In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 januari 2022 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen een vader en zijn drie minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.X.C. Peters, heeft in hoger beroep beroep gedaan op de mogelijkheid om een omgangsregeling te treffen, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door mr. M.A. de Boer, zich verzet tegen deze verzoeken. De kinderen, geboren in 2005, 2010 en 2011, wonen bij de moeder en hebben in het verleden te maken gehad met ondertoezichtstelling. Het hof heeft de wens van de kinderen om contact met hun vader te hebben, gehoord en erkend, maar ook de noodzaak om hun belangen te beschermen. Het hof heeft besloten om een bijzondere curator te benoemen die de belangen van de kinderen zal behartigen en hen kan ontlasten van de verantwoordelijkheden die zij voelen door de rechtszaken. De bijzondere curator, drs. [de psycholoog], zal de kinderen begeleiden en adviseren over de omgangsregeling. Het hof heeft de beslissing over de omgangsregeling voor drie maanden aangehouden, in afwachting van het rapport van de bijzondere curator, dat uiterlijk op 13 april 2022 moet worden ingediend. De ouders zijn verplicht om de instructies van de bijzondere curator op te volgen en de griffier zal de processtukken aan de bijzondere curator ter beschikking stellen. De kosten van de bijzondere curator worden deels door de staat vergoed, tot een maximum van € 2.500,-.