Uitspraak
1.[eiser] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
atot en met
m.In het besluit van 28 oktober 2020 heeft het bestuur van MSB Amphia de navolgende gronden van opzegging, verkort weergegeven, vermeld: ondanks waarschuwing ernstig in verzuim blijven met de nakoming van de verplichtingen (grondslag
h.); niet meer geschikt of bekwaam zijn om de praktijk uit te oefenen (grondslag
i.); door ernstig en structureel geschonden vertrouwen is sprake van onmogelijkheid tot samenwerking binnen MSB Amphia/het ziekenhuis en de vakgroep (grondslag
k.); op grond van overige omstandigheden (de gedragingen druisen in tegen de professionele en fatsoensnormen, er is inbreuk gemaakt op de afhankelijkheidsrelatie tussen medewerker en medisch specialist, de gedragingen ondermijnen het vertrouwen in de medische stand) kan van MSB Amphia niet gevergd worden de ledenovereenkomst ongewijzigd in stand te houden (grondslag
m.).
a.tot en met
e.). De eerste twee (formele) gronden zijn in deze zaak niet relevant. De door [eiser] c.s. genoemde gronden betreffen
c.het scheidsgerecht heeft zich niet aan zijn opdracht gehouden,
d.het vonnis is niet met redenen omkleed en
e.het vonnis of de wijze van totstandkoming daarvan is in strijd met de openbare orde. De vijf gronden voor vernietiging zien (grotendeels) op de formele toetsing van het arbitraal vonnis; de procedure bij het hof is dus geen (verkapt) hoger beroep. [1]
“Dat [eiser] geen eerlijke kans heeft gehad zijn onschuld te bewijzen, “zoals eisers naar de kern stellen, is niet de indruk die bevestiging vindt in het Besluit en de onderliggende producties, waaruit blijkt dat eisers alle ruimte is geboden hun visie naar voren te brengen en waarin voor de stelling van eisers dat tijdens het onderzoek van vooringenomenheid sprake was geen houvast is te vinden.” (slot van overweging 5.10). Met deze motivering gelezen in samenhang met de motivering onder de overwegingen 5.8 en 5.9, is gemotiveerd gereageerd op de volgens [eiser] c.s. ingenomen essentiële stellingen en op de procedurele bezwaren. Het scheidsgerecht heeft zich dan ook aan de opdracht gehouden en overigens is het arbitraal vonnis dan ook op dit onderdeel met redenen omkleed. De conclusie is verder ook dat er geen grond is voor vernietiging van het arbitraal vonnis vanwege strijd met de openbare orde.