In deze zaak heeft de vennootschap naar het recht van Mauritius, Reef Hout Mauritius Ltd. (verzoekster, hierna: AfricInvest), het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verzocht om een voorlopig getuigenverhoor te gelasten. Dit verzoek is gedaan in het kader van een hoger beroep tegen de coöperatie Coöperatieve Rabobank U.A. (verweerster, hierna: Rabobank). De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 2 december 2021 bij de griffie van het hof is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 maart 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
AfricInvest stelt dat Rabobank onrechtmatig heeft gehandeld door gelden die bedoeld waren voor een investering in een tropisch houtverwerkingsbedrijf in Kameroen, niet aan dat bedrijf te verstrekken, maar te verrekenen met een kredietvordering. AfricInvest heeft een bedrag van € 6.000.000,- beschikbaar gesteld voor deze investering, maar het geld is op een Rabobank-rekening van het Reef-concern gestort, waarna Rabobank het heeft verrekend met haar vordering op Reef Group. AfricInvest heeft in eerste aanleg betaling door Rabobank gevorderd, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen, waarna AfricInvest in hoger beroep is gegaan.
Het hof heeft geoordeeld dat het verzoek van AfricInvest tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toewijsbaar is. Het hof overweegt dat het verzoek voldoet aan de wettelijke eisen en dat er voldoende belang is bij het horen van getuigen om de stellingen van AfricInvest in de hoofdzaak te onderbouwen. Rabobank heeft verweer gevoerd, maar het hof heeft geconcludeerd dat de getuigen mogelijk relevante verklaringen kunnen afleggen die van belang zijn voor de uitkomst van de hoofdzaak. Het hof heeft daarom besloten het verzoek van AfricInvest toe te wijzen en een voorlopig getuigenverhoor te gelasten.