ECLI:NL:GHARL:2022:9228
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Pullens
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van sanctiebeschikking wegens onterecht opleggen aan kentekenhouder zonder staandehouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, als kentekenhouder, had hoger beroep ingesteld tegen een sanctie van € 140,- die hem was opgelegd voor het niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg. De gedraging vond plaats op 19 mei 2020 op de Rijksweg A6 in Lelystad. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.
De betrokkene voerde aan dat de sanctie ten onrechte aan hem was opgelegd, omdat er geen staandehouding had plaatsgevonden. De ambtenaar had aangegeven dat hij geen stopmiddelen voorhanden had, maar de betrokkene betwistte dit en stelde dat er voldoende mogelijkheden waren om de bestuurder staande te houden. Het hof oordeelde dat de reden van de ambtenaar voor het niet staande houden onvoldoende was, gezien de omstandigheden ter plaatse en het feit dat de rijstrook naast de betrokkene vrij was van verkeer.
Het hof concludeerde dat de ambtenaar ten onrechte had gehandeld door de sanctie aan de kentekenhouder op te leggen zonder dat er een reële mogelijkheid was om de identiteit van de bestuurder vast te stellen. De beslissing van de kantonrechter werd vernietigd, het beroep werd gegrond verklaard en de sanctie werd vernietigd. De betrokkene kreeg de door hem gestelde zekerheid van de advocaat-generaal terugbetaald.