Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het hoger beroepschrift, ter griffie ontvangen op 22 december 2021 met de stukken van eerste aanleg
3.Samenvatting en beslissing
4.De motivering van de beslissing in het hoger beroep
“In dit gesprek heeft [verzoeker] aangegeven, gezien zijn leeftijd, te willen reintegreren in zijn eigen baan ondanks dat hij de arbeidsrelatie niet goed vindt. Naar zijn mening ligt de oorzaak voor zijn ziekmelding in de workload en betreft het geen baan voor 32 uur. Hij heeft benoemt dat sindsdien hij in deze functie zit hij dit zo ervaart. [verzoeker] is van mening dat de functie, na volledig reintegreren, structureel aangepast moet worden.
- Ik heb aangegeven dat, na een periode van reintegreren, uiteindelijk onverminderd het functioneren in zijn huidige baan aan de orde zal komen. [verzoeker] heeft zich ziekgemeld een dag na zijn beoordelingsgesprek waarin hij heeft aangegeven het niet eens te zijn met de beoordeling. Ik heb aangegeven dat ik van mening ben dat de workload in de arbeidstijd ( [verzoeker] werkt 37 uur) niet het probleem is. Maar dat, dat mogelijk een probleem is vanwege onvoldoende functioneren.
- Gezien deze patstelling heeft de bedrijfsarts tijdens het gesprek benoemd dat er nu twee opties voorliggen: 1) Arbeidsdeskundige inzetten of 2) Afscheid nemen van elkaar. Waarbij hij heeft aangegeven dat indien het eerste scenario geen aanknopingspunten biedt altijd nog overgegaan kan worden op het tweede scenario.”
“Ik denk dat dit voor 2019 een mooie doelstelling is om op verder te gaan. Uiteindelijk zal het jou ook ontlasten als men zelf meer kennis heeft van het systeem en snapt hoe zaken werken. De wil is er, nu moeten we daarop doorpakken. Schakel [naam7] daar ook vooral bij in, je hoeft niet alles zelf te doen. (…)”
in plaats vaneen verbetertraject. CEVA had [verzoeker] daar nadrukkelijker op moeten wijzen en [verzoeker] moeten informeren over het verschil tussen een verbetertraject dat, al dan niet met behulp van scholing, [verzoeker] de kans bood op behoud van zijn functie indien hij zijn functioneren op de door CEVA gewenste wijze zou verbeteren en het herplaatsingstraject zoals dat in dit geval is vormgegeven. Dat de kans op een succesvol verbetertraject klein was gezien de uitkomsten van het assessment en de door GITP gesignaleerde beperkte ontwikkelbaarheid van [verzoeker] , doet er niet aan af dat [verzoeker] de keuze tussen de twee trajecten niet is voorgehouden zodat hij de voor- en nadelen van ieder van die trajecten niet voldoende heeft kunnen afwegen. Hierdoor is [verzoeker] onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren en is de d-grond niet voldragen.