Uitspraak
1.[appellante1] ,
2. [appellante2] ,
3. [appellant3] ,
4. [appellante4] ,
5. [appellant5] ,
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Wat is het oordeel van het hof?
grieven 6 tot en met 10in het incidenteel hoger beroep richt [geïntimeerde] zich tegen de beslissingen van de rechtbank over de vorderingen van [namen1 t/m 5] c.s. Waar [namen1 t/m 5] c.s., zoals hiervoor uiteengezet, geen partij zijn in dit hoger beroep kunnen deze grieven niet inhoudelijk worden beoordeeld. Op die grond slagen zij niet.
grief 1van) [geïntimeerde] zijn de vorderingen van [appellanten] c.s. alle verjaard. Zij voert aan dat [appellanten] c.s. hun vorderingen baseren op overgelegde schuldbekentenissen die gedateerd zijn op 12 november 2008 (erflater), 3 april 2011 ( [appellante1] ), 30 augustus 2012 ( [appellante2] ), 1 februari 2013 ( [appellant3] ) en 28 oktober 2012 ( [appellante4] ). De verjaringstermijn bedraagt volgens [geïntimeerde] vijf jaren (artikel 3:308 BW), van stuiting van die termijn is nooit sprake geweest en opeising vond voor het eerst plaats op 16 april 2018, zijnde de datum van dagvaarding in eerste aanleg. Toen was de vijfjaarstermijn echter verstreken, aldus [geïntimeerde] .
grief 1van [geïntimeerde] in zoverre slaagt, de rentevorderingen van daarna niet. De voorwaarde waaronder de overige grieven in het incidenteel appel zijn ingesteld is daarmee vervuld, zodat het hof ook die grieven hierna zal behandelen.
grieven 1 tot en met 7van [appellanten] c.s. en de
grieven 2 tot en met 5van [geïntimeerde] stellen aan de orde de vraag of [geïntimeerde] gehouden is tot betaling van enig bedrag aan [appellanten] c.s. Om die vraag te beantwoorden zal eerst onderzocht worden of [geïntimeerde] (al dan niet samen met [de ex-echtgenoot] ) bedragen heeft ontvangen en, zo ja, welke bedragen. Van ontvangen bedragen wordt daarna bezien of deze zijn verstrekt als lening of dat deze, als daarvan geen sprake is, moeten worden aangemerkt als onverschuldigd betaald dan wel of [geïntimeerde] daarmee ongerechtvaardigd verrijkt is of dat zij profiteert van de wanprestatie van [de ex-echtgenoot] . Daarna wordt onderzocht of reeds bedragen zijn terugbetaald.
5.De slotsom
6.De beslissing
19 april 2022voor het nemen van een akte aan de zijde van [geïntimeerde] over de volgende vragen: