Uitspraak
Dexia,
[geïntimeerde] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.Het oordeel van het hof
5.De slotsom
€ 2.560,-
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering van [geïntimeerde] tegen Dexia Nederland B.V. De zaak betreft effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten tussen Dexia en [geïntimeerde], waarbij Spaar Select als tussenpersoon heeft opgetreden. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat Dexia onrechtmatig had gehandeld jegens [geïntimeerde] en hem had veroordeeld tot terugbetaling van de door hem betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Dexia ging in hoger beroep en voerde verschillende grieven aan, waaronder verjaring en de advisering door Spaar Select. Het hof oordeelde dat de grieven met betrekking tot verjaring en advisering niet slagen, maar dat de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar is. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, behalve voor de buitengerechtelijke kosten, die werden afgewezen. Dexia werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van tussenpersonen bij het adviseren van consumenten en de gevolgen van onrechtmatige advisering.