Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amsterdam(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
Omkering bewijslast
[adres1] te [plaats1]lager moet worden vastgesteld, omdat bij de aangegeven waarde, die gelijk is aan de WOZ-waarde, ten onrechte geen rekening zou zijn gehouden met de brandschade die een gevolg is van een brand in 2013.
[adres3] te [plaats1]lager moet worden vastgesteld, omdat bij de aangegeven waarde, die gelijk is aan de WOZ-waarde, ten onrechte geen rekening zou zijn gehouden met de leegstand van het pand op de peildatum. Belanghebbende stelt dat rekening moet worden gehouden met de leegwaarderatio (artikel 17a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001) en dat door de leegstand de waarde in het economische verkeer lager is.
[adres2] te [plaats1]lager moet worden vastgesteld, omdat bij de aangegeven waarde, die gelijk is aan de WOZ-waarde, ten onrechte geen rekening zou zijn gehouden met de leegstand op de peildatum van het pand. De woning stond tijdelijk leeg omdat deze moest worden opgeknapt. Belanghebbende stelt dat rekening moet worden gehouden met de leegwaarderatio. De woning is in de jaren 2018 en 2019 daadwerkelijk aan derden verhuurd, aldus belanghebbende.
Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2021:1963), dat banksaldi moeten worden geëlimineerd uit box 3 omdat deze geen rendement opleveren en over het saldo geen rente wordt vergoed. Verder stelt belanghebbende dat de leegstaande woning ook geen rendement oplevert, zodat ook deze op nihil moet worden gewaardeerd. Daardoor is het saldo in box 3 nihil.
Hoge Raad 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:720 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2022:720)). Belanghebbende heeft niet gesteld dat het in aanmerking genomen (totale) inkomen uit sparen en beleggen hoger is dan het werkelijke rendement, dus is geen sprake van een inbreuk op artikel 1 EP. Ook heeft hij niet gesteld dat sprake is van een individuele en buitensporige last. Daarom faalt deze grief van belanghebbende.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).