In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Gemeente Utrecht tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de vorderingen van JCDecaux Nederland B.V. zijn toegewezen. De Gemeente had in 2018 een Europese aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor het plaatsen en exploiteren van haltevoorzieningen, waaronder abri’s. JCDecaux betwistte de geldigheid van de inschrijving van de winnende inschrijver, Reclame Bureau Limburg (RBL), en stelde dat de Gemeente onrechtmatig had gehandeld door de opdracht aan RBL te gunnen. Het hof oordeelt dat de Gemeente de inschrijving van RBL ongeldig had moeten verklaren, omdat deze niet voldeed aan de eisen van de aanbestedingsdocumenten, met name eis 5.8.3 van het Programma van Eisen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat de Gemeente aansprakelijk is voor de schade die JCDecaux lijdt als gevolg van het onrechtmatig handelen. De Gemeente wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.