Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
1.Stichting Waarborgfonds Dupé,
Dupé,
Mortgage,
[geïntimeerde3],
Dupé c.s.,
1.De verdere procedure bij het hof
1.4 [appellanten] c.s. hebben in de memorie van grieven hun vordering gewijzigd. Dupé hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze wijziging. Het hof ziet ook geen reden de wijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten en zal daarom beslissen op de gewijzigde eis.
2.Waar gaat het in deze zaak om?2.1 [appellanten] c.s. hebben in 2006 door bemiddeling van [geïntimeerde3] als belegging een stuk landbouwgrond gekocht. [geïntimeerde3] heeft bemiddeld bij veel vergelijkbare transacties in hetzelfde gebied. Het was de bedoeling dat de waarde van de grond ten gevolge van een bestemmingswijziging (woonbestemming) zou vermeerderen. Dupé was ook bij het project betrokken, in die zin dat Dupé de kopers van percelen in het gebied tegen betaling van een premie garandeerde dat zij, als aan bepaalde voorwaarden was voldaan, de door hen betaalde koopsom zouden ontvangen indien de beoogde waardestijging van de grond na vijf jaar nog niet was gerealiseerd.2.2 [appellanten] c.s. vorderen nakoming door Dupé van de garantie. Ook vorderen zij de door [geïntimeerde3] en Mortgage ontvangen opbrengst van de verpachting van de door hem gekochte grond aan een derde. Het hof zal - anders dan de kantonrechter, die alleen de vordering betreffende de pachtopbrengst heeft toegewezen - beide vorderingen (grotendeels) toewijzen. Deze beslissing zal hierna worden gemotiveerd, doordat het hof eerst de relevante feiten zal vermelden en daarna de standpunten van partijen zal bespreken. In dat verband zal het hof ook ingaan op de bezwaren (‘grieven’) van partijen tegen het oordeel van de kantonrechter en op de verweren die Dupé c.s. bij de kantonrechter hebben gevoerd, maar die de kantonrechter heeft verworpen of onbehandeld heeft gelaten.3. De relevante feiten3.1 Op 19 juli 2006 hebben [appellanten] c.s. van Veroma S.à.R.L. (hierna: Veroma) gekocht het perceel grasland, hierna te noemen het perceel, gelegen aan de [adres] ongenummerd te Tytsjerk/Suwald, uitmakende een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente
3.3 [geïntimeerde3] heeft op 18 mei 2006 een (alleen) door [appellanten] c.s. ondertekende schriftelijke koopovereenkomst naar de notaris gefaxt. In de koopovereenkomst is onder meer vermeld:
“
Koper heeft de persoonlijke garantie van (….) Dupé (…), dat indien koper zijn positie wenst te verkopen, op z’n vroegst 5 jaar na de eigendomsoverdracht, dat (…) Dupé uitsluitend na overleg met haar, de oorspronkelijke aankoopsom van € 225,- per m2 zal aanvullen wanneer de verkoopopbrengst lager uitvalt. De garantie gaat in op het moment dat de premie is voldaan via de nota van bovengenoemde stichting.”
3.5 Voorafgaand aan het passeren van de akte van levering heeft de notaris [appellanten] c.s. een nota van afrekening gestuurd. De nota sluit op een bedrag van € 36.818,53 en is opgebouwd uit de koopsom, overdrachtsbelasting, notariskosten, kadastrale tarieven en de post “premiestorting” van € 2.500,-.
”Garantstelling12.689/MP € 2.500,00(…) (…)€ 9.500,00”De notaris heeft het bedrag van € 9.500,- (onder vermelding van onder meer het nummer 12.689) overgemaakt op de bankrekening van Dupé.
€ 8.750,- (€ 7,- per m2) hebben verkocht. In de schriftelijke koopovereenkomst is bepaald dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien [appellanten] c.s. er uiterlijk 1 mei 2018 niet zijn geslaagd het waardeverschil te verhalen op Dupé.
4.4. De bespreking van het geschilIs een overeenkomst tot stand gekomen tussen [appellanten] c.s. en Dupé?4.1 In artikel 7 van de akte van levering (zie 3.4) is melding gemaakt van een door Dupé aan [appellanten] c.s. te verstrekken garantie. De akte van levering is echter niet door Dupé getekend, maar alleen door Veroma als verkoper en [appellanten] c.s. als kopers. Dupé wordt in de akte niet als partij aangemerkt.
hebbendat Dupé, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, bij verkoop van de grond door [appellanten] c.s. de door [appellanten] c.s. te realiseren koopprijs zal aanvullen tot de door hen betaalde koopprijs.
In de afrekening die de notaris naar [appellanten] c.s. heeft gestuurd, wordt vervolgens een bedrag van € 2.500,- aan premie in rekening gebracht. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de premie betrekking heeft op de door Dupé te verstrekken garantie.
Als de garantie al niet in 2006, bij het passeren van de akte van levering, was ingegaan, is zij door een actie van Dupé zelf in 2013, toen Dupé de notaris verzocht de premie aan haar door te betalen, ingegaan.
dat indien de koper vijf jaar na heden het verkochte verkoopt” moeten dan zo gelezen worden dat met vijf jaar precies vijf jaar, dus geen dag eerder of later, wordt bedoeld. [appellanten] c.s. stellen dat met deze woorden bedoeld is aan te geven dat de garantie na vijf jaar kan worden ingeroepen.
op z’n vroegst 5 jaar” -, maar die gelet op de bedoeling van de garantieovereenkomst ook het meest voor de hand ligt en overeenkomt met wat [appellanten] c.s. mochten verwachten, te weten dat zij de koopsom van de grond zouden terugkrijgen indien na verloop van tijd zou blijken dat de beoogde waardestijging van de grond zich (vooralsnog) niet voordeed. Bovendien heeft [geïntimeerde3] , gelet op wat hij tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft verklaard - “
Ik vertelde geïnteresseerde partijen van deze mogelijkheid. Als er dan na vijf jaar nog geen ontwikkeling in het gebied is, dan kun je weer verkopen.” - zelf ook verteld dat de garantie na vijf jaar, en dus niet precies op de datum vijf jaar na de levering van de grond, kon worden ingeroepen.
(geweest) bij de werkgroep, niet verweten worden.
“
Zoals is weergegeven kan niet meer voor 100% worden achterhaald voor wie deze formulieren zijn verstuurd en of ze zijn terugontvangen. Aangezien niet alles uit die periode bewaard is gebleven kan hier niet worden gesteld dat iedere grondeigenaar is bevraagd.Wel kan ik bevestigen dat de gemeente de algemene plicht heeft en had om onderzoek te doen naar de volledigheid van de kadastrale situatie in de gemeente. Onder meer in verband met cultuurgrondvrijstellingen.”
Uit deze informatie volgt dat niet kan worden uitgesloten dat [appellanten] c.s. geen inlichtingenformulier hebben ontvangen en dat dus ook niet kan worden uitgesloten dat [appellanten] c.s. niet hebben opgegeven dat hun grond verpacht is. Gelet hierop hebben Dupé c.s. onvoldoende onderbouwd dat [appellanten] c.s. bekend waren met het feit dat de grond door [geïntimeerde3] en/of Mortgage verpacht werd en dat [geïntimeerde3] en/of Mortgage daarvoor pachtgelden ontvingen, die zij niet afdroegen. Aan bewijslevering op dit punt komt het hof dan ook niet toe [4] .
Wat betekent dit voor de vorderingen van [appellanten] c.s. en voor het vonnis van de kantonrechter?4.26 Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [appellanten] c.s. op Dupé toewijsbaar is tot € 22.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2018. Bovendien is Dupé buitengerechtelijke kosten verschuldigd, berekend volgens het Besluit normering buitengerechtelijke incassokosten op € 1.000,-. Het hof overweegt in dit verband dat uit de overgelegde correspondentie volgt dat door de toenmalige gemachtigde van [appellanten] c.s. werkzaamheden zijn verricht die niet onder het bereik van een proceskostenveroordeling vallen.
€ 94,91.
5.5. De beslissing
- voor de procedure bij de kantonrechter op € 599,88 aan kosten en op € 900,- voor salaris van de gemachtigde;
- voor de procedure bij het hof op € 881,11 aan kosten en op € 3.671,- aan salaris van de advocaat,
te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 15 dagen na de datum van dit arrest,
en te vermeerderen met € 255,- aan nasalaris, verhoogd met € 85,- indien niet binnen 14 dagen na de datum van dit arrest aan deze veroordelingen is voldaan en betekening heeft plaatsgevonden;