Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
William Schrikker stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Niet is gebleken dat de moeder haar leven zodanig op de rails heeft dat zij inmiddels wel over die opvoedvaardigheden beschikt die [de minderjarige] van een opvoeder nodig heeft. Uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een vrijwillig kader, dan wel door middel van jaarlijkse verlengingen van de ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing, voor zover dit laatste al in het belang van [de minderjarige] zou zijn, zijn geen goede alternatieven voor de door de raad verzochte maatregel. Immers, de moeder wil graag zelf voor [de minderjarige] zorgen en zij is gericht op een thuisplaatsing van [de minderjarige] .
Dit was anders in de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 januari 2022 (ECLI:NL:GHSHE:2022:76) waar de moeder naar heeft verwezen. In die zaak stemde de betreffende moeder in met het verblijf van de minderjarige in een gezinshuis.