2.10.Om de besparingen te kunnen schatten, heeft de deskundige de volgende aannames gedaan (zie punt 83 van het rapport):
De werkelijk op het Cambridge project behaalde marge ligt tussen 13,53% van de omzet en de 28,66% van de omzet. Dit minimale en maximale percentage is gebaseerd op het gemiddelde percentage dat in werkelijkheid op alle projecten van Stage Brothers is behaald in de jaren 2012 en 2011 (zie ook het antwoord op vraag 2). Aangenomen wordt derhalve dat alle projecten van Stage Brothers een marge behalen die binnen deze reikwijdte ligt;
De margepercentages onder a) komen neer op een vermenigvuldigingsfactor op de inkoop van tussen de 1,1564 (marge van 13,53%) en 1,4018 (marge van 28,66%);
De heren [naam1] en [naam2] zijn speciaal voor het project Cambridge door Stage Brothers aangenomen en deze twee medewerkers zouden in het derde kwartaal van 2013 voor 100% inzetbaar zijn geweest op het Cambridge project. Rekening houdend met vakantie en ziekte zou de bezettingsgraad zoals in dit deskundigenbericht berekend voor beide medewerkers derhalve 100% zijn geweest. Als gevolg daarvan zou de totale bezetting van de medewerkers in het derde kwartaal gemiddeld uitkomen op 90%;
Voor het begroten van niet bespaarde kosten door onderbezetting van [naam1] en/of [naam2] in het derde kwartaal wordt aangenomen dat het brutosalaris van deze medewerkers zoals weergegeven in de door de heer Den Uil overgelegde overzichten van salariskosten als uitgangspunt kan dienen voor de loonkosten die niet zijn gedekt door omzet in dat kwartaal;
Aangenomen wordt dat Stage Brothers als gevolg van het niet doorgaan van het project van Cambridge, in het derde kwartaal minder arbeidskracht hoefde in te huren. Voor de vraag hoeveel minder arbeidskracht hoefde te worden ingehuurd wordt aangenomen dat het percentage inhuur van de omzet in het vierde kwartaal van 2013 een redelijke norm geeft. In het vierde kwartaal van 2013 bedroeg het percentage inhuur 24,5% van de omzet (zie ook tabel 7 in antwoord op vraag 3);
De besparingen (A) van Stage Brothers, dan wel de schade (B) met betrekking tot het Cambridge project kunnen met bovengenoemde aannames dan als volgt worden geschat:
A: besparingen
B: schade
Offerteprijs minus brutomarge (=kostprijs van het project)
brutomarge
-/- onderbezetting medewerkers [naam1] en/of [naam2] in Q3
+/+ onderbezetting medewerkers [naam1] en/of [naam2] in Q3
+/+ bespaarde inhuur
-/- bespaarde inhuur
Totaal
Totaal
De niet bespaarde loonkosten van [naam1] becijfert de deskundige afgerond op € 1.157 (voor [naam2] zijn er geen niet bespaarde loonkosten) en de besparing op inhuur op € 5.549.