ECLI:NL:GHARL:2023:1860
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Ontkenning en vaststelling van vaderschap in hoger beroep met betrekking tot de biologische afstamming en de rol van belanghebbenden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de ontkenning en vaststelling van het vaderschap van de vrouw, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De vrouw, geboren in 1951, stelt dat haar biologische vader [naam3] is, terwijl [naam2] haar juridische vader is. De vrouw heeft grieven ingediend tegen de beschikking van 13 augustus 2021, waarin de rechtbank haar verzoek tot ontkenning van het vaderschap van [naam2] afwees. Het hof heeft de vrouw in de gelegenheid gesteld om DNA-onderzoek te laten uitvoeren op het weefsel van [naam2] dat zich in het Meander Medisch Centrum bevindt. De erfgenaam van [naam2] is als belanghebbende aangemerkt met betrekking tot de proceskosten, maar niet voor de ontkenning van het vaderschap. Het hof oordeelt dat de vrouw tijdig haar verzoek tot ontkenning heeft ingediend, en dat er voldoende feiten zijn die de mogelijkheid van een andere biologische vader ondersteunen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het DNA-onderzoek.