In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. [Appellant], die van 2009 tot 1 januari 2022 eigenaar was van een eenmanszaak in auto-onderdelen, had eerder bij de rechtbank Overijssel een verzoek ingediend dat op 4 juli 2022 werd afgewezen. De rechtbank verklaarde [appellant] niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat hij niet de juiste documenten had overgelegd. In hoger beroep verzocht [appellant] het hof om het eerdere vonnis te vernietigen en alsnog de schuldsaneringsregeling toe te passen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 augustus 2022 heeft [appellant] verklaard dat hij een schuld heeft aan Moto-Profil van € 51.519,73, maar dat hij ook andere schulden had aan zijn verhuurder en zijn accountant. Het hof oordeelde dat [appellant] niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. Het hof constateerde dat [appellant] selectieve betalingen had gedaan aan andere schuldeisers, terwijl zijn schuldsaneringsverzoek in behandeling was. Dit werd als onaanvaardbaar beschouwd, omdat hij zijn schulden niet gelijkmatig had behandeld.
Het hof concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die toelating tot de schuldsaneringsregeling rechtvaardigden. Het verzoek van [appellant] werd afgewezen, en het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank, maar wees het verzoek tot schuldsanering af. De uitspraak benadrukt het belang van goede trouw in de schuldsanering en de gevolgen van selectieve betalingen aan schuldeisers.