Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellant1],
Mortgage Venture,
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2 Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 7 mei 2019 waarbij een comparitie na memorie van antwoord is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 13 augustus 2019.
3 De vaststaande feiten
- nummer [000] (thans [001] ) ter grootte van 0.48.00 hectare,
- en nummer [002] (thans [003] ) ter grootte van 1.60.00 hectare (hierna: de percelen).
waarin ik aangeef dat de boer een vergoeding zou krijgen. Dit is natuurlijk niet juist. Daar moet natuurlijk gezien al het voorgaande en de context staan:geven, niet krijgen.
4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5 De beoordeling van de grieven en de vordering
Een mogelijk batig saldo zal telkenmale aan het einde van het beheerjaar aan U worden overgemaakt”. [appellanten] c.s. hebben bovendien niet betwist de stelling van [geïntimeerden] c.s. dat als zij [appellant1] naar de pacht vroegen hij steeds verklaarde dat er geen batig saldo resteerde omdat de agrariër diende te worden betaald voor het onderhouden van de sloten en omdat de waterschapslasten moesten worden voldaan. Dit werd ondersteund door de onder 3.9 genoemde [Y] -mail van 8 december 2014, waarvan de uitleg die [appellanten] c.s. hier later aan gaf niet geloofwaardig was, aldus de kantonrechter.
6 De slotsom
€ 2.148,--(2 punten x tarief € 1.074)