Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De bestreden beschikking en de omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
Met betrekking tot het in het petitum gedane verzoek om te bepalen dat [verzoekster] B.V. niet kan worden aangemerkt als rechtsopvolger van Stichting [verzoekster] , merkt het hof op dat hiervoor in 3.1 en 3.2 de verschillende rechtsvormen en de historie ervan staan vermeld. Daarin zijn geen aanwijzingen te vinden dat de bv rechtsopvolger zou zijn van de stichting. Namens [verzoekster] is desgevraagd ter zitting verklaard dat niet in het dictum van deze beschikking hoeft te worden vastgesteld dat [verzoekster] B.V. niet de rechtsopvolger van Stichting [verzoekster] is.