In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder om een WhatsAppbericht van de William Schrikker Stichting als schriftelijke aanwijzing aan te merken en deze te vervallen. De moeder en de vader zijn de ouders van een minderjarige, geboren in 2012, en hebben samen het gezag over het kind. Na de beëindiging van hun relatie in 2021, is de minderjarige onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting. De moeder verzocht de kinderrechter om het WhatsAppbericht, dat door de gecertificeerde instelling was gestuurd, als schriftelijke aanwijzing te beschouwen en te vervallen. De kinderrechter wees dit verzoek af, wat leidde tot het hoger beroep door de moeder.
Het hof oordeelde dat het WhatsAppbericht geen schriftelijke aanwijzing was, maar een vastlegging van eerder gemaakte afspraken tussen de moeder en de gecertificeerde instelling. Het hof vernietigde de beschikking van de kinderrechter en verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot vervallenverklaring. De beslissing is gebaseerd op de overweging dat het WhatsAppbericht niet voldeed aan de wettelijke definitie van een schriftelijke aanwijzing zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het hof concludeerde dat de moeder niet kon worden ontvangen in haar verzoek, omdat het WhatsAppbericht niet als een schriftelijke aanwijzing kon worden aangemerkt.