ECLI:NL:GHARL:2023:3437
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging faillissementsverklaring Brutra Materieel B.V. en afwijzing verzoek ABN AMRO Bank N.V.
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, waarbij Brutra Materieel B.V. op verzoek van ABN AMRO Bank N.V. in staat van faillissement was verklaard. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de bank tot faillietverklaring afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat er summierlijk sprake was van een vorderingsrecht van de bank en dat Brutra in de toestand verkeerde van te hebben opgehouden te betalen. Brutra betwistte echter de juistheid van deze uitspraak en voerde aan dat er geen pluraliteit van schuldeisers was en dat de vorderingen van de bank niet voldoende waren onderbouwd.
Het hof heeft vastgesteld dat de bank inderdaad een vordering op Brutra had, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat er sprake was van meerdere schuldeisers. Brutra heeft aangetoond dat de meeste vorderingen op haar waren verjaard en dat er geen actieve schuldeisers waren die rechtsmaatregelen hadden genomen. Het hof concludeerde dat de rechtbank ten onrechte het faillissement had uitgesproken, omdat niet voldaan was aan de vereisten voor faillietverklaring.
Als gevolg hiervan heeft het hof de bank veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, evenals in de faillissementskosten van de curator. Het arrest benadrukt het belang van de pluraliteit van schuldeisers en de noodzaak om voldoende bewijs te leveren voor een faillietverklaring.