ECLI:NL:GHARL:2023:1231

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
200.305.892/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel gezamenlijk gezag ouders in het belang van de kinderen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van ouders over hun kinderen. De vader, verzoeker in hoger beroep, en de moeder, verweerster in hoger beroep, zijn betrokken in een procedure die zich uitstrekt over meerdere jaren. De zaak betreft de vraag of het gezamenlijk gezag van de ouders kan worden hersteld, na eerdere beslissingen waarbij de vader alleen met het gezag was belast. Het hof heeft in eerdere beschikkingen aangegeven dat er onvoldoende duidelijkheid was over de gewijzigde omstandigheden die nodig zijn voor een geslaagd beroep op artikel 1:253o van het Burgerlijk Wetboek. De Raad voor de Kinderbescherming heeft onderzoek gedaan naar de thuissituatie van de moeder en de relatie tussen de ouders. In hun rapporten concludeerden zij dat de kinderen geen negatieve gevolgen ondervinden van het gezamenlijk gezag en dat de ouders in staat zijn om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. Het hof heeft vastgesteld dat de situatie bij de moeder en de relatie tussen de ouders in positieve zin is gewijzigd. De ouders hebben stappen gezet in de goede richting en zijn in staat om samen te werken in het belang van hun kinderen. Het hof heeft daarom besloten het gezamenlijk gezag van de ouders te herstellen, zodat zij weer vanuit een positie van gelijkheid over hun kinderen kunnen overleggen. De beslissing van het hof is een bevestiging van de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op 21 oktober 2021 werd gegeven.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.305.892/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 178141)
beschikking van 9 februari 2023
in de zaak van
[verzoeker](de vader),
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
advocaat: mr. P. Rijnsburger te Leeuwarden,
en
[verweerster](de moeder),
wonende te [woonplaats2] ,
verweerster in hoger beroep,
advocaat: mr. F. Hofstra te Leeuwarden.
In zijn toetsende en/of adviserende taak is gekend:
de raad voor de kinderbescherming(de raad),
regio Noord Nederland, locatie Leeuwarden.

1.Hoe de procedure tot nu toe is gelopen

1.1
Voor het verloop van het geding tot 27 september 2022 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- een brief van de raad van 21 december 2022 met als bijlage het raadsrapport (met bijlagen) van dezelfde datum;
- een journaalbericht namens de moeder van 23 december 2022 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de vader van 10 januari 2023 met bijlage(n).

2.De motivering van de beslissing

2.1
In zijn beschikking van 27 september 2022 heeft het hof overwogen dat geen beslissing kon worden genomen omdat onvoldoende duidelijk was of er sprake was van gewijzigde omstandigheden, hetgeen vereist is voor een geslaagd beroep op artikel 1:253o van het Burgerlijk Wetboek. Het hof had behoefte aan actuele informatie van de raad hierover. Het hof heeft de zaak daarom aangehouden en de raad verzocht een (aanvullend) onderzoek in te stellen naar de vraag in hoeverre er sprake is van gewijzigde omstandigheden bij de moeder, waarbij de thuissituatie van de moeder onderzocht diende te worden. Het hof heeft de raad uitdrukkelijk verzocht de moeder ook daadwerkelijk thuis te bezoeken en ook de partner van de moeder in het onderzoek te betrekken, omdat er destijds grote zorgen waren over hem, zijn problematiek en zijn gedrag.
2.2
In het rapport van 6 april 2022, aangevuld bij rapport van 1 augustus 2022, merkt de raad ten aanzien van het gezag op dat er in het onderzoek onvoldoende gronden naar voren komen die aantonen dat de kinderen klem of verloren zijn geraakt door het bij de bestreden beschikking herstelde gezamenlijke gezag van de ouders. De kinderen hebben een positief contact met beide ouders en geven bij de raad aan geen verschil te merken nu beide ouders belast zijn met het gezag. De raad ziet geen aanleiding tot zorgen over de gezagsinvulling door de moeder. Door de nodige hulpverlening aan te gaan met [naam1] zijn de ouders in staat geweest om op een respectvolle manier met elkaar in gesprek te komen, afspraken te maken en tot een zorgregeling te komen waarbij de kinderen wekelijks naar de moeder gaan. De raad adviseert het gezamenlijk gezag van de ouders in stand te laten.
In zijn aanvullend rapport van 21 december 2022 handhaaft de raad zijn advies van het raadsrapport van 6 april 2022. De raad is van mening dat de persoonlijke omstandigheden van de moeder en haar partner de laatste jaren gewijzigd zijn. De partner heeft hulp gezocht voor zijn verslavings- en emotieregulatie-problematiek bij VNN. Dit heeft hij positief afgerond en dit is in oktober 2020 bevestigd door VNN. Er zijn de laatste jaren geen zorgmeldingen ontvangen bij Veilig Thuis en er zijn geen politiecontacten geregistreerd over het gezin van de moeder. De moeder en haar partner zijn al tien jaar samen, zorgen samen voor hun drie kinderen, ondervinden daarin geen problemen, en ervaren hun relatie als stabiel. Ze hebben beiden werk en inkomen. De omgang tussen de moeder en de kinderen [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] verloopt positief. De vader en de moeder profiteren van de hulpverlening vanuit [naam1] . De partner van de moeder is positief betrokken bij de omgang en iedereen staat open voor samenwerking.
2.3
Bij de onder 1.2 vermelde journaalberichten hebben de ouders gereageerd op het raadsrapport van 21 december 2022. De moeder laat weten het eens te zijn met de inhoud van het rapport en met de uitkomst van het onderzoek. De vader verwijst naar zijn aan het raadsrapport gehechte reactie. Hij vindt dat de raadsonderzoekers onvoldoende kritisch zijn geweest richting de moeder en dat de moeder - in tegenstelling tot de vader - erg veel ruimte heeft gekregen voor haar stellingen. De vader heeft het gevoel dat de raadsonderzoekers vooringenomen zijn geweest. Hij verzoekt om aanvullend (onafhankelijk) onderzoek te doen naar de zorgen die er zijn bij de moeder thuis. Het raadsonderzoek heeft hem op dit punt niet gerustgesteld.
2.4
Het hof acht zich thans voldoende voorgelicht om zonder nadere mondelinge behandeling een verantwoorde beslissing te nemen. Ook partijen hebben niet om een nieuwe zitting gevraagd. Gelet op hetgeen het hof hierna overweegt, is er geen reden om opnieuw aanvullend onderzoek te laten doen zoals de vader vraagt. Van belang is dat er nu een eindbeslissing komt.
2.5
Bij zijn beschikking van 13 maart 2018 heeft het hof de beschikking van de rechtbank waarbij de vader alleen met het gezag over de kinderen werd belast, bekrachtigd. Redengevend daarvoor was - kort gezegd - de heftige ouderstrijd, ernstige communicatieproblemen tussen de ouders en het bij voortduring ontstaan van conflicten/incidenten, waar de partner van de moeder een behoorlijke rol in speelde en wat een (zeer) negatieve weerslag had op de kinderen.
2.6
Deze situatie is nu niet meer aan de orde. Zoals ook de vader erkent hebben hij en de moeder allebei stappen gezet in de goede richting waardoor zij weer met elkaar in gesprek zijn en de kinderen weer omgang hebben met de moeder. Ook de moeder geeft aan dat de omstandigheden in positieve zin zijn gewijzigd. Zij en haar partner hebben hun leven op orde en de omgang met de kinderen bij de moeder thuis, waar ook haar partner bij aanwezig is, verloopt goed. Het begin 2022 gestarte hulpverleningstraject van [naam1] werpt zijn vruchten af. De bevindingen van de raad zoals weergegeven in de hiervoor genoemde drie rapporten bevestigen dat. Anders dan de vader heeft het hof geen reden te twijfelen aan de kwaliteit van het aanvullend rapport van 21 december 2022. De raadsonderzoekers hebben voldoende onderzoek gedaan en - zoals gevraagd door het hof - uitgebreid gesproken met de moeder en haar partner bij hen thuis. Van vooringenomenheid is het hof niet gebleken. Ook is opnieuw informatie ingewonnen bij [naam1] . Daaruit komt naar voren dat de procedure bij het hof het proces tussen de ouders negatief heeft beïnvloed, maar dat de ouders zich desondanks op een positieve manier blijven inzetten voor de gesprekken met [naam1] . De werkrelatie en samenwerking met de ouders is goed en de verwachting is dat als de procedure bij het hof achter de rug is dit meer ruimte geeft aan de ouders in het proces van herstel van vertrouwen. De ouders kunnen samenwerken door het overleg te zoeken en onderling af te stemmen. De basis om constructief te communiceren is er en er worden door [naam1] geen belemmeringen of angsten van een ouder gezien in het onderlinge contact. De partner van moeder is positief betrokken in het proces en er zijn geen zorgen over de moeder en haar partner waargenomen door [naam1] . Dat de vader in het rapport van 21 december 2022 minder uitgebreid aan bod komt hangt samen met de door het hof gegeven opdracht en doet geenszins afbreuk aan de kwaliteit van het onderzoek.
2.7
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen staat voor het hof vast dat de situatie bij de moeder thuis en de relatie tussen de ouders (en moeders partner) in positieve zin is gewijzigd en dat er voldoende grond is om het gezamenlijk gezag van de ouders te herstellen. Dat de partner van de moeder er voor kiest om naar zijn andere woning te gaan als de druk door de huidige situatie hem teveel wordt, doet daar niet aan af. De positieve wijzigingen zijn bestendig gebleken en zijn ook bestand gebleken tegen de impact van de huidige hofprocedure op de ouders. Dat verdient een groot compliment. Omdat de ouders allebei een rol spelen in het leven van de kinderen, op hen betrokken zijn en allebei de zorg voor hun kinderen dragen, is het naar het oordeel van het hof in het belang van de kinderen dat de ouders weer gezamenlijk het gezag hebben en gezamenlijk overleggen over de kinderen vanuit een positie van gelijkheid. Van de ouders vraagt het hof dat zij elkaar die rol/positie blijvend gunnen en elkaar daarin respecteren. Het hof hoopt dat de ouders zich na de beschikking van het hof volledig gaan richten op het belang van de kinderen en voort zullen gaan met hun traject bij [naam1] zonder dat zij daarbij gehinderd worden door (nieuwe) juridische procedures.

3.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen.

4.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 21 oktober 2021.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.M. van der Meer, I.A. Vermeulen en E.M.J. Brink, bijgestaan door mr. T. van der Veen als griffier, en is op 9 februari 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.