ECLI:NL:GHARL:2022:9113

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
200.280.086/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over wanprestatie bij behangovereenkomst en deskundigenrapport

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van Interstijl B.V. tegen Glas-, Schilder- en Afwerkingsbedrijf Scholten-Franke B.V. over de kwaliteit van het uitgevoerde behangwerk. Interstijl, de appellante, stelde dat Scholten-Franke wanprestatie had gepleegd door ondeugdelijk behangwerk te leveren. Het hof nam de inhoud van een eerder deskundigenrapport over, waarin werd geconcludeerd dat het behangwerk over het algemeen voldeed aan de professionele standaard. De deskundige had verschillende vragen beantwoord over de kwaliteit van het behangwerk en de uitvoering ervan. Interstijl betwistte de bevindingen van de deskundige en voerde aan dat er sprake was van onzorgvuldig onderzoek. Het hof oordeelde dat Interstijl niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims van wanprestatie. De vordering van Interstijl werd afgewezen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij Interstijl werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof concludeerde dat er geen reden was voor ontbinding van de overeenkomst of schadevergoeding aan Interstijl, en dat de kosten voor de procedure in hoger beroep voor rekening van Interstijl kwamen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.280.086
(zaaknummer rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, 8064193)
arrest van 25 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Interstijl B.V.,
gevestigd te Enschede,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna: Interstijl,
advocaat: mr. G.J. Hollema,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Glas-, Schilder- en Afwerkingsbedrijf Scholten-Franke B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna: Scholten-Franke,
advocaat: mr. J.B.M. Swart.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het (derde) tussenarrest van 30 november 2021 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- de rapportage van de deskundige Overvoorde Van Tilborg van 1 juni 2022;
- de memorie na deskundigenbericht van Interstijl;
- de begrotingsbeschikking van 6 juli 2022;
- de memorie na deskundigenbericht van Scholten-Franke.
1.3
Vervolgens heeft het hof wederom arrest bepaald.

2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
In het tweede tussenarrest van 20 april 2021 heeft het hof overwogen dat Interstijl wordt toegelaten tot bewijs van haar stelling dat Scholten-Franke, kort gezegd, wanprestatie heeft gepleegd, middels een deskundigenbericht en dat partijen zich bij akte mogen uitlaten omtrent de persoon van de deskundige(n), de aan deze te stellen vragen, de (maximale) hoogte van diens voorschot en de andere bijbehorende kwesties. In het tussenarrest van 30 november 2021 heeft het hof [naam1] (directeur/adviseur), bijgestaan door de heer [naam2] (adviseur), beiden werkzaam bij Overvoorde Van Tilborg Advies vastgoedonderhoud, te Waalwijk tot deskundige benoemd.
2.4
De deskundige heeft op 1 juni 2022 gerapporteerd en de door het hof gestelde vragen als volgt beantwoord:
Vraag 1
Voldeed het door Scholten-Franke uitgevoerde behangwerk aan de professionele standaard, te weten de eisen van de branche, althans aan de eisen van redelijk deskundig vakmanschap? Zo neen, wilt u dit toelichten (voor zover dat niet nader aan de orde komt bij de volgende vragen)?
Antwoord:
Over het algemeen voldoet het werk en kan gesproken worden van professioneel en goed
vakmanschap.
Vraag 2
Verschilt de kwaliteit van de eerste zending aan vinylbehang, dat niet bevestigd kon worden, met die van de tweede zending aan vinylbehang, dat wel aan de wanden is bevestigd? Zo ja, wat was daarvan de oorzaak en wat was daarvan het gevolg?
Antwoord:
In eerste instantie is geen verschil waarneembaar. Na intensivering van de inspectie is enig verschil waarneembaar. Dit lijkt een licht kleurverschil, wat als niet storend aan te duiden is.
Vraag 3
Heeft de voorbewerking van de wanden op de juiste wijze plaatsgevonden en met daartoe geschikte materialen? Zo neen, waarom komt u tot dat oordeel?
Antwoord:
Er is geen aanwijzing om aan te nemen dat de voorbewerking onjuist is uitgevoerd. Het behang zit over het algemeen vast.
Uit correspondentie is gebleken dat er moeilijkheden waren bij aanbrengen. Dit is bevestigd door de aanwezigen. Bij de inspectie zijn geen nadelige gevolgen waargenomen.
Vraag 4
In hoeverre is de kwaliteit van het gebruikte materiaal (behang en lijm) en/of ondergrond voor de oorzaak van het loskomen van het behang relevant?
Antwoord:
Over het algemeen zit het behang vast (zie antwoord 1).
Het in geringe mate loskomen ter plaatse van naden kan als incident beschouwd worden en staat niet specifiek in relatie tot tekortkomingen van prepareren van de ondergrond.
Vraag 5
Op welke wijze is het vinylbehang door Scholten-Franke aangebracht, en in hoeverre is er
conform de instructies ter zake het materiaal (voorbereiden en aanbrengen van vinylbehang van het merk Kobe, type Discovery) gehandeld?
Antwoord:
Het vinylbehang is stotend en in wildverband (free match) aangebracht.
Betreffende het voorbereiden van de ondergrond, is er geen sprake van het aftekenen van
oneffenheden, zoals deuken, scharen etc. Dit impliceert dat de ondergrond glad en gelijk van structuur is.
Met betrekking tot het aanbrengen van het vinylbehang vermeldt het verwerkingsvoorschrift van Koroseal de volgende aanpak:
"De naden van Koroseal wandbekleding kunnen op een van de volgende twee manieren worden verwerkt:
De aanbevolen methode is om stroken op de muur met elkaar te overlappen en door de overlapping te snijden, waarbij u ervoor zorgt dat u de gipsplaat niet raakt. (DUBBEL DOORSNIJDEN). Om ervoor te zorgen dat u geen lijm op het materiaal krijgt, raden we u aan om de naad met tape af te plakken.
Overlap de stroken ongeveer 2 centimeter en snij met een beschermde liniaal het midden van het dubbele overlappende materiaal. Gebruik voor elke dubbele snede een nieuw mes. Verwijder de bovenste en onderste stroken en werk in een strakke naad met een vochtige spons of wrijf zachtjes met een polyetheen- of PVC-afvlakmes. De tweede methode is om het materiaal tegen elkaar aan te plaatsen (STOTEN). Hierdoor blijft het reinigen tot een minimum beperkt, wat vooral belangrijk is bij het werken met donkere kleuren. De beste resultaten krijgt u met een beschermde liniaal op een snijtafel".
Hiermee is de aanpak conform verwerkingsvoorschriften.
Vraag 6
Vertoont het door Scholten-Franken aangebrachte vinylbehang schade en zo ja waaruit bestaat deze, wat is de exacte oorzaak van de schade en wanneer moet naar uw oordeel het ontstaan van de schade, dan wel de oorzaak ervan, zijn ingetreden?
Antwoord:
Er is geen sprake van schade. Incidenteel is sprake van in geringe mate loszittende naden (zie antwoord 1).
Vraag 7
Is het door Scholten-Franke aangebrachte vinylbehang overal op dezelfde en consistente
wijze (waaronder begrepen: stotend en niet overlappend en niet op patroon) aangebracht? Zo nee, op welke plekken is het vinylbehang afwijkend aangebracht en wat houdt de afwijking exact in?
Antwoord:
Het behang is consistent op dezelfde manier aangebracht, te weten stotend en in wildverband.
Vraag 8
Was het bij het aanbrengen nodig te 'snappen' (dubbel door te snijden) en is dit gebeurd?
Antwoord:
Gezien het eindresultaat is het dubbel doorsnijden van banen niet noodzakelijk gebleken. Dit is echter wel het voorschrift en conform de gebruiksaanwijzing.
Vraag 9
Indien het door Scholten-Franke uitgevoerde behangwerk niet voldoet aan de professionele standaard, althans aan de eisen van redelijk deskundig vakmanschap, op welke wijze kunnen de gebreken worden hersteld, en wat zijn de (herstel)kosten daarvoor?
A
ntwoord:
Het uitgevoerde behangwerk voldoet wel aan de eisen die als professionele standaard beschouwd mag worden.
Een verbeterpunt is het nalopen van de incidenteel voorkomende naden en vastzetten van loszittende delen. Deze actie is te beschouwen als opleverpunt. Dit betreft een halve mandag.
Een halve mandag staat in dit geval voor € 300,- (inclusief materiaal en BTW).
Vraag 10
Geeft het onderzoek overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen, die in verband met de beslissing van dit geschil van belang zouden kunnen zijn?
Antwoord:
Antwoord bij vraag 5 is tot stand gekomen aan de hand van verwerkingsvoorschriften, geleverd bij een gedane bestelling van (een geringe hoeveelheid van) het betreffende materiaal.
De deskundige heeft daaraan voorafgaand zijn bevindingen ter plaatse weergegeven, luidende voor zover relevant als volgt: “(…)
• Het behangwerk heeft een strakke en verzorgde uitstraling.
• Bij circa 10% van de naden is enigszins ruimte tussen banen waargenomen waarin een
voelermaatje (0,2 millimeter) inpast. Dit Is enkel waarneembaar bij een micro-opname. Bij een
afstand van 1 meter is dit niet te zien (foto 4).
• Het behang zit overwegend vast. Een enkel incident betreft gering loslatende randen (foto 5). Dit is
bepaald met behulp van een voelermaatje (0,2 millimeter). Het is incidenteel mogelijk ± 1 millimeter
achter het behang te steken (foto 6).
• Door gebruikmaking van een voelermaatje is het behang incidenteel en in zeer beperkte mate los
van de ondergrond te krijgen (foto 7).
• Een enkele smalle baan achter de bar oogt ietwat minder strak. Dit betreft een op maat gemaakte
baan, geplaatst tussen hele banen (foto 8).
• De hoekafwerkingen zijn overwegend strak.
• Door later plinten te plaatsen is er sprake van een strakke kantafwerking.
• Ter plaatse van het oppervlak zijn geen loszittende delen, zoals blazen en vouwen e.d.,
waargenomen. (…)”.
2.5
Interstijl heeft de bevindingen van de deskundige bestreden. Interstijl stelt dat sprake is van een onzorgvuldig onderzoek en een onzorgvuldig deskundigenbericht.
Interstijl heeft zich daarbij beroepen op een rapport van [naam3] van Jormi Behang-Schilders en Afwerkingsbedrijf (productie 9 bij memorie na deskundigenbericht) die op 11 mei 2022 een inspectie heeft uitgevoerd. Diens conclusie is dat het werk niet constant en deugdelijk is aangebracht zoals je mag verwachten van dit type behang. Interstijl stelt dat het onzorgvuldige deskundigenbericht geen basis kan zijn voor de beslechting van het onderhavige geschil. Interstijl is daarom van mening dat de bevindingen en beoordelingen van de door haar ingeschakelde partijdeskundigen [naam3] en [naam4] van Abro-projectafbouw dat wel kunnen zijn, dan wel dat daarvoor een nieuw deskundigenonderzoek nodig is.
2.6
Het meest opvallende is volgens Interstijl dat de deskundige in tegenstelling tot [naam3] met geen woord rept over het feit dat de toplaag van het behang op een aantal plekken beschadigd is door het strijken/aandrukken met een hard bordje/rakel, terwijl dat met een rakel voorzien van vilt had moeten gebeuren. [naam4] schrijft daarover in zijn e-mail van 4 oktober 2020 aan Daoud dat de behangers rakels hebben gebruikt zonder vilt waardoor er enorme vegen/krassen en andere beschadigingen aan het behang zijn ontstaan, aldus Interstijl. Het hof volgt deze stelling niet, nu deze onvoldoende is onderbouwd. Dat de genoemde [naam4] aanwezig is geweest tijdens het behangen is niet gebleken en hij kan dus ook niet uit eigen wetenschap verklaren hoe de behangers hebben gewerkt, nog daargelaten dat hij is ingeschakeld om een offerte uit te brengen om het werk over te doen en daarmee ook een eigen belang had. Het betreft bevindingen/conclusies achteraf. Uit de (tamelijk onduidelijke) foto waarnaar Interstijl verder heeft verwezen (bijlage 2 bij rapport [naam3] /Jormi) kan niet genoegzaam worden afgeleid dat de toplaag van het behang op een aantal plekken beschadigd is door het strijken/aandrukken met een hard bordje/rakel. Scholten-Franke betwist ook uitdrukkelijk dat zij zou hebben gewerkt met spatels zonder vilt. In elk geval heeft de deskundige in de bevindingen van [naam3] geen aanleiding gevonden om zijn conceptrapportage aan te passen.
2.7
Het hof ziet ook voor het overige in dit partijrapport van [naam3] geen aanleiding om af te wijken van de bevindingen van de door hem benoemde deskundige nu de deskundige ook kennis heeft genomen van dit inspectierapport en dit hem geen aanleiding heeft gegeven om tot andere conclusies te komen (zie rapport deskundige p. 16). De deskundige heeft immers aangegeven dat er weliswaar door hem soms afwijkingen aan het werk zijn geconstateerd, maar dat deze niet afdoen aan het gehele beeld dat het werk goed is uitgevoerd. Het hof is van oordeel dat ook het eerdere rapport van [naam4] (Abro-projectbouw) niet tot een andere conclusie leidt, gelet op de bevindingen van de deskundige.
2.8
Interstijl diende, kort gezegd, (middels het deskundigenbericht) te bewijzen dat Scholten-Franke kwalitatief onvoldoende werkzaamheden bij het uitvoeren van de behangovereenkomst (ondeugdelijk behangwerk) heeft verricht, zoals het hof in het tussenarrest van 20 april 2021 (rechtsoverweging 5.15) heeft overwogen.
In het voorgaande ligt echter besloten dat dit bewijs niet is geleverd en daarmee is van wanprestatie (tekortkomen) van Scholten-Franke, in die zin dat deze aanleiding zou vormen voor een gerechtvaardigd beroep op ontbinding van de overeenkomst, geen sprake geweest. Hetzelfde geldt voor het beroep op opschorting. Voor zover op enig onderdeel van de uitvoering van de werkzaamheden wel sprake zou zijn geweest van een tekortkoming is deze gelet op de bevindingen van de deskundige naar het oordeel van het hof in elk geval te gering om ontbinding te rechtvaardigen.
Het beroep op (gedeeltelijke) ontbinding heeft daarmee geen doel getroffen. Ook bestaat er gelet op het voorgaande geen reden voor toewijzing van schadevergoeding aan Interstijl. Daarmee staat vast dat Interstijl gehouden was het nog openstaande gedeelte van de factuurbedragen van Scholten-Franke te voldoen. Het hof is dus met de kantonrechter van oordeel dat de vordering in conventie toewijsbaar is en de vordering in reconventie moet worden afgewezen.
2.9
Het slagen van grief III (inzake het ontbreken van een [vaststellings-]overeenkomst, de zogenoemde creditafspraak) heeft, zoals volgt uit het tussenarrest van 20 april 2021, daarmee geen gevolg voor het bestreden vonnis nu de overige grieven niet opgaan en niet tot een andere uitkomst leiden. Daarmee dient het bestreden vonnis te worden bekrachtigd.
2.1
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Interstijl in de kosten van het hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Scholten-Franke zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht (verschotten) € 2.071,-
- salaris advocaat € 3.342,- (3 punten x tarief II ad € 1.114,-).
De kosten van de deskundige blijven voor rekening van Interstijl, die reeds met het voorschot daarvan was belast.
2.11
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter te Almelo van 26 februari 2020;
veroordeelt Interstijl in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Scholten-Franken vastgesteld op € 2.071,- voor verschotten en op € 3.342,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt Interstijl in de nakosten, begroot op € 163,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 85,- en de explootkosten van betekening van de uitspraak in geval Interstijl niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.F.J.N. van Osch, L.J. de Kerpel-van de Poel en W.C. Haasnoot en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
25 oktober 2022 en is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer.