Uitspraak
[appellant],
1.A & F Accountancy en Fiscale Advisering,
A&F,
2.[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde2],
A&F c.s.,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
26 augustus 2020. Deze laatste declaraties bedragen in totaal € 12.073,22.
3.Het oordeel van het hof
Inleiding
inhet jaar 2019 respectievelijk 2020 en niet
overhet jaar 2019 respectievelijk 2020. Dit geldt ook voor alle eerdere jaarnota’s voorafgaand aan 15 januari 2019. Gedeclareerd werd dus in 2019 voor het maken van de jaarstukken over 2018 en in 2020 voor het maken van de jaarstukken over 2019. Deze gang van zaken is ook logisch. De jaarstukken van een bepaald jaar kunnen immers niet gedurende datzelfde jaar worden opgemaakt, omdat dat jaar dan nog niet ten einde is. Het enkele feit dat er volgens afspraak in maandelijkse termijnen werd betaald, is geen aanwijzing dat er desondanks (zoals [appellant] stelt) sprake is van een voorschotbetaling op het komende jaar. Voldoende aannemelijk is dus dat de (niet betaalde) declaratie van 20 januari 2020 van
4.De beslissing in kort geding
14 februari 2023.