Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“Partijen verplichten zich over en weer al het redelijk mogelijke te doen teneinde de hierboven bedoelde medewerking te verkrijgen”.[de koper] voert aan dat hij zich tot het uiterste heeft ingespannen om de vereiste medewerking van het college te verkrijgen. Dat het niet gelukt is om tijdig de vereiste verklaring van het college te verkrijgen komt door achterstanden bij de gemeente. Toen hij zag aankomen dat de medewerking niet tijdig zou worden verleend, heeft hij dat VFS op 13 september 2012 en 28 oktober 2021 bericht, gevolgd door de toelichting door [de ambtenaar] in diens e-mail van 3 november 2021. In deze omstandigheden moet de e-mail van [de ambtenaar] worden gelijkgesteld met een mededeling van het college en moet het beroep op vervulling van de ontbindende voorwaarde als tijdig worden aangemerkt. In dit verband is ook relevant dat inmiddels is gebleken dat het college sowieso niet wil meewerken aan een appartementencomplex op het perceel. [de koper] stelt verder dat er sprake is van overmacht, ook al is hij een professionele partij. Ook voor een professionele partij is het van tevoren niet in te schatten of de gemeente goedkeuring zal verlenen aan een bestemmingsplanwijziging. Voor de gevraagde mededeling over medewerking bestaat geen beslistermijn. Verder heeft [de koper] geen invloed op de achterstand van de gemeente. Het uitblijven van een tijdige mededeling van de gemeente ligt niet in zijn risicosfeer. Daarom is nu juist de ontbindende voorwaarde afgesproken. Ten slotte is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat hij zou worden gehouden aan een strikte toepassing van artikel 14 lid 1 onder b van de koopovereenkomst.