Uitspraak
bij de rechtbank: eiseres,
Regenboog Apotheek,
1.Zilveren Kruis Zorgverzekeringen NV,
Zilveren Kruis,
2. Interpolis Zorgverzekeringen NV,
Interpolis,
3. De Friesland Zorgverzekeraar NV,
De Friesland,
4. FBTO Zorgverzekeringen NV,
FBTO,
Zilveren Kruis c.s.,
1.De verdere procedure bij het hof
Ter voorbereiding op de mondelinge behandeling heeft Regenboog Apotheek nog een productie (productie C) in het geding gebracht en hebben Zilveren Kruis c.s. bij akte twee producties (9 en 10) overgelegd.
12 oktober 2022) enkele opmerkingen gemaakt over het proces-verbaal van de mondelinge behandeling. Het hof zal het proces-verbaal lezen met inachtneming van de opmerkingen van partijen.
2.Waar gaat het in deze zaak om?
2.2 Regenboog Apotheek heeft in dit kort geding gevorderd dat Zilveren Kruis c.s. veroordeeld worden om dexmethyfenidaat aan haar verzekerden te vergoeden indien zij
- kort gezegd - dit geneesmiddel door hun arts voorgeschreven hebben gekregen nadat gebleken is dat andere geneesmiddelen onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben.
2.3 De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, omdat de zaak te complex is voor behandeling in kort geding. Volgens de voorzieningenrechter is nader onderzoek door een deskundige nodig om de vraag te kunnen beantwoorden of dexmethylfenidaat behoort tot de stand van de wetenschap en praktijk als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit Zorgverzekering. Dat moet wel vaststaan wil de magistrale bereiding van dexmethyfenidaat voor vergoeding in aanmerking komen.
2.4 Het hof komt tot een ander oordeel en zal de vorderingen van Regenboog Apotheek alsnog toewijzen. Het hof zal dit oordeel hierna motiveren, door eerst de relevante feiten te vermelden en door vervolgens in te gaan op de standpunten van partijen. In dat verband zal het hof ook de bezwaren (‘grieven’) van Regenboog Apotheek tegen het vonnis van de voorzieningenrechter bespreken.
3.De relevante feiten
3.3 In de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis voor het jaar 2021 is in artikel B.4 het recht op vergoeding van farmaceutische zorg geregeld. In deze bepaling is onder meer het volgende vermeld:
‘
U heeft recht op terhandstelling, advies en begeleiding van:(…)c. andere dan geregistreerde geneesmiddelen die volgens de Geneesmiddelenwet in Nederland mogen worden afgeleverd. Het moet dan wel om rationele farmacotherapie gaan. Onder rationele farmacotherapie verstaan wij een behandeling met een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, waarvan de werkzaamheid en effectiviteit door wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld en die ook het meest economisch is voor uw basisverzekering. Onder rationele farmacotherapie vallen:- geneesmiddelen die door of in opdracht van een apotheek op kleine schaal zijn bereid.(…)’
In het Reglement Farmaceutische Zorg 2021 van Zilveren Kruis is het volgende te lezen:
‘
5Niet geregistreerde geneesmiddelenIn een aantal gevallen heeft u ook aanspraak op en/of recht op vergoeding van niet-geregistreerde geneesmiddelen. (…)
De polisvoorwaarden en het reglement farmaceutische zorg van Interpolis, De Friesland en FBTO bevatten vergelijkbare bepalingen.
‘
dat verzekerden van CZ met ADHD die het middel dexmethylfenidaat door hun arts voorgeschreven krijgen nadat gebleken is dat andere middelen, waaronder methylfenidaat, onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben, aanspraak hebben op vergoeding van dit geneesmiddel op grond van de Zorgverzekeringswet en de daarop gebaseerde polisvoorwaarden van CZ.’
tot het arsenaal aan werkzame bestanddelen die
31 mei 2021 heeft Zilveren Kruis laten weten haar vergoedingsbeleid niet aan te passen. Zilveren Kruis heeft in de e-mail onder meer verwezen naar het Informatorium Medicamentorum, een boekwerk voor apothekers met voor apothekers relevante informatie over geneesmiddelen, dat jaarlijks door de KNMP (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie) wordt uitgegeven. Hierin staat: ‘Het is nog onduidelijk of dexmethylfenidaat effectiever is of minder bijwerkingen heeft dan methylfenidaat’. Verder heeft Zilveren Kruis in die e-mail laten weten dat de apotheekbereiding van Regenboog Apotheek met dexmethylfenidaat daarom niet voldoet aan het criterium van rationele farmacotherapie en om die reden niet wordt vergoed.
In de verschillende ADHD-richtlijnen worden geen adviezen gegeven over de toepassing
4.De bespreking van het geschil
Regenboog Apotheek heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen
‘
De richtlijnen en standpunten van het CVZ zijn niet bindend. Of op grond van de Zorgverzekeringswet aanspraak bestaat op (vergoeding van) een bepaalde prestatie, dient (rechtstreeks) te worden bepaald aan de hand van de hiervoor in 4.2.2-4.2.4 bedoelde maatstaven. Gelet op de hiervoor in 4.2.5 genoemde wettelijke taak van het CVZ ligt het echter voor de hand om daarbij in beginsel uit te gaan van door deze gegeven standpunten of richtlijnen, in die zin dat een zorgverzekeraar die daarvan afwijkt, die afwijking van een deugdelijke motivering dient te voorzien. Dit volgt ook uit de op art. 64 Zvw gegeven toelichting (Kamerstukken II 2003-2004, 29 763, nr. 3, p. 161). Evenzeer dient de rechter die tot een ander oordeel komt dan is vervat in een dergelijk standpunt of in een dergelijke richtlijn, dit deugdelijk te motiveren.’
omdat het pakket anders versmald zou zijn tot enkel evidence based medicine. Slechts een klein deel van het medisch arsenaal voldoet daaraan.’
‘1. Farmaceutische zorg omvat terhandstelling van of advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden ten behoeve van medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van(…)
1. Het is verboden een geneesmiddel in het handelsverkeer te brengen zonder handelsvergunning (…)
b. de patiënt moet redelijkerwijs aangewezen zijn op het geneesmiddel
c. er moet sprake zijn van rationele farmacotherapie (artikel 2.8 lid 1 onder b Bzv).
Bij dit alles is het uitgangspunt dat het magistraal bereide geneesmiddel wel dient te voldoen aan de omschrijving van artikel 40 lid 3 onder a Gnw, waarin ook het vereiste ‘op kleine schaal’ (door partijen ook wel aangeduid als ‘het getalscriterium’) is vermeld.
3 oktober 2018 overgelegd, waarin de vraag beantwoord wordt of dexmethylfenidaat en methylfenidaat verschillende verbindingen zijn. Na een uiteenzetting volgen aan het slot van de brief een samenvatting en een conclusie, die als volgt luiden:
‘
Samenvattend kan het volgende worden geconstateerd:
Zilveren Kruis c.s. hebben deze van de beroepsvereniging van apothekers afkomstige conclusie onvoldoende overtuigend weersproken.
- Dexmethylfenidaat is (in elk geval) in de VS en Zwitserland als geregistreerd geneesmiddel voor de behandeling van ADHD op de markt. In de VS is dexmethylfenidaat goedgekeurd door de US Food and Drug Administration (hierna: FDA). De FDA heeft het volgende geconcludeerd betreffende een applicatie van dexmethylfenidaat (40 mg retard, dat wil zeggen met vertraagde afgifte):
‘
We have completed the review of this [hof: de desbetreffende applicatie] and have concluded that adequate information has been presented to demonstrate that the drug is safe and effective.’
- In de ‘Richtlijn ADHD bij volwassenen’ van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie wordt de behandeling met methylfenidaat besproken. Onder het kopje ‘Samenvatting van het klinisch bewijs voor methylfenidaat’ is de bespreking van het wetenschappelijk onderzoek als volgt samengevat:
‘
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het gebruik van methylfenidaat de ernst van
De conclusies luiden:
‘
Het is aannemelijk dat methylfenidaat bij de behandeling van ADHD bij volwassenen effectief is in het verminderen van ADHD-symptomen en in het bewerkstelligen van algehele klinische verbetering.Een groot deel van het wetenschappelijk bewijs is heterogeen en niet volledig consistent, hetgeen heeft geleid tot een matige graad van evidentie en tot de gebruikte formulering.Er zijn aanwijzingen dat methylfenidaat vaak gepaard gaat met de volgende bijwerkingen: verminderde eetlust, droge mond, misselijkheid, hartkloppingen, slaapproblemen.’
- In 2019 werd dexmethylfenidaat in de VS 5.000.000 maal voorgeschreven. Het stond als geneesmiddel als nummer 131 op de lijst van 500 meest voorgeschreven medicijnen. In Nederland is dexmethylfenidaat inmiddels door (in elk geval) 150 psychiaters voorgeschreven.
- In een advies van het ZiN van 21 juli 2016 aan de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekering (SKGZ) in een geschil tussen een individuele verzekerde en diens zorgverzekeraar betreffende de vergoeding van dexmethylfenidaat overwoog het ZiN:
‘
Over de werkzaamheid c.q. effectiviteit van dexmethylfenidaat zijn voldoende studies beschikbaar.’ Met deze woorden refereert het ZiN aan het begrip ‘bewezen werkzaam en effectief’, een van de vereisten voor rationele farmacologie (waarover hierna meer). Partijen zijn het erover eens dat het vereiste van bewezen werkzaam en effectief vergelijkbaar is met het criterium stand van de wetenschap en praktijk.
exmethylfenidaat is rationele farmacotherapie4.26 Het begrip ‘rationele farmacotherapie’ is in de Nota van toelichting, toen het in de tekst van de voorloper van het Bzv werd geïntroduceerd, als volgt gedefinieerd [6] :
‘
Rationele farmacotherapie kan worden gedefinieerd als een behandeling met een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, waarvan de werkzaamheid en effectiviteit blijkt uit wetenschappelijke literatuur en die tevens het meest economisch is voor de ziekenfondsverzekering onderscheidenlijk de patiënt’.
Er is dus sprake van rationele farmacotherapie als een geneesmiddel een geschikte vorm heeft (i), bewezen effectief en werkzaam is (ii) en het meest economisch is voor de zorgverzekering onderscheidenlijk de patiënt (iii). Partijen zijn het er over eens dat het vereiste onder i. in hun geschil geen rol speelt en dat het vereiste onder ii. samenvalt met het hiervoor onder a. vermelde vereiste van de stand van de wetenschap en praktijk. Het gaat dan ook om het vereiste onder iii., dat overigens door Zilveren Kruis c.s. in de processtukken en ook in haar polisvoorwaarden in afwijking van de wetsgeschiedenis is ingekort tot het voordeligst en meest economisch voor (alleen) de zorgverzekeraar. Het hof zal uitgaan van de door de wetgever gegeven definitie.
‘methylfenidaat daarmee voldoende uitwisselbaar is (daaraan voldoende gelijkwaardig is)’ Voor eventuele verdergaande eisen is volgens het hof Den Bosch geen plaats. Het hof verenigt zich met dit oordeel van het hof Den Bosch, dat door partijen overigens ook niet ter discussie wordt gesteld. Partijen verschillen wel van mening over de vraag of methylfenidaat en dexmethylfenidaat uitwisselbaar zijn. Volgens Regenboog Apotheek is dat niet het geval, volgens Zilveren Kruis c.s. wel. De kern van het verschil zit ‘m er in of de uitwisselbaarheid op individueel niveau of op groepsniveau moet worden vastgesteld. In het eerste geval is bepalend of het voor een individuele patiënt - op het punt van effectiviteit en bijwerkingen - uitmaakt of hij dexmethylfenidaat of methylfenidaat toegediend krijgt. In het tweede geval gaat het om de uitwisselbaarheid op groepsniveau van dexmethylfenidaat en methylfenidaat; bepalend is of beide middelen op groepsniveau gelijkwaardig zijn.
- Gelet op het voorgaande, valt niet in te zien wat de meerwaarde van het vereiste ‘bewezen effectief en werkzaam’ binnen het criterium rationele farmacotherapie voor magistraal bereide geneesmiddelen is in de situatie dat een vergelijkbaar middel is opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem: vergoeding van het magistraal bereide geneesmiddel stuit dan immers altijd al af op het vereiste dat het geneesmiddel het meest economisch moet zijn. De vraag of het magistraal bereide geneesmiddel bewezen effectief en werkzaam is, is in het door Zilveren Kruis c.s. voorgestane systeem niet relevant, omdat ook bij een bevestigend antwoord op die vraag het magistraalk bereide geneesmiddel niet het meest economisch is en om die reden niet voor vergoeding in aanmerking komt. Voor het vereiste van stand van de wetenschap en praktijk en het indicatievereiste geldt trouwens hetzelfde: ook die vereisten zullen in de door Zilveren kruis c.s. voorgestane systematiek nooit de doorslag geven wanneer een vergelijkbaar middel beschikbaar is.
- In de door Zilveren Kruis c.s.bepleite systematiek geven uiteindelijk economische factoren de doorslag. Ook als een magistraal bereid geneesmiddel voor een individuele patiënt effectiever is en/of tot minder bijwerkingen leidt en het om die reden door de behandelend arts wordt voorgeschreven, mag de verzekeraar vergoeding weigeren alleen omdat het duurder is dan het geregistreerde geneesmiddel dat op groepsniveau uitwisselbaar is met het magistraal bereide geneesmiddel. Op die manier wordt aan een verzekerde
- Daarbij aansluitend: indien zorginhoudelijke criteria doorslaggevend zijn, is de situatie van de individuele verzekerde - diens behoefte aan zorg - en niet de situatie van de groep verzekerden met een vergelijkbare aandoening uiteindelijk bepalend. Dat betekent dat niet op dat groepsniveau, maar op het niveau van de individuele verzekerde bepaald dient te worden of sprake is van uitwisselbaarheid. In de context van het preferentiebeleid is dat ook tot uitdrukking gebracht in artikel 2 lid 4 Bzv, dat erop neerkomt dat de voorschrijvende arts
- uiteraard op het niveau van de individuele verzekerde - bepaalt of het door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddel voor de verzekerde medisch niet verantwoord is en dat, indien dat niet het geval is, de verzekeraar een ander dan het aangewezen geneesmiddel dient te vergoeden [8] . Het ligt niet voor de hand dat voor magistraal bereide geneesmiddelen het oordeel van de voorschrijvende arts dat niet het aangewezen geneesmiddel maar het magistraal bereide alternatief medisch verantwoord is, wel vanwege kostentechnische overwegingen terzijde kan worden gelegd door de verzekeraar.
De specifieke eigenschappen van dexmethylfenidaat zijn voor sommige patiënten effectief waar de overige medicatie niet voldoende effectief is.’ In deze situatie, waarin een substantieel aantal behandelend artsen op basis van de ervaringen van patiënten met het effect van methylfenidaat en dat van dexmethylfenidaat het laatste middel (blijven) voorschrijven, is voldoende aannemelijk dat er op patiëntniveau verschillen in de (bij)werking van beide geneesmiddelen zijn. Die conclusie is niet slechts gebaseerd op de subjectieve en wellicht aanvechtbare ervaring van een enkele patiënt, maar geobjectiveerd door het medisch oordeel van de behandelend artsen. De door Zilveren Kruis c.s. getrokken vergelijking met het veronderstelde effect van homeopatische middelen gaat alleen om die reden al niet op (overigens ook niet omdat hiervoor al is overwogen dat dexmethylfenidaat wel voldoet aan het vereiste van de stand van de wetenschap en praktijk).
‘
In Nederland zijn geen geregistreerde geneesmiddelen in de handel die alleen de werkzame stof dexmethylfenidaat bevatten. Hoewel over de effectiviteit c.q. werkzaamheid van dexmethylfenidaat studies beschikbaar zijn blijkt niet dat dexmethylfenidaat en methylfenidaat niet nagenoeg uitwisselbaar zijn.De door verzoeker gepercipieerde verschillen in werking kunnen daarom niet voldoende verklaard worden door verschil in samenstelling.’
Aan Zilveren Kruis c.s. kan worden toegegeven dat deze uitspraak steun biedt aan het standpunt van Zilveren Kruis c.s. dat sprake is van uitwisselbaarheid tussen methylfenidaat en dexmethylfenidaat. Toch legt de uitspraak naar het voorlopig oordeel van het hof tegenover wat hiervoor over de uitwisselbaarheid is overwogen onvoldoende gewicht in de schaal. Daarbij is allereerst van belang dat de uitspraak ziet op het geschil tussen één individuele verzekerde en een zorgverzekeraar. Uit de uitspraak volgt niet dat deze verzekerde de klinische ervaring van de 150 psychiaters heeft aangevoerd. Dat ligt niet voor de hand, zodat ook niet aannemelijk is dat het ZiN die ervaring heeft kunnen meewegen. Niet voor niets maakt het ZiN melding van de ‘door verzoeker gepercipieerde verschillen in werking’. Vervolgens is van belang dat de bewoordingen van het ZiN over de uitwisselbaarheid weinig stellig zijn: ‘
blijkt niet dat (…) niet nagenoeg uitwisselbaar zijn’. De dubbele ontkenning en het woord ‘nagenoeg’ zijn in dit verband veelzeggend. Ten slotte is het oordeel van het ZiN over de uitwisselbaarheid op patiëntniveau gebaseerd op algemene studies over de werking van beide middelen, niet op studies over de individuele ervaringen van patiënten. Met deze studies, en de daaruit door het ZiN getrokken conclusies, wordt de ervaringskennis van de hiervoor vermelde psychiaters over het verschil in werking van beide middelen op patiëntniveau dan ook afdoende weerlegd.
bij de grootschalige geneesmiddelenproductie bestaat nu eenmaal een groter risico voor de volksgezondheid, omdat een middel over een grotere populatie personen wordt verspreid. Het begrip ‘kleine schaal’ wordt in de wetsgeschiedenis niet concreet ingevuld. Of sprake is van ‘op kleine schaal’ is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de vraag of aan de eigen patiënten van de apotheek wordt geleverd, of de geneesmiddelenproductie de omvang van een normale klandizie te boven gaat en het aantal patiënten waaraan het magistraal bereide geneesmiddel wordt verstrekt [9] .
- verstrekking aan enkele tot ongeveer 50 unieke patiënten per maand bij langdurig gebruik van het geneesmiddel;
- verstrekking tot circa 150 patiënten per maand bij kortdurend gebruik.
In de toelichting op het getalscriterium geeft de minister aan dat de IGJ zich, als bestuursorgaan, dient te houden aan haar eigen beleidsregels, maar ook een afwijkingsbevoegdheid heeft: als het handelen van de IGJ voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen, is er reden voor afwijking van die beleidsregels, aldus de minister.
Het door Regenboog Apotheek genoemde aantal van 50 à 60 lijkt wat aan de lage kant, gelet op de informatie die Regenboog Apotheek zelf heeft verstrekt in de processtukken over het aantal psychiaters dat dexmethylfenidaat heeft voorgeschreven en over het aantal verzekerden van Zilveren Kruis c.s. dat (in 2016) was aangewezen op dexmethylfenidaat. Daar staat tegenover dat ook uit die informatie niet volgt dat het om vele honderden, laat staan duizenden, (potentiële) gegadigden gaat (10% van de patiënten met ADHD), zoals namens Zilveren Kruis c.s. tijdens de mondelinge behandeling is gesuggereerd.
Verder is bij die gelegenheid door Regenboog Apotheek gesteld dat op dit moment ongeveer de helft van haar omzet afkomstig is uit de magistrale bereiding van geneesmiddelen, waaronder dexmethylfenidaat.
Het hof stelt vast dat Zilveren Kruis c.s. ook niet hebben bestreden dat zij onrechtmatig handelen jegens Regenboog Apotheek indien zij tegenover hun verzekerden verplicht zouden zijn om de verstrekking van dexmethylfenidaat te vergoeden.
5.De beslissing
- voor de procedure bij de voorzieningenrechter op € 784,96 op aan verschotten en op
€ 1.016,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;
- voor de procedure bij het hof op € 870,92 aan verschotten en op € 2.228,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;