Uitspraak
Dexia,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beslissing van de kantonrechter
4.Het oordeel van het hof
5.De slotsom
€ 2.560,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en de geïntimeerde. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat Dexia onrechtmatig had gehandeld jegens de geïntimeerde, zowel vanwege schending van de zorgplicht als vanwege schending van de Nadere Regeling 1999. Dexia ging in hoger beroep tegen dit vonnis en voerde negen grieven aan, waaronder de verjaring van de vorderingen en de advisering door Spaar Select. Het hof oordeelde dat de grieven met betrekking tot verjaring en advisering niet slagen, en bevestigde de eerdere uitspraak van de kantonrechter dat de geïntimeerde geen restschuld verschuldigd is aan Dexia. Het hof oordeelde dat Spaar Select als cliëntenremisier heeft opgetreden en dat Dexia wist of behoorde te weten dat Spaar Select onrechtmatig advies heeft gegeven. De vordering van de geïntimeerde tot terugbetaling van de door hem betaalde bedragen werd toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten, die door het hof werden afgewezen. Dexia werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.