ECLI:NL:GHARL:2023:1542
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Th.C.M. Willemse
- B.J.H. Hofstee
- S.B. Boorsma
- ing. P. Kerkstra
- ing. H.G.J.M. Janssen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de afwijzing van een vordering tot vastlegging van een reguliere pachtverhouding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de afwijzing van zijn vordering tot vastlegging van een reguliere pachtverhouding door de pachtkamer in Leeuwarden. [appellant] heeft twee percelen in gebruik gekregen van [geïntimeerde], waarvan hij het ene perceel een jaar en het andere iets langer heeft gebruikt. Hij stelt dat er sprake is van een reguliere pachtverhouding, maar de pachtkamer oordeelt dat hij geen bedrijfsmatige landbouw uitoefent en wijst de vordering af. Het hof bevestigt dit oordeel en bekrachtigt het vonnis van de pachtkamer.
De procedure in hoger beroep begon na een arrest van 26 juli 2022, waarna op 12 januari 2023 een mondelinge behandeling plaatsvond. [appellant] heeft in hoger beroep de vastlegging van een pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd gevorderd, maar het hof oordeelt dat hij niet voldoet aan de eisen voor bedrijfsmatige landbouw. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een complex van economische activiteiten gericht op winst door uitoefening van de landbouw, wat een vereiste is voor de pachtovereenkomst.
Het hof wijst ook op de onduidelijkheid van de gebruikstitel, opbrengsten en kosten van de percelen in de jaren 2019-2021. De vordering van [appellant] wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. Het hof verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad en wijst verder gevorderde zaken af.