Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante]
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling in hoger beroep
7. Betaling van de aanneemsom vindt plaats in de volgende termijnen:
Als een betaaltermijn verschijnt laat je ons dat weten. Wij kunnen dan het uitgevoerde gedeelte van het werk van de betreffende termijn opnemen. Als het dan goed is kan de factuur aan ons verstrekt worden en betalen wij (ik heb gezien dat dit ook min of meer zo in de UAV 2012 staat).” In de UAV 2012 staat hierover:
“§40. Betaling(…)2.Indien de aannemer volgens de overeenkomst recht heeft op betaling in termijnen, heeft met het oog op het verschijnen van een betalingstermijn opneming van het uitgevoerde gedeelte van het werk plaats.(…)4.Geschiedt de opneming, bedoeld in het tweede lid, niet binnen acht dagen nadat de aannemer daarom heeft verzocht, dan kan de aannemer schriftelijk een nieuwe aanvrage tot de directie richten, met verzoek binnen vier dagen tot opneming over te gaan. Voldoet de directie niet aan dit verzoek, dan wordt de opneming geacht te zijn geschied en wordt het door de aannemer in zijn verzoek opgegeven termijnbedrag uitbetaald overeenkomstig het in het zesde lid bepaalde.”
De datum van oplevering volgens planning 19 mei 2017, behoudens de invloed van het weer (zg. onwerkbaar weer). (is inmiddels 7 dagen onwerkbaar weer sinds de start van de werkzaamheden)”.
en de fase waarin het werk zich thans bevindt (bijna ruwbouw gereed) (…) aan het onderhavige project deugdelijk werk is verricht en geleverd.”
Inmiddels zal de 6e termijn wel aan de orde kunnen zijn.” Desalniettemin heeft [appellant] c.s. die factuur niet betaald, omdat [geïntimeerde] geen verzoek tot opneming heeft gestuurd. Ook na de ingebrekestelling door [geïntimeerde] op 8 juni 2017 heeft [appellant] c.s. niet betaald. Niet in geschil is echter dat [geïntimeerde] , ondanks het uitblijven van betalingen, in mei en juni 2017 verder heeft gebouwd. De factuur voor termijn 6 is gekoppeld aan metselwerk, maar (zo blijkt uit de toelichting van [geïntimeerde] ) ook aan het plaatsen van buitenkozijnen. [appellant] c.s. heeft aangevoerd dat die kozijnen volgens de planning van 23 mei 2017 op 3 en 7 juni 2017 geplaatst zouden worden; niet gesteld of gebleken is dat de planning op dit punt niet is gehaald. Bij die stand van zaken was het opschorten van de betaling van de factuur voor termijn 6 in de loop van juni 2017 niet langer gerechtvaardigd.
De datum van oplevering [is] volgens planning 19 mei 2017 (…),”) waarin naar de planning wordt verwezen. Verder achtte de rechtbank relevant dat de boete wel uit de UAV 2012, maar niet uit de overeenkomst zelf volgt en dat [geïntimeerde] voor zijn planning mede afhankelijk was van door [appellant] c.s. in te schakelen derden. Gelet op die omstandigheden mocht [appellant] c.s. er niet van uitgaan dat een fatale opleverdatum was overeengekomen, zodat het feit dat niet op 19 mei 2017 is opgeleverd, geen tekortkoming van [geïntimeerde] oplevert.
4.De beslissing
17 mei 2022wordt verwezen voor akte aan de zijde van [geïntimeerde] waarna [appellant] de gelegenheid krijgt om een antwoordakte te nemen;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 17 mei 2022, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;