

op pagina 113:

Vraag verbalisanten: hoe gaat dat verder
(het hof begrijpt: in de communicatie tussen aangeefster en verdachte [naam verdachte] )?
Antwoord aangeefster: Het waren meer standaardgesprekken. Op een gegeven moment leerde ik hem beter kennen. We hebben ook met elkaar gebeld. Hij had altijd hetzelfde nummer. Soms belde hij met een vast nummer. Dat was toen hij in de gevangenis zat. Ik kon in het display van mijn telefoon zien dat het een nummer uit Amsterdam was. Ik zag hem als mijn vriend en dat kwam omdat hij zo op mij aan het inpraten was. Hij belde mij vaak en deed dan heel lief. Ik trapte daar in. Hij zei dat hij mij als zijn vrouw wilde.
Vraag verbalisanten: je verklaarde dat hij op een gegeven moment zei dat hij geld nodig had en dat hij vroeg of jij iets voor hem wilde doen. Waarvoor had hij geld nodig?
Antwoord aangeefster: hij had geld nodig voor drugs en zijn leven. Hij had een dochtertje en daarvoor had hij ook geld nodig. Hij zei ook dat we dat geld zouden sparen voor later.

op pagina 114:

Vraag verbalisanten: hoe werd jou duidelijk wat jij moest doen?
Antwoord aangeefster: hij vroeg of ik hem wilde helpen. Hij zei dat ik naar het huis van [naam medeverdachte 1] moest gaan en dat zijn neef daar was. Pas toen ik bij [naam medeverdachte 1] kwam, werd mij duidelijk dat in de prostitutie moest gaan werken. Nadat ik bij [naam medeverdachte 1] was geweest heb ik nog contact met [naam verdachte] gehad. [naam verdachte] wist dat ik 17 jaar oud ben. Dat heb ik hem aan het begin verteld. Ik heb meerdere keren geld gegeven aan [naam betrokkene 1] en twee neven waarvan ik de naam niet weet.

op pagina 115:

Vraag verbalisanten: hoe ben je met [naam medeverdachte 1] in contact gekomen?
Antwoord aangeefster: [naam verdachte] had met neef 1
(het hof begrijpt uit de processen-verbaal op pagina’s 595-596 en 597-617 in het dossier: [naam betrokkene 3] )afgesproken dat ik [naam medeverdachte 1] zou ontmoeten. Ik was ervan op de hoogte. Ik was op een gegeven moment in de stad toen ik door [naam medeverdachte 1] werd gebeld. Zij zei dat ik naar haar toe moest komen. Ik ben er diezelfde dag heengegaan. Ik denk dat het eind september, begin oktober 2014 is geweest.

op pagina 116:

[naam medeverdachte 1] stond buiten op mij te wachten. We zijn naar binnen gegaan. Neef 1 was daar binnen.
Vraag verbalisanten: wat hebben jullie toen besproken?
Antwoord aangeefster: Dat ik in de prostitutie zou gaan werken en dat ik de volgende dag weer bij haar zou komen. [naam verdachte] had geld nodig. [naam medeverdachte 1] begon te praten over de prostitutie. Ik weet dat ik na het gesprek door [naam medeverdachte 1] ben overtuigd om in de prostitutie te gaan werken. Ik had eerst nog twijfels. Zij nam mijn twijfels weg en praatte op mij in. Neef 1 stond erachter dat ik in de prostitutie zou gaan werken. Hij heeft later geld dat ik had verdiend met de prostitutie van mij in ontvangst genomen. Dit geld heeft hij later naar [naam verdachte] gebracht. [naam verdachte] heeft tegen mij gezegd dat ik mijn geld moest afgeven, zodat die neef het naar hem toe kon brengen. De volgende dag ben ik weer naar [naam medeverdachte 1] gegaan. [naam betrokkene 2] was er ook. Het was een soort inwerken. Ik zag hoe [naam medeverdachte 1] de telefoon aannam en deed alsof zij de prostituee was. Ik stond op een soort van balkon om te horen hoe [naam betrokkene 2] klanten ontving. Ik moest soort van afluisteren hoe zij een klant ontving. De dag erna had [naam medeverdachte 1] een werktelefoon geregeld, foto’s van mij gemaakt en een advertentie gezet. Vanaf die dag was ik een prostituee. Die werktelefoon is bij de politie. Het is een witte telefoon. Als ik bij [naam medeverdachte 1] was, nam zij de telefoon aan. Ik nam de telefoon ook wel eens aan. Mijn ouders hebben hem ontdekt, toen had ik de telefoon mee naar huis. Ik had de telefoon niet vaak mee naar huis.

op pagina 117:

[naam medeverdachte 1] maakte foto’s van mij in lingerie en naakt. Alleen [naam medeverdachte 1] was daarbij. Er zijn ook foto’s gemaakt van mij en [naam betrokkene 2] samen. De foto’s zijn allemaal bij [naam medeverdachte 1] thuis gemaakt op drie verschillende momenten. [naam medeverdachte 1] gaf mij instructies voor het poseren. [naam medeverdachte 1] maakte de advertenties. Ze vroeg alleen aan mij wat ik niet wilde doen. Een gedeelte van de verdiensten was voor [naam verdachte] en een gedeelte voor [naam medeverdachte 1] . [naam verdachte] kreeg meer dan [naam medeverdachte 1] . Ik kreeg niks. Ik vond dat niet erg want ik geloofde [naam verdachte] . Hij zou dit geld bewaren voor ons samen voor later. Een deel van het geld dat ik ontving gaf ik direct aan [naam medeverdachte 1] . Het andere gedeelte gaf ik aan neef 1, neef 2 of [naam betrokkene 1] . Zij zorgden dat het bij [naam verdachte] terechtkwam. Het kwam ook wel voor dat ik al het geld aan [naam medeverdachte 1] gaf en dat vervolgens via neef 1 een gedeelte bij [naam verdachte] kwam. [naam medeverdachte 1] maakte de prijsafspraken. De afspraken vonden bij [naam medeverdachte 1] plaats. Haar woning was een woonkamer met daaraan vast een slaapkamer. Het is de [adres medeverdachte 1]
(het hof begrijpt: in Arnhem).

op pagina 118:

[naam medeverdachte 1] verzon de namen voor de advertenties. Daarbij werd eerst de naam [naam aangeefster] en later [naam aangeefster] gebruikt. In de advertentie werd in ieder geval de leeftijd 18+ gezet. Als een klant naar mijn leeftijd vroeg, moest ik van [naam medeverdachte 1] zeggen dat ik 21 jaar was. [naam medeverdachte 1] wist vanaf de eerste dag dat ik 17 was. Ik heb het haar ook zelf verteld. Ze zei dat ze geen problemen door mij wilde krijgen en dat als ze die toch kreeg, ik een probleem met haar had. Ze vertelde dat er al eerder iets met meisjes onder de 18 was en dat ze daar toen straf voor had gekregen. [naam medeverdachte 1] gaf mij condooms.
Vraag verbalisanten: wist [naam medeverdachte 1] dat jij niet een gedeelte van het geld zelf hield?
Antwoord aangeefster: (…) Ze zei wel een keer tegen mij dat ik een andere vriend moest zoeken als hij gemeen deed tegen mij en dat ik het geld dan zelf moest houden. Ze zei dat hij zich dan maar in zijn kont moest laten neuken in de gevangenis en dat hij er dan zelf maar geld mee moest verdienen. Ik weet niet meer hoeveel klanten ik heb gehad via [naam medeverdachte 1] . In de week dat ik haar voor het eerst ontmoette had ik mijn eerste klanten, tot aan de week dat ik haar voor het laatst gezien heb en dat was in de week van 28 of 29 november 2014.
5. een
proces-verbaal van verhoor aangever, als bijlage op pagina’s 128-146, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster] op 23 februari 2015:

op pagina 134:

Mijn privételefoonnummer was 06- [privénummer aangeefster] . Het nummer van de hoerentelefoon weet ik niet.
6. een
proces-verbaal van verhoor getuigebij het kabinet rechter-commissaris in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 28 november 2016, bestaande uit 25 pagina’s, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
verklaring van [naam aangeefster] op 28 november 2016:

op pagina 8:

Ik had voor het eerst seks met een klant in het huis van [naam medeverdachte 1] . Ik had het nummer van [naam medeverdachte 1] van iemand gekregen. Ik heb haar gebeld. Ik moest aan geld komen voor een jongen. Hij had mij eerst naar zijn neef gestuurd. Met die neef kon ik niet goed overweg. Het botste steeds. Die neef kende [naam medeverdachte 1] . Hij heeft mij in de prostitutie geholpen. Ik stond onder druk. Die jongen wilde geld van mij.
Vraag: hoezo kon hij geld van u vragen?
Antwoord aangeefster: het was een soort vriendje. Op dat moment dacht ik dat hij mijn vriend was. Die jongen zat in de gevangenis. Hij had stiekem een telefoon in zijn cel. Zo sprak hij mij. De jongen was [naam verdachte] . Hij had geld nodig in de gevangenis en hij zette me aan om in de prostitutie te gaan werken.

op pagina 9:

Vraag: hoe zette [naam verdachte] u aan?
Antwoord aangeefster: Of ik iets voor hem kon doen. Of ik naar zijn neef kon gaan. Of ik iets kon regelen voor geld. Zijn neef kwam met het voorstel om in de prostitutie te gaan werken. Ik wilde dat niet. Het voelde niet goed, maar ik heb uiteindelijk ja gezegd, maar dat wilde ik niet. [naam verdachte] stelde al voor om in de prostitutie te gaan werken. Ik heb toen gezegd dat het niets voor mij was. Daarna moest ik naar die neef toe. Toen kwam het weer aan de orde. Bij [naam medeverdachte 1] gingen we over tot actie. Daarvoor hadden we er al over gesproken.

Op pagina 14:

Die neef zou me in eerste instantie helpen. Ik heb eerst ja gezegd, maar daarna wilde ik niet meer. [naam medeverdachte 1] heeft het toen van de neef overgenomen.

Op pagina 18:

Ik ben met [naam medeverdachte 1] gaan samenwerken
[naam verdachte] wilde dat ik op eigen benen ging staan. [naam medeverdachte 1] kreeg ook een deel van het geld dat ik verdiende. Als ik voor me zelf ging werken dan hoefde ik het geld niet meer aan [naam medeverdachte 1] af te staan en kon ik alles aan [naam verdachte] geven.

Op pagina 19:

[naam medeverdachte 1] heeft het van neef 1 overgenomen. Ik had toen al het besluit genomen om in de prostitutie te gaan werken. [naam medeverdachte 1] heeft mijn nare gevoel weggenomen. Ik had nog wel twijfels.

Op pagina 20:

Toen ik bij [naam medeverdachte 1] thuis kwam is het definitief geworden. Toen ben ik er ook mee begonnen.
De ondersteunende bewijsmiddelen:
7. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 398-401, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 398:

Het telefoonnummer 020-6068810
(het hof begrijpt hierna telkens: het nummer van de JJI ’’Amsterbaken’’)was verbonden aan de justitiële jeugdinrichting ’’Amsterbaken’’, Transformatorweg 6, 1014 AK in Amsterdam.

op pagina 399:

Er is een onderzoek ingesteld naar de informatie afkomstig uit de mobiele telefoon die eigendom is van aangeefster [naam aangeefster] . Op de call log is het telefoonnummer 31206068810 éénmaal te zien, namelijk op 20-11-2014 om 14:47:07 uur – duur 00:24:24 – inkomend.
Uit de historische printgegevens van telefoonnummer [privénummer aangeefster]
(het hof begrijpt hierna telkens: het nummer dat aangeefster [naam aangeefster] privé gebruikte)blijkt van de volgende contacten met het nummer 31206068810:
Inkomend gesprek [privénummer aangeefster] d.d. 18-10-2014 14:28:52 uur / duur 120 seconden / met 31206068810 Transformatorweg 6, 1014 AK Amsterdam.
Uitgaand gesprek [privénummer aangeefster] d.d. 07-11-2014 07:57:48 uur / duur 113 seconden / met 31206068810 Transformatorweg 6, 1014 AK Amsterdam.
Inkomend gesprek [privénummer aangeefster] d.d. 20-11-2014 14:47:29 uur / duur 1465 seconden / met 31206068810 Transformatorweg 6, 1014 AK Amsterdam.
Opvallend is dat op 18-10-2014 om 14:28:43 uur door [privénummer aangeefster] eerst was uitgebeld naar het nummer [mobiele nummer verdachte] , duur 2 seconden. Het telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] staat op naam van [naam ex-vriendin verdachte] , [adres ex-vriendin verdachte] in Arnhem (ex-vriendin van [naam verdachte] ).
Dit gebeurde ook op 20-11-2014 om 14:43:56 uur, duur 5 seconden.
Op een specificatie gebruikskosten van de telefoonrekening van het abonnement van [naam aangeefster] met het nummer [privénummer aangeefster] is te zien dat er op 07-11-2014 om 07:57 uur contact is geweest met het nummer 31206068810, duur 2 minuten.

op pagina 400:

De historische detentiegegevens van [naam verdachte] werden opgevraagd via de Dienst Justitiële Inrichtingen. Hieruit bleek dat hij in de periode 09-10-2013 tot 05-02-2015 verbleef in de justitiële jeugdinrichting ’’Amsterbaken’’, Transformatorweg 6, 1014 AK in Amsterdam. Op de dagen dat er contact was tussen het mobiele telefoonnummer van [naam aangeefster] en het vaste telefoonnummer van ’’Amsterbaken’’ was [naam verdachte] niet met verlof.
8. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 329-331, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisanten:

op pagina 329:

Op 11 december 2014 waren wij in de woning aan de [adres ex-vriendin verdachte] in Arnhem, waar wij spraken met [naam ex-vriendin verdachte] . [naam aangeefster] had opvallend vaak contact met het telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] , welk nummer op naam stond van [naam ex-vriendin verdachte] , [adres ex-vriendin verdachte] in Arnhem.
Na overleg werd besloten dat ik, verbalisant [naam verbalisant 2] , dit telefoonnummer zou gaan bellen. Op 10 december 2014 omstreeks 17:00 uur belde ik het nummer. Opvallend was dat ik toen een man aan de lijn kreeg. Ik vroeg naar [naam ex-vriendin verdachte] . De man gaf aan dat zij er momenteel niet was. De man wilde niet vertellen wie hij was.

op pagina 330:

Ongeveer 15 minuten later werd ik gebeld door telefoonnummer 06- [mobiele nummer ex-vriendin verdachte] . Dit bleek [naam ex-vriendin verdachte] te zijn. Ik vertelde haar dat wij op zoek waren naar [naam aangeefster] die erg vaak contact heeft met het nummer [mobiele nummer verdachte] , dat op naam van [naam ex-vriendin verdachte] staat. Zij gaf meteen aan dat dit haar telefoon is. De volgende dag verrichtte ik onderzoek naar de relaties en gezinssamenstelling van [naam ex-vriendin verdachte] . Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt dat de vader van het kind van [naam ex-vriendin verdachte] betreft: [naam verdachte] .
Op 11 december 2014 zijn wij naar de woning aan de [adres ex-vriendin verdachte] in Arnhem gegaan. [naam ex-vriendin verdachte] vertelde dat ze [naam aangeefster] kende als [naam aangeefster] en dat ze het een vreemd meisje vond omdat zij altijd erg klef deed tegen [naam verdachte] , terwijl zij wist dat hij nog in een soort van relatie met [naam ex-vriendin verdachte] zat. Zij vertelde dat het telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] bij haar en [naam verdachte] in gebruik is. Op de vraag waar het nummer nu is, vertelde zij dat de telefoon nu bij [naam verdachte] in de gevangenis is en dat hij hem daar altijd gebruikt.
9. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 332-333, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisanten:

op pagina 332:

Naar aanleiding van het gesprek met [naam ex-vriendin verdachte] op 11 december 2014 hebben wij op 15 december 2014 wederom een gesprek gevoerd met [naam ex-vriendin verdachte] . Zij vertelde het volgende:
- zij had het telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] laten afsluiten;
- [naam verdachte] was hier niet blij mee omdat hij nu niet meer zou kunnen bellen.
10. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 589-590, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisanten:

op pagina 590:

[naam medeverdachte 1] gaf mij haar telefoonnummer 06- [mobiele nummer 1 medeverdachte 1] .
11. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 3.472-3.473, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 3.472:

Onderzoek aan de telefoon van [naam aangeefster] , nummer 06- [privénummer aangeefster] , laat zien dat de volgende sms-berichten zijn verstuurd en ontvangen op 24 november 2014 tussen 16:35 uur en 18:14 uur.
Om 16:35:54 uur wordt een sms-bericht verstuurd naar [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] [naam medeverdachte 1] met de tekst: ''Ik ben klaar''.
Om 16:39:39 uur wordt een sms-bericht ontvangen van een gemiste oproep van [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] .

op pagina 3.473:

Om 18:14:07 uur wordt een sms-bericht ontvangen van [mobiele nummer 1 medeverdachte 1] [naam medeverdachte 1] II met de tekst ''Bel me op deze als je klaar bent''.
Om 19:41 uur wordt met de telefoon van [naam aangeefster] gebeld naar het telefoonnummer [mobiele nummer 1 medeverdachte 1] .
De namen [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 1] II komen uit de contactenlijst van de telefoon van [naam aangeefster] .
12. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op p. 334-356, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 334:

Ik heb de telefoonrekeningen van het telefoonnummer 06- [privénummer aangeefster] in gebruik bij [naam aangeefster] bestudeerd. Dit betreft de periode mei 2014 tot en met december 2014. In deze rekeningen zijn belcontacten, sms-contacten en de verbruikte MB’s te zien die vanuit 06- [privénummer aangeefster] zijn aangegaan. De rekeningen van mei 2014 tot september 2014 zijn vrij constant in gebruikskosten en hebben praktische eenzelfde gebruik in telefoonnummers. Tevens heb ik de historische belgegevens van 06- [privénummer aangeefster] bestudeerd. Hier staan onder andere de inkomende en de uitgaande belgegevens, alsmede de gebruikers daarvan in.
Naast de verhoogde gebruikskosten in de periode na 1 oktober 2014, viel mij het volgende op:
Vanaf de datum 1 oktober 2014 tot en met 10 december 2014 is er veelvuldig contact (bel en sms) geweest tussen het nummer 06- [privénummer aangeefster] en:
06- [mobiele nummer betrokkene 3] : 115 maal, eerste contact 11 oktober 2014 en laatste contact 22 november 2014;
[mobiele nummer verdachte] : 432 maal, eerste contact 11 oktober 2014 en laatste contact 10 december 2014;
06- [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] : 59 maal, eerste contact 27 oktober 2014 en laatste contact 27 november 2014.
De telefoonnummers eindigend op [mobiele nummer betrokkene 3] , [mobiele nummer verdachte] en [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] komen vanaf mei 2014 tot 11 oktober 2014 niet voor op de genoemde telefoonrekeningen.
Telefoonnummer 06- [mobiele nummer betrokkene 3] was in gebruik bij [naam betrokkene 3] .
Telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] was in gebruik bij [naam verdachte] ( [naam verdachte] ).
op pagina 335:
Telefoonnummer 06- [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] was in gebruik bij [naam medeverdachte 1] ( [naam medeverdachte 1] ).
Te zien is dat de contacten met de nummers eindigend op [mobiele nummer verdachte] , [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] en [mobiele nummer betrokkene 3] ook intensiveren als er een seksadvertentie wordt geplaatst. Bijvoorbeeld op 29 en 30 oktober 2014 (eerste seksadvertentie), op 3 en 4 november 2014, op 7 november 2014 en op 20 tot en met 23 november 2014. Rond de datum 27 oktober 2014 komt ook het telefoonnummer [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] voor het eerst in beeld. Tot en met 5 november 2014 is het telefoonnummer [mobiele nummer betrokkene 3] nadrukkelijk in beeld, daarna hebben de telefoonnummers [mobiele nummer verdachte] en [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] de overhand. Op 27 november 2014 is er om 16:09 uur tot 16:11 uur contact geweest tussen 06- [privénummer aangeefster] en 0900-9090600. Laatstgenoemd nummer is in gebruik bij Tease Media BV, zijnde sexjobs.nl.
Op 27 november 2014 is er op 16:13 uur contact geweest tussen 06- [privénummer aangeefster] en 0906-1505. Laatstgenoemd nummer is in gebruik bij Midhold BV, zijnde kinky.nl. Beide betreffen telefoonnummers om een seksadvertentie omhoog te bellen.
13. een
proces-verbaal van verhoor getuige, als bijlage op pagina’s 190-201, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudend als
verklaring van getuige [naam betrokkene 2]:

op pagina 192:

Mijn werknaam is [naam betrokkene 2] .

op pagina 193:

Ik ken [naam aangeefster]
(het hof begrijpt uit de context van het bewijsmiddel: aangeefster [naam aangeefster] ). Op de foto’s die u mij toont van vrouwen in lingerie op bed, sta ik samen met [naam aangeefster] . Die foto’s zijn gemaakt op de [adres medeverdachte 1] in Arnhem.

op pagina 194:

Ik heb [naam aangeefster] twee keer ontmoet. Ik zou met haar een trio doen. Ik heb nooit samen met [naam aangeefster] een klant gehad.
Ik heb [naam aangeefster] ontmoet op de [adres medeverdachte 1] in Arnhem.

op pagina 196:

Ik doe dit werk al langer en ben ervaren. [naam aangeefster] wilde dit werk in dit prostitutie ook doen. We hebben gesproken over het werk als prostituee. Ik wilde een trio, [naam aangeefster] was er toch. Ze was gebracht, verder weet ik het niet precies.

op pagina 197:

De eerste ontmoeting was alleen het gesprekje. De tweede keer hebben we het over de trio gehad en zijn de foto’s gemaakt. Het zou kunnen dat [naam aangeefster] in het keukentje heeft gestaan in het huis waar ik de ruimte mocht gebruiken.
[naam medeverdachte 1] heeft de foto’s gemaakt van mij en [naam aangeefster] . Ik weet niet waarom [naam aangeefster] ingewerkt moest worden. Ik wist dat zij een meisje was met niet zoveel ervaring. [naam medeverdachte 1] zei tegen [naam aangeefster] dat zij op het balkon of in het keukentje moest gaan staan om te luisteren hoe ik met klanten omging.
14. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 202, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:
De vader van [naam aangeefster] overhandigde mij een witte Samsung-telefoon. Ik nam deze telefoon in beslag
(het hof begrijpt uit de inhoudsopgave op pagina 5: onder beslagcode G.01.01).
15. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 222-224, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 222:

De ouders van [naam aangeefster] hebben een mobiele telefoon van hun dochter afgepakt. Deze mobiele telefoon werd door de ouders aan de politie overgedragen onder G.01.01. Uit de inhoud van de telefoon bleek dat [naam aangeefster] mogelijk werkzaam was in de prostitutie. Dit bleek tevens uit onderzoek uit internet waarbij bleek dat sekscontactadvertenties werden aangetroffen die te koppelen waren aan de genoemde mobiele telefoon.
16. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 203-221, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 203:

Op 9 tot en met 11 december 2014 heb ik onderzoek gedaan op internet naar advertenties die te linken zijn aan [naam aangeefster] . Uit eerder onderzoek
(het hof begrijpt: uit het bewijsmiddel hierboven)is gebleken dat de telefoon met het telefoonnummer [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] waarschijnlijk als werktelefoon voor de prostitutie is gebruikt door [naam aangeefster] . Door via Google te zoeken op het telefoonnummer heb ik advertenties gevonden.
Ik vond twee advertenties op eromarkt.nl. De advertenties zijn gedateerd op 23 november 2014.
Ik vond een advertentie op contact-xxx.nl. Ik zag dat er bij de advertentie twee foto’s geplaatst stonden. Deze foto’s, foto’s 3.1 en 3.2, bevatten kinderpornografisch materiaal. Ik zag dat op foto 3.1 het uiterlijk overeenkomt met dat van [naam aangeefster] .

op pagina 204:

Ik zag dat op foto 3.2 het uiterlijk overeenkomt met dat van [naam aangeefster] .
Ik vond de site sexmarkt.nl. Ik zocht daarop naar dezelfde of een soortgelijke foto als op contact-xxx.nl. Ik zag dat er op 30 oktober 2014 een advertentie is geplaatst met als titel: '' [naam aangeefster] Arnhem escort en ontvangst'', advertentienummer [advertentienummer sexmarkt.nl] .
Ik zag dat de foto bij deze advertentie dezelfde was als die ik op contact-xxx.nl had gezien, foto 3.1. Bij ''bel voor contact'' stond het nummer [mobiele nummer werktelefoon aangeefster]
(het hof begrijpt hierna telkens: het werktelefoonnummer).
Ik vond een advertentie op thuisontvangst.xxx. Bij deze advertentie stond het telefoonnummer [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] . De advertentie was geplaatst op 3 november 2014. Bij de advertentie stond één foto. Deze foto, foto 5.1, bevatte kinderpornografisch materiaal. Ik zag dat het uiterlijk overeenkomt met dat van [naam aangeefster] .

op pagina 205:

Op speurders.nl heb ik een advertenties gevonden. Bij de advertentie stond dat deze 'een maand geleden' is geplaatst. Ik zag dat één van de foto’s bij de advertentie overeenkomt met de foto bij de advertentie thuisontvangst.xxx, foto 5.1. Verder zag ik dat de naam '' [naam aangeefster] .xxx'' en het telefoonnummer [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] aan deze advertentie waren gekoppeld. Ik zag bij deze advertentie drie foto’s. Deze foto’s, foto 6.1, foto 6.2 en foto 6.3, bevatten kinderpornografisch materiaal. Ik zag dat foto 6.1 dezelfde foto was als foto 5.1. Ik zag dat op foto 6.2 en 6.3 het uiterlijk overeenkomt met dat van [naam aangeefster] .
17. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 239-245, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 239:

Gebruikersgegevens: IP-adres [IP-adres medeverdachte 1] behoort bij de gebruiker: [naam medeverdachte 1] , [adres medeverdachte 1] in Arnhem.
Het advertentienummer [advertentienummer sexmarkt.nl] van sexmarkt.nl heeft de volgende gegevens opgeleverd.

Op pagina 240:

Advertentie aangemaakt op 30 oktober 2014 om 16:26 uur.
E-mailadres gekoppeld aan advertentie: [naam aangeefster] .xxx@gmail.com.
Telefoonnummer: [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] .
IP-adressen die ingelogd zijn: [IP-adres medeverdachte 1] (14 november 2014 om 17:56 uur).
Bij navraag via speurders.nl zijn de volgende gegevens aangetroffen.
IP-adres: [IP-adres medeverdachte 1] 14 november 2014 18:03 uur.
E-mailadres: [naam aangeefster] .xxx@gmail.com.
Telefoonnummer: [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] .

op pagina 242:

Gegevens kinky.nl met betrekking tot IP-adres [IP-adres medeverdachte 1] .
Advertentienummer: [advertentienummer kinky.nl] .
E-mail: [naam aangeefster] .erotic@gmail.com.
Username: [naam aangeefster] .
Telefoonnummer: [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] .
Laatste ingelogd: 29 oktober 2014 om 14:19 uur.
18. een
proces-verbaal van bevindingen, als bijlage op pagina’s 234-238, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 235:

Onderzoek historische verkeersgegevens telefoonnummer 06- [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] in de periode 1 oktober 2014 tot en met 11 december 2014.
Gebleken is:
­ dat het telefoonnummer 06- [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] op 29 oktober 2014 in gebruik is genomen;
­ dat er 63 keer contact is geweest met de mast aan de Velperweg 19 in Arnhem;
­ dat de contacten plaatsvonden in de periode 29 oktober 2014 en 2 december 2014;
­ dat de gesprekken en sms-berichten plaatsvonden op tijdstippen gelegen tussen 06:58 uur en 21:54 uur;
­ Er vond één uitgaand gesprek plaats. De rest betrof inkomende gesprekken en twee sms-berichten;
­ dat er 36 keer contact is geweest met de mast aan de Patersstraat 25 in Arnhem;
­ dat de contacten plaatsvonden in de periode 29 oktober 2014 en 2 december 2014;
­ dat er inkomende gesprekken en inkomende sms-berichten plaatsvonden op tijdstippen gelegen tussen 06:58 uur en 23:51 uur;
­ Er vonden geen uitgaand gesprekken en sms-berichten plaats.
De genoemde masten staan in de omgeving van de [adres medeverdachte 1] in Arnhem. Dit betreft de woning van [naam medeverdachte 1] .

op pagina 237:

Verder is gebleken dat:
­ Er 14 keer contact is geweest met de mast gelegen aan het [voormalige woonplaats aangeefster] ;
­ De contacten vonden plaats in de periode 4 november 2014 en 5 december 2014;
­ Er is één inkomend en één uitgaan gesprek geweest;
­ Deze gesprekken vonden plaats op tijdstippen 20:25 en 10:42 uur;
­ Er 7 inkomende sms-berichten en 5 uitgaande sms-berichten zijn geweest;
­ Dat de inkomende sms-berichten plaatsvonden tussen de tijdstippen 08:04 en 20:34 uur;
­ Dat het 3 maal contacten met mogelijke klanten betrof;
De mast staat in de omgeving van de voormalige woning van [naam aangeefster] .
19. een
proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, als bijlage op pagina’s 357-383, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 357:

Ik onderzocht de WhatsApp-gesprekken in het telefoontoestel G.02.01
(het hof begrijpt uit het proces-verbaal op pagina 260: de privételefoon van [naam aangeefster] met telefoonnummer 06- [privénummer aangeefster] ). Het betrof onder meer chatgesprekken tussen het telefoonnummer [privénummer aangeefster] en telefoonnummer [mobiele nummer verdachte] die plaatsvonden tussen 1 december 2014 om 19:55 uur en 12 december 2014 om 10:50 uur.

op pagina 362:

Bijlage: uitdraai chatgesprekken tussen [privénummer aangeefster] en [mobiele nummer verdachte] .
Er werden in totaal zeven foto’s gestuurd naar [mobiele nummer verdachte] . Zes foto’s betroffen erotische foto’s van (vermoedelijk) [naam aangeefster] . Aangezien [naam aangeefster] ten tijde van het verzenden van de foto’s minderjarig was, zijn de foto’s niet toegevoegd.

op pagina 364:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
1 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte]
(het hof: in gebruik bij verdachte [naam verdachte] ):
Om 19:55:42 uur: Biggs heeft een account voor je gefixt
(het hof begrijpt het woord 'fixen' hierna telkens als: regelen).
Om 19:55:50 uur: Met rekening.
Om 19:56:37 uur: Hij gaat je die account sturen en dan wil ik dat je elke dag minimaal 2/3 uurtjes op die cam shit gaat.
Van [privénummer aangeefster]
(het hof: aangeefster [naam aangeefster] ):
Om 20:25:16 uur: ohhhh dankjewel babe you’re the best.
Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
2 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 08:07:20 uur: babyyy.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:16:44: Hee.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:07:03 uur: zeg je neef hij moet opschieten heb vanmiddag iets
Om 11:07:21 uur: als die kamer klaar is dan.
Om 11:07:47 uur: en hoe zit het met jasmine.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:08:08 uur: Dat komt goed. Maak je daar niet druk op we gaan meerdere dingen met haar fixxe
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:10:59 uur: okee.
Om 12:39:07: maar baby is die ding al goed.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 12:41:05 uur: Wat?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 12:42:14 uur: die kamer.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 12:42:43 uur: Heb je hem gesproken?
Om 12:42:47 uur: Ik nog niet.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 12:43:47 uur: ik ook niet schat.
Om 12:44:05 uur: je andere neef ook nog niet.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 12:50:03 uur: App hem.
Om 12:50:15 uur: Of bel hem.

op pagina 364, onderaan, pagina 365, bovenaan, in combinatie met pagina 358:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
2 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 12:54:06 uur een audiobericht:
NNvrouw
(het hof begrijpt telkens uit de bewijsmiddelen hierboven: de gebruiker telefoonnummer [privénummer aangeefster] , lees: aangeefster [naam aangeefster] )zegt dat zij appt maar 'hij' negeert en ze weet niet wat te doen. Zij vraagt: ''kun jij nog een keer proberen voor mij?''
Om 12:54:18 uur een audiobericht:
NNvrouw: ''ben al de hele tijd niks aan het doen en ik wil eigenlijk ook wel wat verdienen, want ik word ook de hele tijd gebeld ook''
Om 13:53:03 uur een audiobericht:
NNvrouw: ''hee pak Jesselin (fonetisch) dan. Ze zegt, ze zegt nu, jij en die neef gaan iets ander doen. Jij hebt haar toch niet aan die neef gegeven, ze is van mij, toch?''

Op pagina 365:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
2 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 13:56:36 uur: Ik zeg toch we gaan meerdere dingen met deze doen.
Om 13:56:48 uur: Maak je niet druk ga niet met der lullen en shit opfocken.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 13:58:45 uur: ja maar je neef wel.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 14:39:01 uur: Me niffo
(het hof begrijpt uit de context: neef)zegt bel die man van die kamer want je hebt die nummer.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 14:39:18: al gedaan.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 15:03:26 uur: En wanneer kan je erin?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 15:20:33 uur: ik ben nu daar.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 15:21:07 uur: Oke.
Om 15:21:10 uur: En?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:06:55 uur: kan dus volgende week.

op pagina 365 in combinatie met pagina 358:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster]
op 2 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:06:59 uur een audiobericht:
NNvrouw: of ontvanger nog aan die ene neef kan vragen of hij haar 'die ene ding' kan sturen, want hij heeft nog steeds niks gestuurd. NNvrouw bedoelt die 'dikke' waar zij altijd ruzie mee had en vraagt of ontvanger hem even appt of belt.

op pagina 365:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
2 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:21:50 uur: Weet je hoe je zo een account aan kan maken?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:22:43 uur: jaa.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:24:19 uur: Dan kijk ik eerst even of ik wat met me broer kan fixxe.
Om 16:24:40 uur: Dat hij alleen een rekening fixt.
Om 16:24:50 uur: Als dat geregeld is kan je account maken dus?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:25:20 uur: okeoke je broer appte me net nog.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:25:32 uur: Voor wat.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:25:42 uur: oh geld.
Om 16:26:02 uur: of ik nog kwam.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:26:41 uur: Luister elke dag minimaal 3 uurtjes op dat ding. Op dit geld kunnen we rekenen snap je dus elke dag minimaal 3 uur.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:27:49 uur: okee is goeddd.
Om 16:28:10 uur: maar wat doen we met dat geld? is dat alleen van jou of samen?
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:29:21 uur: Kijk me broer krijgt voor elke uur 5 euro. Anders zou hij ook niet doen toch. De rest gebruiken we allebei gewoon. Ik om hier goed te zitten jij voor jezelf gewoon.
Om 16:30:39 uur: Ga naar die site.
Om 16:30:52 uur: Maak een account aan.
Om 16:31:01 uur: Wanneer je die rek nummer in moet vullen.
Om 16:31:19 uur: stuur ik het voor je.
Om 16:31:31 uur: Als er geouwehoer komt met dit rek nummer heb je een probleem met mij persoonlijk.
Om 16:31:45 uur: En als het niet elke dag 3 uur is ook want dat geld is nodig.
Om 16:32:32 uur: Ga die account maken dan.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:32:39 uur: jaa.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:53:49 uur: ???
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:59:26 uur: ik ben bijna thuis.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:22:09 uur: ???
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:33:48 uur: baby.
Om 18:34:15 uur: bij die site account maken moet je een bsn nummer hebben kutzooi.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:35:34 uur: Geef die site aan me broer hij gaat die account maken.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:36:05 uur: welke? [naam betrokkene 1] ? of bedoel je die neef?
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:36:14 uur: [naam betrokkene 1]
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:36:20: okeoke.
Om 18:41:00: er zijn twee sites trouwens maar ik doe gewoon zelfde als [naam medeverdachte 1] .
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:51:28 uur: Heb je die site gestuurd.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:08:29 uur: ja schat.
Om 20:30:58 uur: is het al gefixt die ding.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 20:52:54 uur: We zijn nog bezig.

op pagina 365, onderaan:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
3 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:07:06 uur: Stuur die site nar mij.
Om 10:07:11 uur: Ik ga nu die account maken.

op pagina 359:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
3 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:38 uur: ken je die bedragen van die site en heb je die tabel gezien van hoeveel je kan verdienen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:38 uur: jaaa.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:39 uur: oke. Wil je het houden op 3 uur of je we doen er wat bij.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:39 uur: Sowieso 3 uur soms meer boo.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:40 uur: oke vanaf dat die account binnen is gaan we er weer even tegen aan. Voor we het weten is het januari en hebben we iets moois klaarliggen.

op pagina 368, onderaan:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
4 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 14:41:20 uur: Pssst ik heb goed nieuws.
op pagina 369, bovenaan, in combinatie met pagina’s 378 en pagina 362 het volgende:
Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
4 december 2014en de (kennelijke) inhoud daarvan.
(op pagina 369, bovenaan:)
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 14:41:51 uur: IMG-20141204-WA0019.jpg
(het hof begrijpt: een afbeelding).
Om 14:41:57 uur: IMG-20141204-WA0020.jpg
(het hof begrijpt: een afbeelding).
(op pagina 362:)
Bijlage: images
(het hof begrijpt: schermafbeeldingen)met bevestiging aanmelding op Club Sense.
(op pagina 378 (het hof ziet hier een schermafbeelding van een telefoon met de volgende tekst):)
Beste [naam betrokkene 4] ,
Gefeliciteerd, je kunt nu aan de slag bij ClubSense.
Profielnummer: [profielnummer Club Sense] .
Pincode: 1210.

op pagina 369:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
4 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 14:42:26 uur: Is met gegevens van een [naam betrokkene 4] .
Om 14:45:52 uur: Ga maar meteen aan de slag.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 15:57:49 uur: is goeddd.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 17:57:36 uur: Dus vandaag pak je ook paar uurtjes toch.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:34:41 uur: ja boo ga zo dan maar even beginnen.
Om 18:35:01 uur: heb waarschijnlijk ook normaal werk gevonden dus nog meer geld.
Om 18:35:27 uur: of nou ja normaal… ook niet echt maar ik bedoel iets wat niet illegaal is.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:41:50 uur: Wat dan?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:43:54 uur: als danseres bij feestjes in zo’n club.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:44:24 uur: Gaat dat je uren niet tekort doen?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:45:05 uur: maar als je het liever niet wil begrijp ik ook wel.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:45:39 uur: Nee is goed. Maar maak je uren.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:45:44 uur: want wat we nu doen levert ons wel meer op.
Om 18:46:27 uur: baby dat profiel wat in die mail staat is dat al aangemaakt.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:48:05 uur: ja.
Om 18:48:34 uur: Profielnummer: [profielnummer Club Sense] . Pincode: 1210.
Om 18:49:24 uur: Maar kijk je moet wel die voicemail shit instellen enzo.
Om 18:49:29 uur: Foto’s erop zetten.

Op pagina 370:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
4 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:51:34 uur: Maar dat kan jij wel fixxe toch.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:57:42 uur: jaa.
Om 19:00:44 uur: vanaf morgen gaat er veel geld komen boo.
Om 19:07:53 uur: mijn laptop is nu laden daarna beginnen denk ik.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:17:12 uur: aii ja toch beter.
Om 23:53:13 uur: E je kan die rekening nummer altijd nog wijzigen toch.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 23:53:31 uur: ja babe hoezoo?
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 23:54:17: Omdat dat misschien moet gebeuren maar ligt aan me broer toch.
Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
5 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 9:01:13 uur: ik ga nu beginnen met die shit.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:25:44 uur: Aii en lukt het een beetje?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:30:04 uur: neee babe.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:31:02 uur: je weet toch hoe die shit werkt.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:31:27 uur: ja maar niet hoe je die shit in begin instelt.
Om 11:31:44 uur: heb wel 100 foto’s geprobeerd geen één is goed.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:32:13 uur: Wat is er niet goed aan dan?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:32:41 uur: ja niet groot genoeg of te groot.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:33:15 uur: Hoe groot moet het zijn dan?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:35:00 uur: 600x800 maar zelfs met photoshop lukt niet.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:35:27 uur: is het naar die formaat te krijgen?
Om 11:37:23 uur: Vraag [naam medeverdachte 1] hoe zij heeft gedaan dan.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:37:43 uur: is goed.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:38:15 uur Heb je niks anders in kunnen stellen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:38:27 uur: neee schat.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:43:40 uur: Stuur die foto’s.
Om 11:44:14 uur: Iemand gaat voor je doen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:44:44 uur: IMG-20141205-WA0024.jpg, IMG-20141205-WA0025.jpg, IMG-20141205-WA0026.jpg, IMG-20141205-WA0027.jpg, IMG-20141205-WA0028.jpg, IMG-20141205-WA0029.jpg en IMG-20141205-WA0030.jpg
(het hof begrijpt uit de context en pagina 362: erotische foto’s van aangeefster [naam aangeefster] ).
Om 11:45:00: kies zelf maar een goede.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:45:15 uur: Hoeveel moeten erop?
Om 11:46:47 uur: ???
Van [privénummer aangeefster] :
Om 11:47:03 uur: maakt niet uit mogen meerdere.

op pagina 372:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
5 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 11:54:42 uur: IMG-20141205-WA0031.jpg
(het hof begrijpt uit pagina 362 en pagina 380: een schermafbeelding van een telefoon met daarop een telefoonapplicatie en (onder andere) de tekst ''Image Resize Image vergroten of verkleinen'').
Van [privénummer aangeefster] :
Om 12:24:56 uur: oh thanks babe.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 12:27:05 uur: Via paint kan ook anders moet je [naam medeverdachte 1] vragen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 12:49:15 uur: okee schat.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 15:53:38 uur: En?
Van [privénummer aangeefster] :
Om 16:03:40 uur: weetniet.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 16:07:50 uur: Heb je [naam medeverdachte 1] gevraagd.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:07:35 uur: ja maar ze appt niet terug.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:33:48 uur: Vanavond worden die foto’s geregeld.
Om 18:34:03 uur: Heb al iemand maar die is vanavond pas op lappie om dat te fixxe.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:34:13 uur: oke boo dan kan ik vannacht maybe beginnen.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:34:39 uur: Ja toch.

op pagina 373:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
6 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:09:10 uur: Die foto’s lukken niet. Maar kijk hoe je dat gaat fixxe.
Om 10:09:40 uur: Kk foto’s kunnen je niet tegenhouden om te beginnen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 10:18:28 uur: ja precies schat ben home alone today dus kan goed verdienen.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:26:26 uur: Daarom. Kijk effe hoe je dat kan fixxe.

op pagina 374:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
7 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:11:45 uur: Vanaf morgen kan je in die kamer toch
Van [privénummer aangeefster] :
Om 18:12:48 uur: waarschijnlijk wel.
Om 18:12:55 uur: voor werk dan.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:13:15 uur: Praat met hem.
Om 18:13:30 uur Misschien kan je wat regelen.
Om 18:13:36 uur: Dan kan je ook meer werken.
Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
8 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 9:52:55 uur: ik heb een meisje waarvan ik niet weet of ze wil werken.
Om 9:53:12 uur: maar ze is heel naïef en makkelijk te beïnvloeden.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:07:50 uur: Oke oke.
Om 10:11:55 uur: E zorg dat je vandaag iets pakt ik heb morgen bezoek dan moet ik sowieso weer iets binnen krijgen.

op pagina 375:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
8 december 2014.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 14:05:08 uur: ik mag binnenkort op auditie komen.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 18:05:01 uur: Oke.
Om 18:06:25 uur: E maar luister dan. Ik zie er gebeurt helemaal niks en shit. Dus heb geen zin om hier aandacht aan te blijven besteden.
Om 18:08:33 uur: Er komt niet binnen.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:12:40 uur: hoe bedoel je?

op pagina 376:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
8 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:17:38 uur: Je er gebeurt nu niks.
Om 19:17:47 uur: Tijdverspilling.
Om 19:31:17 uur: Je bent tijdverspilling als er niks binnen komt.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:39:56 uur: alleen het enige waar je altijd maar over praat is werk geld dit dat.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:40:59 uur: Omdat er geld nodig is toch.
Om 19:41:02 uur: Morgen is bezoek.
Om 19:41:07 uur: Wat komt morgen binnen.

op pagina 377:

Vervolg van berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
8 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 19:41:13 uur: Geen kanker moer.
Om 19:41:20 uur En dan moet ik blijven lachen.
Om 19:41:23 uur: Donder op man.
Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [mobiele nummer verdachte] en [privénummer aangeefster] op
9 december 2014.
Van [mobiele nummer verdachte] :
Om 10:49:54 uur: Is gelukt met foto. Je moet niet met je tel recht maken maar je tel scheef zetten.
Om 10:49:56 uur: Op de zijkant.
Om 10:50:11 uur: Dan lukt het.
Om 10:50:51 uur: Fix dat meteen anders zet ik iemand anders op die ding.
20. een
proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, als bijlage op pagina’s 393-397, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 393:

Ik deed onderzoek naar WhatsApp-berichten in het telefoontoestel van [naam aangeefster] . Dit betrof berichten tussen het telefoonnummer [privénummer aangeefster] en [mobiele nummer betrokkene 1] . Het telefoonnummer [privénummer aangeefster] is in gebruik bij [naam aangeefster] . [naam betrokkene 1] verklaart dat hij de gebruiker is van nummer [mobiele nummer betrokkene 1] .
ClubSense is een website waar je dames achter een webcam kunt bekijken tegen betaling
(het hof begrijpt uit bewijsmiddel 3, maar ook uit pagina 29 van het dossier: een website voor webcamseks).

op pagina 397:

Berichtenwisseling op telefoon met nummer [privénummer aangeefster] tussen de nummers [privénummer aangeefster] en [mobiele nummer betrokkene 1] op
2 december 2014.
Van [privénummer aangeefster]
(het hof: [naam aangeefster] ):
Om 18:43:09 uur: ik moest je appen van [naam verdachte] .
Van [mobiele nummer betrokkene 1]
(het hof: [naam betrokkene 1] ):
Om 19:07:07 uur: Ja.
Van [privénummer aangeefster] :
Om 19:08:20 uur: club-sense.nl
Van [mobiele nummer betrokkene 1] :
Om 19:08:34 uur: Okee.
Bericht Van [mobiele nummer betrokkene 1] op
9 december 2014:
Om 12:46:09 uur: Heb je al die webcam tori gedaan.
21. een
proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, als bijlage op pagina’s 428-432, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende als
relaas van verbalisant:

op pagina 428:

Op een uitgelezen telefoon van [naam aangeefster] werden WhatsApp-berichten aangetroffen van [naam aangeefster] en [naam verdachte] . Uit deze berichten kon worden afgeleid dat [naam aangeefster] voor een webcam moest werken via Club Sense en dat zij een profiel van [naam betrokkene 4] kon gebruiken. [naam aangeefster] moest er wel foto’s opzetten en de voicemail veranderen. [naam verdachte] gaf aan [naam aangeefster] het profielnummer [profielnummer Club Sense] en pincode 1210 door.

op pagina 429:

In het belang van het onderzoek werden gegevens gevorderd bij Sensemakers B.V.
Club Sense gaf als informatie dat bij de dame met profielnummer [profielnummer Club Sense] de naam [naam betrokkene 4] hoorde. Zij heeft een bankrekeningnummer opgegeven op naam van [naam betrokkene 5] .
[naam betrokkene 4] is geboren op 17 juli 1995. Uit het dossier blijkt dat zowel [naam betrokkene 4] als [naam betrokkene 5] bekenden van [naam verdachte] zijn.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Seksuele exploitatie van [naam aangeefster]
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van het hof overtuigend dat [naam verdachte] gedurende zijn detentie in de penitentiaire inrichting in de periode oktober-december 2014 de beschikking had over een mobiele telefoon met het nummer [mobiele nummer verdachte] . De verklaring van [naam verdachte] dat hij [naam aangeefster] niet kent en het mobiele nummer niet tot zijn beschikking had, acht het hof ongeloofwaardig op basis van de gebezigde bewijsmiddelen.
Via deze mobiele telefoon heeft [naam verdachte] veelvuldig contact gehad met aangeefster [naam aangeefster] (het telefoonnummer 06- [privénummer aangeefster] ) voorafgaand en in de periode dat zij werkzaamheden verrichtte als prostituee. Uit de verklaring van [naam aangeefster] volgt dat zij door toedoen van [naam verdachte] bij [naam medeverdachte 1] terecht is gekomen om geld voor hem te verdienen. Bij [naam medeverdachte 1] thuis is besproken dat [naam aangeefster] in de prostitutie zou gaan werken omdat [naam verdachte] geld nodig had. [naam medeverdachte 1] heeft de laatste twijfels bij [naam aangeefster] weggenomen. Met hulp van [naam medeverdachte 1] – onder andere met het maken van foto’s, met het 'inwerken' (onder andere) door af te luisteren hoe een andere prostituee ( [naam betrokkene 2] ) klanten ontving, met het aanmaken en 'omhoog bellen' van seksadvertenties met de namen ' [naam aangeefster] ' en ' [naam aangeefster] ' en het verschaffen van een 'werktelefoon' (het telefoonnummer 06- [mobiele nummer werktelefoon aangeefster] ) en een werkplek – is [naam aangeefster] begonnen met het werken in de prostitutie. Afspraken met klanten vonden (onder andere) plaats in de woning van [naam medeverdachte 1] aan de [adres medeverdachte 1] in Arnhem. Naast de verklaring van [naam aangeefster] leidt het hof dit onder meer af uit de verkeersgegevens van de werktelefoon en de contacten tussen het nummer van [naam aangeefster] en de telefoonnummers van [naam medeverdachte 1] 06- [mobiele nummer 1 medeverdachte 1] en 06- [mobiele nummer 2 medeverdachte 1] op 24 november 2014. Dat dit laatste nummer ook aan [naam medeverdachte 1] toe te schrijven is volgt naar het oordeel van het hof uit de verklaring van [naam aangeefster] en het onderzoek aan haar telefoon, zoals opgenomen op pagina’s 3.472-3.473. De werktelefoon lag meestal bij [naam medeverdachte 1] thuis, maar werd soms ook door [naam aangeefster] mee naar huis genomen. Het hof leidt dit af uit de verklaring van [naam aangeefster] en uit de verkeersgegevens van de werktelefoon, waaruit volgt dat de werktelefoon 99 keer heeft aangestraald op de masten in de directe omgeving van de woning van [naam medeverdachte 1] (ten opzichte van 69 keer elders, waaronder 14 dichtbij de woning van aangeefster [naam aangeefster] ). Zowel [naam medeverdachte 1] als [naam aangeefster] gebruikten de telefoon voor het maken van afspraken.
De verklaring van [naam aangeefster] ten aanzien van de (initiërende) rol van [naam verdachte] bij de seksuele exploitatie van [naam aangeefster] wordt ondersteund door de WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [naam aangeefster] over de webcamseks. (Ook) daar nam verdachte het initiatief. Hij droeg [naam aangeefster] op minimaal drie uur per dag aan het werk te gaan. Uit die gesprekken blijkt dat verdachte [naam aangeefster] (verder) seksueel wilde exploiteren. Verdachte is in de WhatsApp-gesprekken duidelijk over hoe hij tegen [naam aangeefster] aankijkt. Als er (via het bezoek) niets
(het hof begrijpt: geen geld)binnenkomt, is [naam aangeefster] tijdverspilling.
Het hof is het niet eens met de verdediging dat uit het bewijs niet zou blijken dat de activiteiten met betrekking tot de webcam zouden zien op seksuele handelingen. [naam aangeefster] probeerde immers voor haar profiel foto’s te plaatsen en toen ze dat niet voor elkaar kreeg moest ze die foto’s naar verdachte sturen. Het ging hierbij om erotische foto’s van [naam aangeefster] .
[naam aangeefster] was minderjarig op het moment dat zij in de prostitutie werkte. [naam verdachte] en [naam medeverdachte 1] wisten dat, zo heeft [naam aangeefster] verklaard. Naast [naam aangeefster] verklaring over hun wetenschap leidt het hof die wetenschap mede af uit de verklaring van [naam aangeefster] waarin zij het heeft over hetgeen [naam medeverdachte 1] tegen haar opmerkte met betrekking tot – kort gezegd – het 'voorkomen van problemen', vanwege een eerdere veroordeling van [naam medeverdachte 1] voor betrokkenheid bij de prostitutie van een minderjarige. Bevestiging voor [naam verdachte] wetenschap van [naam aangeefster] leeftijd ziet het hof in de WhatsApp-berichten tussen [naam verdachte] en [naam aangeefster] . Daarin heeft [naam aangeefster] het immers over dat zij ook 'normaal
(het hof begrijpt: extra)werk' heeft gevonden om nog meer geld te verdienen en dat het om werk gaat dat niet illegaal is. Bovendien is het voor verdachte duidelijk geweest dat [naam aangeefster] niet op eigen naam (en BSN-nummer) een account kon aanmaken voor het verrichten van webcamseks. Dat moest op naam van [naam betrokkene 4] , die toen wel meerderjarig was.
Onderdelen A en B van de tenlastelegging; sub 2, 5 en 8
Daar waar het gaat om de prostitutiewerkzaamheden kan gesteld worden dat [naam verdachte] – samen met [naam medeverdachte 1] – [naam aangeefster] heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting (sub 2).
Verdachte begon met het werven en voor zover [naam aangeefster] nog twijfels had, zijn die weggenomen door [naam medeverdachte 1] . In geval een minderjarige seksueel geëxploiteerd wordt is sprake van uitbuiting. Verdachte en [naam medeverdachte 1] wisten dat [naam aangeefster] minderjarig was, maar niettemin werd zij door hen geworven om in de prostitutie te werken, aldus is dit werven gebeurd met het oogmerk van uitbuiting.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof onvoldoende aanknopingspunten om tevens de bestanddelen 'huisvesten' en 'opnemen' bewezen te verklaren. Het enkele feit dat [naam aangeefster] een werkplek is verschaft in de woning van [naam medeverdachte 1] , acht het hof daartoe onvoldoende
Vanwege het initiërende werk van verdachte en het vervolgens wegnemen van de laatste twijfels en het faciliteren door [naam medeverdachte 1] geldt bovendien dat zij samen [naam aangeefster] ertoe gebracht hebben om zich te prostitueren, zodat ten aanzien van de prostitutiewerkzaamheden ook sub 5 kan worden bewezen.
Het geld dat [naam aangeefster] met haar prostitutiewerkzaamheden verdiende moest zij afstaan aan anderen. Een deel van het geld was voor [naam verdachte] – die het geld via anderen ontving – en een deel van het geld was voor [naam medeverdachte 1] . Zelf kreeg [naam aangeefster] niets. [naam verdachte] zou het geld voor hen samen bewaren, zodat ze samen een leven konden opbouwen wanneer [naam verdachte] uit detentie zou komen. Dat door [naam verdachte] en [naam medeverdachte 1] geld is verdiend aan de prostitutiewerkzaamheden van [naam aangeefster] leidt het hof af uit de verklaring van [naam aangeefster] en voorts uit de WhatsApp-berichten tussen [naam verdachte] en [naam aangeefster] , waarin [naam verdachte] meerdere keren nadrukkelijk aangeeft dat er (weer) geld moet komen. Hoewel deze berichten grotendeels gaan over het starten van webcamsekswerkzaamheden, volgt uit die berichten dat verdachte eerder geld had ontvangen en (opnieuw) wilde verdienen aan door [naam aangeefster] te verrichten seksuele handelingen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van het hof dat [naam verdachte] en [naam medeverdachte 1] over en weer wetenschap hadden van elkaars betrokkenheid bij de prostitutiewerkzaamheden van [naam aangeefster] en dat er consensus bestond over het feit dat [naam medeverdachte 1] een deel van de verdiensten van [naam aangeefster] kreeg. Uit dit alles blijkt naar het oordeel van het hof ook ten aanzien van sub 8 van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [naam verdachte] en [naam medeverdachte 1] .
Het hof komt daarmee tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde zoals opgenomen in onderdelen A. en B.
Onderdeel C. van de tenlastelegging; sub 2 en 5
Uit de WhatsApp-berichten tussen [naam verdachte] en [naam aangeefster] blijkt verder dat er contact is geweest over het registreren en werken als webcamseksmodel. Toen dit [naam aangeefster] niet zelfstandig lukte, heeft [naam verdachte] het profiel voor haar geregeld, geholpen met het verkrijgen van de juiste bestandsgrootte van de daarvoor benodigde foto’s en heeft hij [naam aangeefster] aangezet tot een minimaal aantal werkuren, zelfs wanneer dat haar niet uitkwam. De verdiensten zouden (in ieder geval voor een deel) naar [naam verdachte] gaan.
Het voorgaande leidt het hof tot het oordeel dat [naam verdachte] [naam aangeefster] tevens heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting en dat [naam aangeefster] ertoe is gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl zij de leeftijd van achttien jaren op dat moment nog niet had bereikt
(sub 2 en 5). Voor een bewezenverklaring van sub 5 is voldoende dat [naam aangeefster] zich beschikbaar heeft gesteld. Niet bewezen hoeft te worden dat zij daadwerkelijk seksuele handelingen heeft verricht.
Hoewel uit de bewijsmiddelen volgt dat daarbij anderen zijn betrokken (onder andere [naam betrokkene 1] ) ziet het hof onvoldoende aanknopingspunten die de conclusie kunnen rechtvaardigen dat ten aanzien van dit deel van de tenlastelegging sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking.

Voorwaardelijke verzoeken

Door de raadsman is – voor zover het hof niet tot vrijspraak zou concluderen – een tweetal voorwaardelijke verzoeken gedaan. Deze verzoeken komen – zakelijk weergegeven – neer op de volgende:
­ het horen van aangeefster [naam aangeefster] ter terechtzitting van het hof, zodat het hof zich een beeld kan vormen over de (on)betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster; en
­ het benoemen van een (rechtspsychologisch) deskundige die zich kan uitlaten over (i) de (on)betrouwbaarheid van de verklaringen zoals afgelegd door [naam aangeefster] en (ii) de wijze waarop zaken als het door haar beschreven (zeer) intensieve drugsgebruik, de door haar ervaren psychologische problematiek, het door haar ervaren trauma, het door haar doorgemaakte verwerkingsproces en het door haar ondergane behandelingstraject op die (on)betrouwbaarheid van invloed kunnen zijn geweest.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat beide voorwaardelijke verzoeken moeten worden afgewezen.
Voor het verzoek tot het horen van aangeefster [naam aangeefster] heeft het hof gelet op het beoordelingskader zoals dat door de Hoge Raad is gehanteerd in het arrest van 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576. Op het verzoek is het noodzaakcriterium van toepassing. Dat houdt in dat de verdediging moet toelichten waarom het horen van aangeefster noodzakelijk is voor de volledigheid van het onderzoek in de strafzaak en de daarin te nemen beslissingen. Daaraan ligt ten grondslag dat het hof in staat wordt gesteld de relevantie van het verzoek te beoordelen, mede in het licht van de onderzoeksbevindingen zoals deze zich op het moment van het verzoek in het dossier bevinden. Weliswaar hanteert het Europese Hof voor de Rechten van de Mens als uitgangspunt dat getuigen ter zitting worden gehoord, maar daar staat tegenover dat [naam aangeefster] als slachtoffer van mensenhandel beschermd moet worden tegen secundaire victimisatie als gevolg van het herhaald ondervragen (zie in dit verband artikel 12 lid 4 van de EU Richtlijn 2011/36).
Aangeefster is reeds in het bijzijn van de verdediging bij de rechter-commissaris gehoord. De verdediging heeft daarbij voldoende de gelegenheid gekregen om aangeefster vragen te stellen – ook over het (na wijziging van de tenlastelegging geredigeerde) deel van de tenlastelegging met betrekking tot de webcamsekswerkzaamheden, waarover aangeefster toen al belastend verklaarde (pagina 102) en waarover op dat moment reeds belastende WhatsApp-berichten tussen [naam verdachte] en aangeefster in het dossier aanwezig waren, die bovendien tevens redengevend zijn voor de ten laste gelegde prostitutiewerkzaamheden – en is, getuige de pleitnota in hoger beroep, voldoende in staat geweest de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster ter discussie te stellen. Van de verhoren bij de politie zijn bovendien geluids- en beeldopnames gemaakt. Daarnaast zijn ook haar verklaringen bij de rechter-commissaris in vraag-antwoord vorm weergegeven. Tenslotte kunnen haar verklaringen vergeleken worden met andere in het dossier opgenomen verklaringen en onderzoeksbevindingen.
Naar het oordeel van het hof kan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster daarmee voldoende worden beoordeeld zonder haar op zitting te horen. Ook gelet op (andere aspecten van) het recht van de verdediging om de getuige te ondervragen, ziet het hof geen noodzaak om de getuige opnieuw te horen. De raadsman heeft niet aangevoerd welke nieuwe informatie of bijzondere omstandigheden er op dit moment zouden zijn, die nog niet bekend waren ten tijde van de eerdere verhoren van [naam aangeefster] bij de rechter-commissaris en waarover om die reden alsnog aan de getuige vragen zouden moeten worden gesteld. Het hof acht het voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van haar verklaringen niet noodzakelijk om haar zelf te horen. Het hof wijst het verzoek derhalve af.
Voor het verzoek tot het benoemen van een (rechtspsychologisch) deskundige geldt eveneens het noodzaakcriterium. Hetgeen de verdediging daartoe heeft aangevoerd ter onderbouwing herbergt naar het oordeel van het hof niet de noodzaak om dit verzoek toe te wijzen. Het hof merkt daarbij op dat de vraag naar de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van verklaringen ter beoordeling voorligt aan de rechter. Het hof acht zich in staat die vraag te beantwoorden zonder voorlichting van een deskundige. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2014 tot en met 8 december 2014
te Arnhem, althansin Nederland
,
(lid 3 sub 1) tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
A. (prostitutie)
een ander, te weten [naam aangeefster] ( [naam aangeefster] ) (geboren op 18 juli 1997),
(sub 2) heeft geworven
en/of vervoerd en/of overgebracht, en/of gehuisvest en/of opgenomen(telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam aangeefster] , terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; en
/of
(sub 5) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [naam aangeefster] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [naam aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; en
/of
B. (prostitutie)
(sub 8) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van [naam aangeefster] (roepnaam [naam aangeefster] ) met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had
(den)bereikt,
immers
heeft/hebben verdachte of
(één van)de medeverdachte
(n):
- [naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, om seks te hebben met anderen voor geld; en
/of
-
[naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, seksueel/erotisch getinte foto’s te maken van zichzelf en naar hem op te sturen en/of zelfseksueel/erotisch getinte foto’s van die [naam aangeefster] gemaakt; en
/of
- een aantal werknamen voor [naam aangeefster] aangemaakt waarmee zij als prostituee adverteerde; en
/of
-
een of meerdereseksadvertenties gemaakt van die [naam aangeefster] en die seksadvertenties op diverse sekssites geplaatst; en
/of
- de seksadvertenties van [naam aangeefster] omhoog gebeld; en
/of
- die [naam aangeefster] in het bezit gesteld van een
of meerklantentelefoon
s; en
/of
- de klantentelefoon
svan die [naam aangeefster] beheerd; en
/of
- [naam aangeefster] naar klanten gebracht; en/of
- een woning aan de [adres medeverdachte 1] te Arnhem
en/of [adres 2] te Arnhemgearrangeerd waar [naam aangeefster]
kon verblijven en/ofklanten kon ontvangen; en
/of
- het door [naam aangeefster] verdiende geld ingenomen en/of door [naam aangeefster] laten afdragen;
C. (webcamseks)
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 december 2014 t/m 8 december 2014 te Arnhem, althans in Nederland,
(lid 3 sub 1) tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een ander, te weten [naam aangeefster] ( [naam aangeefster] ) (geboren op 18 juli 1997),
(sub 2) heeft geworven (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam aangeefster] , terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; en
/of
(sub 5) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [naam aangeefster] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [naam aangeefster] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [naam aangeefster] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
immers heeft
/hebbenverdachte
of (eén van) de medeverdachte(n):
- [naam aangeefster] opgedragen, althans gevraagd, om webcamseks te verrichten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van onderdelen A. en B.
mensenhandel, terwijl de feiten wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de persoon ten aanzien van wie de feiten wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.

en

Ten aanzien van onderdeel C.
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de feiten wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank Gelderland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof zal volstaan met de constatering van de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.
De raadsman van verdachte heeft onder verwijzing naar diverse persoonlijke omstandigheden, het tijdsverloop sinds de feiten, waaronder een overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep, en de door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebrachte periode, aangevoerd dat moet worden volstaan met een strafoplegging die geen (aanvullende) onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat voor zover het hof zich over de persoonlijke omstandigheden van verdachte onvoldoende geïnformeerd acht om af te zien van een strafoplegging die een (aanvullende) onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt, hij het noodzakelijk acht dat over verdachte een reclasseringsrapport wordt uitgebracht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij het volgende in beschouwing genomen.
Bij het bepalen van de straf voor de bewezenverklaarde feiten gaat het hof uit van de strafdoeleinden, te weten vergelding, speciale en generale preventie. In verband met die strafdoelen acht het hof voor de strafoplegging in mensenhandel in het algemeen de volgende omstandigheden van belang:
­ de mate waarin inbreuk is gemaakt op de autonomie van het slachtoffer;
­ de (duur van de) periode waarin sprake is geweest van uitbuiting;
­ het aantal slachtoffers dat is uitgebuit;
­ de omstandigheid of sprake is van een georganiseerd verband;
­ de wijze (zoals de mate van geweld) waarop het slachtoffer is gedwongen/bewogen de prostitutiewerkzaamheden te doen;
­ de leeftijd en/of kwetsbaarheid van het slachtoffer;
­ het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
­ het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
­ de werkzaamheden die verricht moesten worden;
­ de werkomstandigheden (werken op straat of binnen, werken tijdens ziekte en zwangerschap, zonder condoom);
­ de hoeveelheid geld die werd afgedragen;
­ het percentage van de verdiensten dat moest worden afgedragen;
­ eventuele overige omstandigheden zoals gedwongen abortus, tatoeages en borstvergrotingen;
­ de rol van verdachte met betrekking tot die uitbuiting (vervulde hij een kernrol of was hij ‘slechts’ faciliterend);
­ de houding van de verdachte (heeft hij inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag);
­ relevante recidive.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot een minderjarige. Hij heeft vanuit zijn detentie een zeventienjarige ertoe aangezet zich te prostitueren om geld voor hem te verdienen. Door zijn toedoen is zij bij verdachte [naam medeverdachte 1] terechtgekomen, die vervolgens het regelen van de praktische zaken ten behoeve van het prostitutiewerk voor haar rekening heeft genomen, zoals het maken van advertenties, het verschaffen van een werktelefoon en een werkplek. Op een later moment heeft verdachte aangeefster er tevens toe aangezet webcamsekswerk te gaan doen. Verdachte heeft aangeefster daarbij voorgehouden dat zij met het verdiende geld samen een toekomst zouden opbouwen. Aangeefster heeft haar verdiende geld mede met dat doel afgestaan. Uit het dossier blijkt naar het oordeel van het hof dat verdachte daarbij geen enkel ontzag heeft gehad voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van aangeefster. Het enige belang dat verdachte (kennelijk) voor ogen stond was zijn eigen financiële gewin.
Het in de prostitutie brengen van een minderjarige is een ernstig feit en als uitgangspunt geldt dat het dient te worden bestraft met een forse gevangenisstraf. Minderjarige slachtoffers van mensenhandel zijn vaak kwetsbare jongeren die gevoelig zijn voor misbruik en waarvan dus daadwerkelijk misbruik wordt gemaakt. Een forse gevangenisstraf dient niet alleen de vergelding, maar dient ook te voorkomen dat in de toekomst kwetsbare jongeren worden uitgebuit.
Het hof heef gelet op de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Op basis daarvan neemt het hof als uitgangspunt dat voor mensenhandel als hier aan de orde in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden passend en geboden is. In het nadeel van verdachte heeft het hof rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte in weerwil van de belastende feiten en omstandigheden geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. Verdachte is niet ter zitting van het hof verschenen en zowel ter zitting van de rechtbank als bij de politie heeft hij verklaard [naam aangeefster] niet te kennen. Hoewel verdachte zelf leugenachtig heeft verklaard was de strategie van de verdediging erop gericht om de verklaringen van [naam aangeefster] onderuit te halen door haar als onbetrouwbaar neer te zetten. [naam aangeefster] werd uitgebreid gehoord bij de rechter-commissaris en er werden nieuwe verzoeken gedaan om haar te horen, terwijl haar verklaringen – anders dan die van verdachte – juist wel op essentiële punten kloppen.
Het hof heeft het tijdsverloop sinds de feiten en hetgeen door en namens de raadsman van verdachte ter zitting in hoger beroep naar voren is gebracht over de persoonlijke omstandigheden van verdachte sindsdien, in het bijzonder de ontwikkelingen daarin, in strafmatigende zin meegewogen. Verdachte was negentien ten tijde van de feiten en heeft inmiddels een nieuwe bestaan opgebouwd op [Benedenwinds eiland waar verdachte verblijft] , waar hij woont en werkt. Hoewel onderbouwing voor die ontwikkelingen ontbreekt, neemt het hof aan dat sprake is van de geschetste veranderingen in het leven van verdachte en acht het hof zich in dat kader voldoende ingelicht over de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voor zover de raadsman hiermee een voorwaardelijk verzoek heeft gedaan tot het opmaken van een reclasseringsrapport, wijst het hof dit verzoek daarom af.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de gevolgen die een gevangenisstraf zal hebben voor verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, ziet het hof evenwel onvoldoende reden om af te wijken van het uitgangspunt dat voor dergelijke feiten, gelet op de ernst daarvan en het verwijt dat verdachte daarvan kan worden gemaakt, een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Het voorgaande brengt het hof tot de conclusie dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden passend en geboden is.
Ten aanzien van het recht van verdachte op een behandeling binnen een redelijke termijn, merkt het hof het volgende op. Op 21 december 2017 is hoger beroep ingesteld. Op 4 oktober 2019 vond een regiezitting plaats naar aanleiding waarvan onderzoekswensen zijn gehonoreerd. De inhoudelijke zitting stond gepland voor 15 december 2021. De raadsman was het toen niet eens met de wijziging van de tenlastelegging (door welke wijziging het verwijt met betrekking tot de webcamseks werd geëxpliciteerd) en gaf geen toestemming om door te gaan met de behandeling van de zaak, omdat hij de wijziging met zijn cliënt wilde bespreken (die er voor had gekozen niet ter zitting te verschijnen). Aangezien het rechtsgeding in eerste aanleg ook al ging om het verwijt met betrekking tot de webcamseks, is het het hof niet duidelijk geworden waarom de raadsman dit aspect niet reeds met zijn cliënt had besproken. Hoe dan ook, door niet in te stemmen met een voortzetting van het onderzoek wist de raadsman dat het geruime tijd zou duren voordat er tijd zou worden gevonden voor een nieuwe behandeling van de zaak, mede gelet op de omvang van de zaak en het gebrek aan zittingscapaciteit bij het hof. Ondanks het feit dat de verdediging een bijdrage heeft geleverd aan de vertraging door het indienen van onderzoekwensen en door op 15 december 2021 niet in te stemmen met de voortgang van het onderzoek, is het hof van oordeel dat het recht op een behandeling binnen een redelijke termijn is geschonden en dat bij de mate van overschrijding niet kan worden volstaan met de enkele constatering daarvan. Het hof zal de overschrijding daarom compenseren door verlaging van de op te leggen gevangenisstraf.
Alles afwegend legt het hof aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden op, met aftrek van het voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Vordering van de benadeelde partij [naam aangeefster]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedroeg € 17.462,75.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 17.146,90, waarvan voor een (materieel en immaterieel) gedeelte van € 15.253,54 hoofdelijk met verdachte [naam medeverdachte 1] .
De vordering is in hoger beroep overeenkomstig de toewijzing in het vonnis van de rechtbank gehandhaafd tot een bedrag van € 17.146,90, bestaande uit een materieel deel van € 15.146,90 en een immaterieel deel van € 2.000,-.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden toegewezen conform de toewijzing in het vonnis.
De raadsman heeft verzocht om de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, primair op basis van de verzochte vrijspraak, subsidiair omdat door een gebrek aan onderbouwing sprake is van een vordering die een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Met het oog op het subsidiaire standpunt is onder meer aangevoerd dat het rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde en de gestelde studievertraging onvoldoende is onderbouwd en dat de overige materiële schade is geleden door de vader van aangeefster, die ingevolge artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering (oud) niet voor vergoeding in aanmerking komt. Ten aanzien van de immateriële schade is aangevoerd dat onvoldoende is onderbouwd of en waarom sprake is van ander nadeel in de zin van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, noch van enig rechtstreeks verband.
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces tegen verdachte [naam verdachte] , verdachte [naam medeverdachte 1] en de andere verdachten gevoegd. Daarin is een vergoeding gevorderd naar rato van het aantal weken dat zij door elk van de verdachten in de prostitutie is gefaciliteerd/uitgebuit. Het betreft daarbij – kort gezegd – de volgende schadeposten.
­ Studievertraging à € 16.000,-: schoolgeld voor het schooljaar 2014-2015 omdat de benadeelde partij zich moest laten uitschrijven ten gevolge van psychische problemen door het strafbare feit;
­ Aanschaf studieboeken à € 736,26: studieboeken voor het schooljaar 2014-2015;
­ Telefoonabonnementskosten à € 304,-: kosten die zijn gemaakt in verband met een voorafgaand aan het strafbare feit afgesloten sim-only-telefoonabonnement dat de benadeelde partij daarna gedurende negentien maanden niet meer kon gebruiken;
­ Immateriële schadevergoeding à € 2.000,-: vanwege de psychische gevolgen die de benadeelde partij heeft ervaren ten gevolge van het strafbare feit.
Met betrekking tot de wijziging van artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering per 1 januari 2019 overweegt het hof als volgt.
De wijziging van artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering heeft het mogelijk gemaakt dat derden die schade leiden door een strafbaar feit, in de zin van artikel 6:107 van het Burgerlijk Wetboek, zich zelfstandig als benadeelde partij kunnen voegen in het strafproces. Met die wijziging is geen uitbreiding van een civielrechtelijke aansprakelijkheid beoogd (vgl.
Stb.2018, 132: ''Wet tot wijziging (…) teneinde
het verhaal van verplaatste schadein het strafproces te bevorderen'', onderstreping van het hof). Vóór 1 januari 2019 kende het civiele recht immers reeds de aansprakelijkheid voor verplaatste schade in artikel 6:107, eerste lid en onder a van het Burgerlijk Wetboek. Anders dan de raadsman kennelijk verondersteld staat de wijziging van artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering per 1 januari 2019 op zichzelf niet in de weg aan het vorderen van de materiële schade zoals door de benadeelde partij is gevorderd (vgl. ook ECLI:NL:GHARL:2019:2547). Ten overvloede merkt het hof op dat een en ander wel met zich brengt dat het bepaalde in artikel 1, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht eraan in de weg staat dat ten aanzien van een dergelijke vordering een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in art 36f van het Wetboek van Strafrecht kan worden opgelegd.
Met de raadsman constateert het hof evenwel dat de vordering voor wat betreft de gevorderde materiële schade, mede gelet op de overige inhoud van het dossier, waaronder de daaruit naar voren komende voorgeschiedenis van de benadeelde partij, onvoldoende is onderbouwd voor zover het gaat om het causaal verband tussen het bewezenverklaarde en de geleden schade. Het schorsen van de behandeling van de strafzaak voor het leveren van een nadere onderbouwing daarvan zou een onevenredige belasting vormen voor het strafgeding. Het hof ziet daarin aanleiding om de benadeelde in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren voor zover het gaat om de vordering tot vergoeding van de materiële schade. In zoverre kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding stelt het hof vast dat de benadeelde partij stelt dat zij psychische gevolgen ervaart door het bewezenverklaarde. Daartoe is onder meer aangevoerd dat zij sindsdien onder (therapeutische) behandeling is, dat haar leven kapot is, dat haar gedrag destructief is en dat zij slecht slaapt. Het hof begrijpt de vordering aldus dat de benadeelde partij stelt dat sprake is van enig geestelijk letsel in de zin van ‘een aantasting in de persoon op andere wijze’, als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek. Het hof constateert dat onderbouwende stukken hiervoor ontbreken in het dossier en in hetgeen aan de vordering ten grondslag is gelegd. Het is in beginsel aan een benadeelde partij om voldoende concrete gegevens aan te voeren waaruit kan volgen dat sprake is van enig geestelijk letsel. Dat is slechts anders indien de aard en ernst van de normschending meebrengen dat de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen dat zonder nadere onderbouwing kan worden aangenomen dat sprake is van 'een aantasting in de persoon op andere wijze' (vgl. HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376, HR 15 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1465, HR 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1024 en HR 13 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1127). Naar het oordeel van het hof is daarvan in dit geval sprake. De benadeelde partij is als minderjarige aangezet tot werken in de prostitutie. Dat dit een grote inbreuk vormt op de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van een minderjarige is naar het oordeel van het hof evident en komt mede tot uitdrukking in de omstandigheid dat de wetgever seks met minderjarigen, in welke vorm dan ook, strafbaar heeft gesteld. Het hof acht gelet op de hiervoor geschetste gevolgen – waarvan is gebleken uit de vordering maar tevens uit de ter terechtzitting voorgedragen spreekrechtverklaringen, waarvan een afschrift in het dossier is gevoegd – en mede gelet op de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding plegen toe te kennen, ten minste het gevorderde bedrag van € 2.000,- billijk, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 27 november 2014.
Het hof zal verdachte met medeverdachte [naam medeverdachte 1] hoofdelijk veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de benadeelde partij. Voor de bepaling van de voornoemde ingangsdatum voor de wettelijke rente heeft het hof – hoewel ten aanzien van verdachte een langere periode is bewezenverklaard – aansluiting gezocht bij een datum die in het licht van de hoofdelijke veroordeling voldoende passend is.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn – met uitzondering van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht – toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [naam aangeefster]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [naam aangeefster] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.000,- (tweeduizend euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [naam aangeefster] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.000,- (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 30 (dertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan één van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 27 november 2014.
Heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. R.J. Bokhorst, voorzitter,
mr. J.D. den Hartog en mr. A. van Maanen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Maaren, griffier,
en op 17 januari 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A. van Maanen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.