Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- bevestiging van het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] ;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] tot een bedrag van € 5.000,-, vermeerderd met de wettelijk wettelijke rente en het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk zal verklaren, alsmede de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 12.500,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van het aan hem primair tenlastegelegde feit en het ad-informandum gevoegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest, met een proeftijd van 5 jaren en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan een ambulante behandeling en een verbod om training te geven aan leerlingen jonger dan achttien jaar, waarbij deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] integraal toegewezen, vermeerderd met de wettelijk wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 25 augustus 2014 in de (toenmalige) gemeente [gemeente] , en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [benadeelde partij] (geboren op [geboortedatum 2] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij] , te weten:
- het zoenen en/of strelen van die [benadeelde partij] , en/of
- het duwen/brengen van zijn tong in de mond van die [benadeelde partij] , en/of
- het duwen/brengen van zijn vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij] , en/of - het likken van de vagina, althans het brengen van zijn tong in de vagina van die [benadeelde partij] , en/of
- het duwen/brengen en/of op en neer bewegen van zijn penis in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij] ;
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 25 augustus 2016 in de (toenmalige) gemeente [gemeente] en/of (elders) in Nederland - als kickbokstrainer/leraar - meermalen, althans eenmaal, (telkens), ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [benadeelde partij] , geboren op [geboortedatum 2] , door (telkens)
- die [benadeelde partij] te zoenen en/of te strelen, en/of
- zijn tong in de mond van die [benadeelde partij] te duwen/brengen, en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij] te duwen/brengen, en/of
- het likken van de vagina, althans het brengen van zijn tong in de vagina van die [benadeelde partij] , en/of
- het duwen/brengen en/of op en neer bewegen van zijn penis in de vagina en/of de mond van die [benadeelde partij] .
Overweging met betrekking tot het bewijs voor het primair tenlastegelegde feit
had liever gehad dat je zei dat we iets hadden, maar niet op je 14de (…) ik ben zo strafbaar als maar kan”.De inhoud van dit gesprek kan naar het oordeel van het gerechtshof, anders dan de verdediging heeft betoogd, niet anders worden geduid dan dat de verdachte daarin zelf de relatie koppelt aan de jonge leeftijd van aangeefster en die relatie vervolgens als strafbaar aanmerkt.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 1 mei 2013 tot en met 25 augustus 2014 in de (toenmalige) gemeente [gemeente] , meermalen, telkens met [benadeelde partij] (geboren op [geboortedatum 2] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij] (voorheen [benadeelde partij] ), te weten:
- het zoenen en strelen van die [benadeelde partij] (voorheen [benadeelde partij] ), en
- het duwen/brengen van zijn tong in de mond van die [benadeelde partij] , en
- het duwen/brengen van zijn vingers in de vagina van die [benadeelde partij] (voorheen [benadeelde partij] ), en
- het likken van de vagina, althans het brengen van zijn tong in de vagina van die [benadeelde partij] (voorheen [benadeelde partij] ), en
- het duwen/brengen en op en neer bewegen van zijn penis in de vagina en de mond van die [benadeelde partij] (voorheen [benadeelde partij] ).
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de destijds tweeënvijftigjarige en later drieënvijftigjarige verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met de destijds veertienjarige en later vijftienjarige aangeefster.
- de inhoud van het reclasseringsrapport van 10 maart 2021. Daaruit is gebleken dat de kans op recidive wordt ingeschat als laag. De reclassering acht het niet noodzakelijk om reclasseringsinterventies aan te bieden omdat de verdachte uit eigen beweging hulp heeft gezocht bij zijn huisarts, nadat hij een suïcidepoging had ondernomen;
- een Pro Justitia psychologisch onderzoek van 28 december 2021, opgemaakt door N. van der Weegen, GZ-psycholoog. Uit het onderzoek komt naar voren dat er geen sprake is tussen een diagnose en het plegen van delict. Volgens de rapporteur is het recidiverisico laag en wordt geen zorg- of behandeltraject geïndiceerd. De verdachte beschikt over zelfcontrole, heeft werk, doet aan vrijetijdsbesteding, staat positief tegenover de autoriteiten en is in behandeling. Voorts heeft de verdachte al een langere periode een (intieme) relatie met zijn vrouw en is hij bereid zich aan de voorwaarden te houden;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.