ECLI:NL:GHARL:2022:2801

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
200.305.216
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over ontruiming huurwoning wegens ernstige overlast

In deze zaak heeft de stichting Mitros in hoger beroep een ontruiming gevorderd van de huurwoning waarin [naam1] woont, vanwege ernstige overlast die hij veroorzaakt. De kantonrechter had de vordering afgewezen, omdat er andere manieren zouden zijn om de overlast op te lossen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd. Mitros heeft aangevoerd dat er voldoende redenen zijn voor ontruiming, omdat de overlast structureel is en niet op andere wijze kan worden opgelost. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de overlast na februari 2022 is voortgezet. Er zijn wel meldingen van overlast uit het verleden, maar recente onderbouwing ontbreekt. Het hof heeft vastgesteld dat er een behandelplan voor [naam1] is opgesteld en dat er hulpverlening op gang komt, wat kan leiden tot verbetering van zijn gedrag. Hierdoor is er geen hoge mate van waarschijnlijkheid dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. Het hof heeft het hoger beroep van Mitros afgewezen en haar in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.305.216
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland zittingsplaats Utrecht 9551705)
arrest in kort geding van 12 april 2022
in de zaak van
de stichting
Stichting Mitros,
gevestigd in Utrecht,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Mitros,
advocaat: mr. G.K.L. de Wijkerslooth,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Zeker Financiële Zorgverlening B.V.,in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer
[naam1],
gevestigd in Almere,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: de bewindvoerder,
advocaat: mr. C.P. Visser.

1.Kern van de zaak en de beslissing

1.1
Mitros heeft als voorlopige voorziening de ontruiming gevorderd van de huurwoning waarin [naam1] woont. De reden daarvoor was de ernstige overlast die [naam1] veroorzaakt. De kantonrechter heeft die vordering afgewezen, kort gezegd omdat er ook andere manieren zouden zijn om de overlast op te lossen dan door ontruiming. Het hof neemt de beslissing van de kantonrechter over.
1.2
Hierna legt het hof zijn oordeel uit. Eerst vermeldt het hof nog wat er in de procedure in hoger beroep is gebeurd.

2.Het procesverloop tot nu toe

2.1
Het hof heeft op 8 februari 2022 een tussenarrest gewezen. Daarin heeft het hof het procesverloop tot dan toe beschreven en een zitting aangekondigd.
2.2
Op 22 maart 2022 heeft de zitting plaatsgevonden, waarbij namens Mitros spreekaantekeningen zijn overgelegd en waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2.3
Aan het eind van de zitting heeft het hof arrest bepaald.

3.De beoordeling van het hoger beroep

Inleiding

3.1
[naam1] huurt vanaf 7 januari 2015 een woning van Mitros in [plaats] . [naam1] heeft die woning verlaten omdat hij ernstige (geluids)overlast veroorzaakte. Hij heeft ter voorkoming van een ontruimingsprocedure een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de woning aan de [adres] in [plaats] .
3.2
In die huurovereenkomst - genoemd een laatstekansovereenkomst - is bepaald dat [naam1] geen overlast zal veroorzaken naar zijn woonomgeving en dat wanneer hij dat toch doet Mitros het recht heeft direct een ontruimingsprocedure te starten. Ook in de toepasselijke algemene voorwaarden staat dat de huurder geen overlast mag veroorzaken.
3.3
Vanaf juni 2021 is bij Mitros een veelvoud van overlastklachten van omwonenden over [naam1] binnengekomen. Het betreft 14 meldingen die doorlopen tot november 2021. Daarbij gaat het bij herhaling om harde muziek, slaan met deuren, bonken op de muren, intimideren en uitschelden van de buren en het niet opruimen van hondenpoep.
3.4
Ook na de zitting bij de kantonrechter op 8 december 2021 zijn er overlastmeldingen bij Mitros binnengekomen. Zo klaagt omwonende [naam2] begin januari 2022 over geluidsoverlast van [naam1] . Omwonende [naam3] stuurt aan Mitros over de periode vanaf die zitting tot begin februari 2022 opsommingen van veelvuldig schreeuwen, bonken, vuurwerk en harde muziek van [naam1] . Namens omwonende [naam4] is een overzicht opgesteld over dezelfde periode, waarin melding wordt gemaakt van herhaald gebonk, geschreeuw, harde muziek, afsteken van vuurwerk en intimidatie door [naam1] .
3.5
Vanwege de overlast is de politie vanaf 11 december 2021 tot begin februari 2022 ten minste 19 keer bij [naam1] langs gegaan. De politie heeft geluidsapparatuur en dumbells/gewichten, waarmee op de muren werd gebonkt, in beslag genomen, maar de overlast bleef. Aan hem zijn in die periode voor de veroorzaakte overlast vijf bekeuringen gegeven; ook is [naam1] twee keer vanwege geluidsoverlast aangehouden en meegenomen door de politie.
3.6
Begin december 2021 is door de instelling voor geestelijke gezondheid Altrecht een behandelplan voor [naam1] opgesteld. Daarin staat onder meer vermeld:
“Naast bestaande en bekende psychiatrische problematiek (autisme, zwakbegaafdheid en antisociaal gedrag) lijkt er nu sprake van PTSS na auto-ongeluk afgelopen zomer”. Bovendien heeft op 13 januari 2022 een overleg plaatsgevonden onder andere tussen de bewindvoerder, Mitros, de politie en de overlastcoördinator van de gemeente Nieuwegein over de woonoverlast. Het doel daarvan was om te kijken naar een passend hulp- en/of ondersteuningsaanbod voor [naam1] op zo kort mogelijke termijn. [naam1] heeft daarna het Aanvraagformulier maatwerkvoorziening ondertekend, dat noodzakelijk is voor het krijgen van hulp uit de WMO.
Inzet van het hoger beroep
3.7
Mitros beoogt met het hoger beroep dat het hof de vordering tot ontruiming van het gehuurde toewijst.
3.8
Daartoe voert Mitros twee bezwaren (grieven) aan, te weten -kort gezegd- dat zij zich voldoende heeft ingespannen om de overlast te voorkomen of te verhelpen en dat de overlast niet op andere wijze dan door ontruiming kan worden opgelost. Het hof bespreekt hieronder beide bezwaren gezamenlijk, maar toetst eerst of Mitros ten tijde van het arrest van het hof een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde ontruiming.
Spoedeisend belang
3.9
De bewindvoerder vindt dat het spoedeisende karakter aan de vordering tot ontruiming ontbreekt. Het hof oordeelt dat een spoedeisend belang aanwezig is omdat Mitros stelt dat er overlast is en het dan voor de omwonenden belangrijk is dat daar op korte termijn een einde aan komt. Dat overlast al langer duurt maakt niet dat het spoedeisend belang nu ontbreekt.
Toetsingskader
3.1
Als sprake is van een tekortkoming die naar verwachting in een bodemprocedure zal leiden tot een ontbinding van de huurovereenkomst, kan dat in kort geding reden zijn een vordering tot ontruiming toe te wijzen. Daarvoor is vereist:
dat het in hoge mate waarschijnlijk is dat de overlast in een bodemprocedure zal leiden tot toewijzing van een vordering tot ontbinding;
dat van de verhuurder in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij de uitkomst van die bodemprocedure afwacht.
3.11
Dat heeft ermee te maken dat het hof in kort geding zeer terughoudend moet zijn bij het toewijzen van een vordering tot ontruiming, gelet op de waarborgen waarmee de wet de rechten van huurders van woonruimte omkleedt en de omstandigheid dat in een kort gedingprocedure geen plaats is voor een diepgaand onderzoek naar bestreden feiten.
Beoordeling
Onduidelijkheid over recente overlast
3.12
Mitros heeft voldoende duidelijk gemaakt dat [naam1] een verleden heeft van ernstige overlast. Hij is uit zijn vorige woning herplaatst in zijn huidige woning om een ontruimingsprocedure vanwege overlast te voorkomen. Ondanks de laatstekansovereenkomst die Mitros en [naam1] toen hebben gesloten, heeft zich ook in de huidige woning soortgelijke overlast voorgedaan. De geluidsoverlast die [naam1] zowel overdag als ‘s nachts veroorzaakte, de grote regelmaat daarvan en de intimidatie zijn een serieuze inbreuk op het huurgenot van de omwonenden aan de [adres] . De vele meldingen zijn bovendien afkomstig van meerdere omwonenden en de overlast is in een aantal gevallen ook door de politie geconstateerd. De verklaring van de omwonende op nr. 15 dat [naam1] niet of niet in deze mate overlast bezorgt is niet genoeg om dat beeld te ontzenuwen. Naar het voorlopig oordeel van het hof was daarmee in elk geval tot begin februari 2022 sprake van structurele ernstige overlast door [naam1] .
3.13
Mitros heeft echter onvoldoende onderbouwd dat en in welke mate het overlastgevende gedrag zich ook na begin februari 2022 heeft voorgedaan. Weliswaar hebben een aantal omwonenden en -namens Mitros- woonconsulent mevrouw [naam5] ter zitting bij het hof gesteld dat er nog steeds sprake was van overlast maar onderbouwing daarvan, bijvoorbeeld door het overleggen van een bijgewerkt logboek of door het aandragen van voldoende concrete voorbeelden, ontbreekt. Daarmee heeft het hof weinig aanknopingspunten om aan te kunnen nemen dat nu nog steeds sprake is van ernstige overlast.
Verbetering en breed ingezette hulp
3.14
Het ontbreken van een voldoende onderbouwing voor recente overlast zet het hof af tegen wat op de zitting namens [naam1] is aangevoerd. Ter zitting is naar voren gebracht dat het nu een stuk beter met hem gaat en dat een stijgende lijn is te zien. Nieuwe medicijnen maken hem na januari 2022 rustiger, terwijl verschillende hulpverlening rond het autisme, de PTSS en dagbesteding is gestart of gaat starten, aldus Leushuis ter zitting.
3.15
Dat de hulpverlening op gang komt vindt steun in het opgestelde behandelplan door Altrecht en de door [naam1] aangevraagde maatwerkvoorziening vanuit de WMO, waarvan inmiddels bekend is welke hulpverleners beschikbaar zijn. Ook heeft [naam5] ter zitting bevestigd dat een indicatie vanuit de WMO is afgegeven en dat hulpverlening snel kan worden gestart. Ondanks dat de eerdere bijstand door een autismecoach overlast van [naam1] niet heeft voorkomen, is tegelijkertijd niet te zeggen welk effect de nu ingezette bredere hulpverlening heeft en zal hebben op het gedrag van [naam1] tegenover de omwonenden. Niet is uit te sluiten dat de overlast door [naam1] is afgenomen of zal afnemen gelet op de hulp en ondersteuning die hij krijgt of op korte termijn lijkt te gaan krijgen.
3.16
Daarmee staat onvoldoende vast of sprake is of zal zijn van aanhoudende ernstige overlast die voor de bodemrechter de conclusie rechtvaardigt dat de huurovereenkomst moet worden ontbonden. Of Mitros wel of niet voldoende heeft gedaan om de overlast te voorkomen of te verhelpen kan daarbij in het midden blijven. De bezwaren van Mitros slagen niet.
Geen hoge mate van waarschijnlijkheid
3.17
Het hof kan op basis van wat hiervoor is overwogen niet met een hoge mate van waarschijnlijkheid aannemen dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. Daarom moet de gevorderde voorlopige maatregel van ontruiming worden afgewezen. Los daarvan begrijpt het hof dat inmiddels een bodemprocedure is gestart, die zich in zo’n fase bevindt dat in redelijkheid van Mitros kan worden verwacht de uitkomst daarvan af te wachten.

4.Conclusie

4.1
Het hoger beroep treft geen doel. Het hof zal het vonnis van de kantonrechter daarom bekrachtigen.
4.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Mitros in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten van de bewindvoerder stelt het hof vast op
€ 783 aan griffierecht en op € 2.228 aan salaris advocaat (2 punten x tarief II).

5.De beslissing

Het hof, recht doende in kort geding in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis in kort geding van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht van 22 december 2021;
veroordeelt Mitros in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van vastgesteld op € 783 voor verschotten en op € 2.228 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.C.P. Giesen, L.J. de Kerpel-van de Poel en G.A. Diebels, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 12 april 2022.
Bij afwezigheid van de voorzitter is dit arrest ondertekend door de rolraadsheer.