Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
nietin aftrek gebracht op de in aftrek gebrachte onderhoudskosten voor het monumentenpand.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
drukkendepersoonsgebonden aftrekposten. Het bedrag van de persoonsgebonden aftrekposten van het kalenderjaar wordt vervolgens verhoogd met het bedrag van de persoonsgebonden aftrekposten dat in de jaren voorafgaand aan het kalenderjaar niet in aanmerking kon worden genomen. Het laatstgenoemde bedrag is het deel van de persoonsgebonden aftrekposten dat in voorafgaande jaren niet verrekenbaar bleek met het inkomen uit werk en woning, het inkomen uit sparen en beleggen en het inkomen uit aanmerkelijk belang.
drukkendeonderhoudskosten. De eerste volzin is slechts van toepassing indien het een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 betreft of indien het een bezitting betreft die volgens artikel 5.1. in de belastingheffing wordt betrokken en waarvan de waardeveranderingen de belastingplichtige direct of indirect grotendeels aangaan.”
- de aanslag IB/PVV 2014 al was opgelegd op 11 oktober 2018; dus nog voordat de Inspecteur kennis droeg van de brief van 29 januari 2019 (zie 2.6.),
- in deze brief belanghebbende zelf het standpunt van de Inspecteur heeft verwoord dat de ontvangen subsidies
- dit standpunt volgens zijn eigen verklaring al vanaf het jaar 2014 aan belanghebbende bekend was, in ieder geval sinds de ontvangst van de brief van het Bureau monumentenpanden van 26 februari 2015 (zie 2.4.),
- belanghebbende ter zitting van het Hof heeft verklaard zelf blij verrast te zijn toen hij de voor hem gunstige aanslagen IB/PVV 2014 en IB/PVV 2015 ontving; tot dusverre had de Inspecteur zich immers op het standpunt gesteld dat de subsidies
- belanghebbende geen andere omstandigheden heeft gesteld die bij hem redelijkerwijs de indruk hebben kunnen wekken dat het door de Inspecteur enkel volgen van de aangiften IB/PVV 2014 en 2015 berustte op een bewuste standpuntbepaling.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).