In deze zaak heeft Stint Multi-Services B.V. op 11 mei 2022 een verzoekschrift ingediend voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor, waarbij Allinq NL B.V. en Allinq Networks B.V. als verweersters optreden. Na een mondelinge behandeling op 12 september 2022, waarin de toelaatbaarheid van de herziene versie van het verzoekschrift werd besproken, heeft het hof vastgesteld dat de wijzigingen in het verzoekschrift niet afdoen aan de verdediging van Allinq. De kern van het geschil betreft de vraag of er een samenwerkingsovereenkomst is gesloten tussen Stint en Allinq, en of Allinq werknemers van Stint heeft 'geronseld'. Stint wil dat Allinq in onderhandeling treedt over de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst of schadevergoeding betaalt voor het afbreken van de onderhandelingen. Het hof heeft geoordeeld dat Stint voldoende belang heeft bij het houden van een voorlopig getuigenverhoor om haar standpunten in de hoofdzaak te onderbouwen. Het verzoek is toegewezen, en het hof heeft bepaald dat het verhoor van getuigen zal plaatsvinden onder leiding van mr. G.D. Hoekstra. De beslissing is genomen op 27 september 2022.