ECLI:NL:GHARL:2023:2167

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
200.321.223
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking kinderrechter inzake WhatsAppbericht als schriftelijke aanwijzing in gezagskwestie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om een WhatsAppbericht van de William Schrikker Stichting als schriftelijke aanwijzing aan te merken en deze te vervallen. De moeder en de vader zijn de ouders van een minderjarige, geboren in 2012, en hebben samen het gezag over het kind. Na de beëindiging van hun relatie in 2021, is de minderjarige onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting. De moeder verzocht de kinderrechter om het WhatsAppbericht, dat door de gecertificeerde instelling was gestuurd, als schriftelijke aanwijzing te beschouwen en te vervallen. De kinderrechter wees dit verzoek af, wat leidde tot het hoger beroep door de moeder.

Het hof oordeelde dat het WhatsAppbericht geen schriftelijke aanwijzing was, maar een vastlegging van eerder gemaakte afspraken tussen de moeder en de gecertificeerde instelling. Het hof vernietigde de beschikking van de kinderrechter en verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vervallenverklaring. De beslissing is gebaseerd op de overweging dat het WhatsAppbericht niet voldeed aan de wettelijke definitie van een schriftelijke aanwijzing zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het hof concludeerde dat de moeder niet kon worden ontvangen in haar verzoek, omdat het WhatsAppbericht niet als een schriftelijke aanwijzing kon worden aangemerkt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.321.223
(zaaknummer rechtbank Overijssel 287790)
beschikking van 14 maart 2023
in het hoger beroep van:
[verzoekster] (de moeder),
woonplaats: [woonplaats1] ,
advocaat: mr. I. Mercanoğlu in Almelo.
Belanghebbenden zijn:
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (William Schrikker),
in Amsterdam,
en
[de vader] (de vader),
woonplaats: [woonplaats2] .

1.Onderwerp

Het gaat in deze zaak om het verzoek van de moeder om een WhatsAppbericht van William Schrikker als een schriftelijke aanwijzing aan te merken en die vervallen te verklaren.

2.Belangrijke informatie

2.1
De moeder en de vader hebben een relatie met elkaar gehad. Zij zijn de ouders van [de minderjarige] , geboren [in] 2012 in [plaats1] . In 2021 is de relatie tussen de ouders beëindigd.
2.2
De ouders hebben samen het gezag over [de minderjarige] . Dit betekent dat zij samen verantwoordelijk zijn voor het verzorgen en opvoeden van [de minderjarige] en het nemen van belangrijke beslissingen daarover.
2.3
Op 27 juli 2022 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld van William Schrikker. De ondertoezichtstelling duurt nog tot 27 juli 2023.
2.4
Nadat de ouders uit elkaar zijn gegaan, is [de minderjarige] bij de moeder gaan wonen. Sinds 10 oktober 2022 woont [de minderjarige] bij de vader. Op 25 januari 2023 heeft de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo (de kinderrechter) een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] bij de vader tot 27 juli 2023.
2.5
William Schrikker heeft de moeder – het hof begrijpt op 10 oktober 2022 - een WhatsAppbericht gestuurd waarin het volgende staat:
“Hey [verzoekster] , als jij alleen woont kan [de minderjarige] bij jou wonen (in overleg met [de vader] ) we moeten dan wel een plan maken hoe we het dan ook veilig houden.. dan hebben we daar een overleg over en dan worden afspraken gemaakt met iedereen.”
Het hof noemt dit bericht hierna steeds ‘het WhatsAppbericht’.

3.De beslissing van de kinderrechter

Op 24 oktober 2022 heeft de moeder de kinderrechter verzocht om het WhatsAppbericht als een schriftelijke aanwijzing aan te merken en die vervallen te verklaren. Ook heeft de moeder de kinderrechter verzocht voor recht te verklaren dat [de minderjarige] zijn hoofdverblijfplaats bij haar heeft. Op 18 november 2022 heeft de kinderrechter deze twee verzoeken van de moeder afgewezen.

4.Het hoger beroep

4.1
De moeder is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter om haar verzoek over het WhatsAppbericht af te wijzen. Zij verzoekt het hof die beslissing van de kinderrechter te vernietigen.
4.2
William Schrikker vraagt het hof de beslissing van de kinderrechter over het WhatsAppbericht in stand te laten.

5.De rechtszaak bij het hof

5.1
Het hof heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het beroepschrift van 9 januari 2023 met bijlagen;
  • het verweerschrift van William Schrikker.
5.2
De zitting bij het hof was op 14 februari 2023. Aanwezig waren:
  • de moeder met haar advocaat, en
  • de vader.
Er was niemand aanwezig van William Schrikker en ook niet van de raad voor de kinderbescherming (de raad). De raad heeft het hof van te voren laten weten niet naar de zitting te zullen komen. Na de zitting is gebleken dat William Schrikker zich had vergist in het tijdstip van de zitting.

6.De redenen voor de beslissing

6.1
Het hof zal de beslissing van de kinderrechter vernietigen. Hierna zal het hof uitleggen waarom.
Wat staat er in de wet over schriftelijke aanwijzingen?
6.2
In artikel 1:263 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat een gecertificeerde instelling (zoals in deze zaak: William Schrikker) in het kader van een ondertoezichtstelling aan de ouder die het gezag heeft schriftelijke aanwijzingen kan geven over de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De gecertificeerde instelling kan dit doen als de ouder die het gezag heeft niet instemt met het plan van aanpak of daaraan onvoldoende meewerkt. De gecertificeerde instelling kan ook een schriftelijke aanwijzing geven als dat noodzakelijk is om de concrete bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen. De kinderrechter kan op verzoek van een ouder die het gezag heeft een schriftelijke aanwijzing geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren. Dit staat in artikel 1:264 BW.
6.3
Als een minderjarige uit huis is geplaatst, kan de gecertificeerde instelling voor de duur van de uithuisplaatsing de contacten tussen een ouder die het gezag heeft en de minderjarige beperken voor zover dit noodzakelijk is in verband met de uithuisplaatsing. De beslissing van de gecertificeerde instelling om het contact te beperken geldt dan als een schriftelijke aanwijzing. Dit staat in artikel 1:265f BW. Als de minderjarige niet uit huis is geplaatst moet de gecertificeerde instelling die de contacten wil beperken tussen de ouder die het gezag heeft en de minderjarige daarvoor een verzoek indienen bij de kinderrechter. Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad van 14 december 2018 (vindplaats op www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:HR:2018:2321).
Is het WhatsAppbericht een schriftelijke aanwijzing?
6.4
Anders dan de kinderrechter is het hof van oordeel dat het WhatsAppbericht geen schriftelijke aanwijzing is. Het hof vindt daarbij het volgende belangrijk. Verscheidene keren als er spanningen waren tussen de moeder en haar vriend, heeft de moeder ermee ingestemd dat [de minderjarige] tijdelijk ergens anders verbleef. Zo vond zij het goed dat [de minderjarige] tijdelijk in een crisispleeggezin werd ondergebracht en heeft zij [de minderjarige] herhaaldelijk tijdelijk bij de vader laten verblijven. Het WhatsAppbericht is in lijn met de afspraken die eerder zijn gemaakt tussen de moeder en William Schrikker over het tijdelijk ergens anders laten verblijven van [de minderjarige] . Het hof volgt daarom het standpunt van William Schrikker dat het WhatsAppbericht een vastlegging is van de afspraken die eerder met instemming van de moeder zijn gemaakt en geen schriftelijke aanwijzing die gaat over de uithuisplaatsing van [de minderjarige] .
Conclusie
6.5
Omdat het hof van oordeel is dat het WhatsAppbericht geen schriftelijke aanwijzing is, kan de moeder niet worden ontvangen in haar verzoek tot vervallenverklaring. Het hof zal de beslissing van de kinderrechter vernietigen en de moeder alsnog niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek.

7.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kinderrechter (in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo) van 18 november 2022 waarover de moeder een beslissing van het hof heeft gevraagd;
verklaart de moeder alsnog niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vervallenverklaring.
Deze beschikking is gegeven door mrs. I.G.M.T. Weijers-van der Marck, P.B. Kamminga en A.L.H. Ernes, bijgestaan door mr. K.A.M. Oude Vrielink. De beschikking is in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.