Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[de vader] (de vader),
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leeuwarden(de ambtenaar van de burgerlijke stand of de gemeente),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de geslachtsnaam van een minderjarige, geboren in 2018 in de gemeente Leeuwarden. De ouders, die in 2006 in Irak zijn gehuwd, hebben bij de geboorte van hun dochter geen keuze kunnen maken voor de geslachtsnaam, omdat het huwelijk op dat moment niet geregistreerd was in de Basisregistratie Persoonsgegevens. Hierdoor kreeg het kind de geslachtsnaam van de moeder. De rechtbank had eerder bepaald dat de geboorteakte moest worden aangevuld met de gegevens van de vader en dat de geslachtsnaam van het kind moest worden gewijzigd in die van de vader. De moeder ging hiertegen in hoger beroep, met het verzoek om de geslachtsnaam van de dochter te behouden zoals deze was, en om de ouders de mogelijkheid te geven alsnog een keuze te maken voor de geslachtsnaam.
Het hof oordeelde dat de ouders, ondanks de wettelijke beperkingen, het recht hebben om een keuze te maken voor de geslachtsnaam van hun kind. Het hof baseerde zich op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht van ouders op een naamskeuze beschermt. Het hof concludeerde dat de ouders de mogelijkheid moeten krijgen om binnen zes maanden na de uitspraak hun keuze voor de geslachtsnaam van hun dochter te maken, en dat deze verklaring moet worden afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leeuwarden. Indien de ouders deze termijn verstrijken, zal de geslachtsnaam van de vader automatisch worden opgenomen in de akte. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en het hof houdt verdere beslissingen aan tot de naamskeuze is gemaakt.