Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante]
1.[geïntimeerde1]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
ter bestendiging van de reeds bestaande situatie” ter plaatse een erfdienstbaarheid vestigen ten behoeve van de aan [geïntimeerde2] verkochte percelen en ten laste van de percelen 822 en 661 [nu: onder andere 835 en 839, toevoeging hof], “
waarbij de eigenaar van het lijdend erf dient te dulden dat de eigenaar van het heersend erf komt en gaat naar de openbare weg, via het lijdend erf, op de voor de eigenaar van het lijdend erf minst belastende wijze (...).”
Overeenkomst recht van overpad [adres] 134, 136 en [naam2]”. Daarbij is de situatieschets gevoegd, die onder r.o. 2.3 is getoond (met uitzondering van de rode streep, die geen onderdeel van de oorspronkelijke schets is). Deze overeenkomst zegt: “
Recht van overpad is overeenkomstig de huidige situatie en is op onderstaande situatieschets gearceerd weergegeven”. In de leveringsakte is een omschrijving van de erfdienstbaarheden opgenomen die op de geleverde percelen rusten. Daar staat, voor zover relevant:
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden wordt verwezen naar: