ECLI:NL:GHARL:2022:10957

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
200.285.427
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over gebreken in aannemingsovereenkomst en verzuim opdrachtgever

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellante] Verhuur B.V. en Harleman Constructies B.V. over een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een bedrijfshal. [appellante] Verhuur heeft in 2018 een overeenkomst gesloten met Harleman Constructies voor de bouw van de hal, maar meldde al snel gebreken, zoals vochtproblemen en lekkages. Ondanks dat Harleman Constructies bereid was om de gebreken te verhelpen, zijn de herstelwerkzaamheden niet volledig uitgevoerd. [appellante] Verhuur heeft de rechtbank gevraagd te verklaren dat Harleman Constructies tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de gebreken moeten worden hersteld. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellante] Verhuur grotendeels afgewezen, maar Harleman Constructies moet wel een bedrag aan [appellante] Verhuur betalen omdat zij kosten heeft bespaard. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft in deze tussenuitspraak besloten dat er een deskundige moet worden benoemd om de gebreken aan het dak en de gevel te onderzoeken en te adviseren over de herstelmogelijkheden. Het hof oordeelt dat de ingebruikname van de bedrijfshal door [appellante] Verhuur niet kan worden beschouwd als oplevering, omdat de gebreken niet zichtbaar waren. Ook is het hof van mening dat [appellante] Verhuur niet in verzuim verkeert, omdat zij niet akkoord ging met het herstelvoorstel van Harleman Constructies. De deskundige zal de situatie ter plaatse moeten inspecteren en aanbevelingen doen over de noodzakelijke herstelmaatregelen. De mondelinge behandeling is gepland voor januari 2023, waarbij partijen hun standpunten verder kunnen toelichten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.285.427
zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen: 360712
arrest van 20 december 2022
in de zaak van
[appellante] Verhuur B.V.,
die is gevestigd in Apeldoorn,
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna: “ [appellante] Verhuur”,
advocaat: mr. H. Oosterhuis,
tegen
Harleman Constructies B.V.,
die is gevestigd in Vaassen,
die ook hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde in reconventie, eiseres in reconventie,
hierna: “Harleman Constructies”,
advocaat: mr. M.A. Schuring.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Het hof neemt de inhoud van de tussenarresten van 15 december 2020 en 10 mei 2022 hier over.
1.2.
Naar aanleiding van deze tussenarresten hebben op 11 maart 2021 en 16 november 2022 mondelinge behandelingen bij het hof plaatsgevonden. Van beide zittingen zijn verslagen gemaakt die aan het dossier zijn toegevoegd (processen-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[appellante] Verhuur als opdrachtgever heeft in 2018 met Harleman Constructies als aannemer een overeenkomst gesloten voor de bouw van een bedrijfshal. De aanneemsom bedraagt, exclusief meerwerk, € 186.720,00 exclusief BTW. Einde 2018 en begin 2019, toen Harleman Constructies nog doende was met de werkzaamheden, meldde [appellante] Verhuur dat zich gebreken manifesteerden in de bedrijfshal. Harleman Constructies toonde zich bereid de gebreken te verhelpen. Ondanks overleg heeft herstel van deze gebreken aan dak en gevel tot op heden niet volledig plaatsgevonden.
2.2.
[appellante] Verhuur heeft bij de rechtbank gevorderd dat voor recht zal worden verklaard dat Harleman Constructies toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en dat zij de gebreken moet herstellen op de wijze zoals door de door haar ingeschakelde deskundige Niemann-Ketlitz (hierna: NK) is geadviseerd, dan wel op een door de rechter te bepalen manier. Als dat niet mogelijk is wordt schadevergoeding van Harleman Constructies gevorderd. Harleman Constructies vordert dat [appellante] Verhuur wordt veroordeeld tot betaling van het laatste termijnbedrag van de aannemingsovereenkomst. Beide partijen stellen enkele nevenvorderingen in.
2.3.
De rechtbank heeft de vorderingen van [appellante] Verhuur grotendeels afgewezen. Harleman Constructies moet nog wel een bedrag van € 5.694,30 aan haar betalen omdat zij zich kosten heeft bespaard; zij hoeft namelijk de gebreken niet te herstellen omdat [appellante] Verhuur in verzuim verkeerde. [appellante] Verhuur moet de laatste termijnbetaling van
€ 27.240,15 en rente en kosten aan Harleman Constructies betalen. De bedoeling van het hoger beroep van [appellante] Verhuur is dat haar vorderingen alsnog worden toegewezen. Harleman Constructies wil met haar hoger beroep bereiken dat zij geen besparingskosten aan [appellante] Verhuur hoeft te vergoeden.

3.Het oordeel van het hof

Wat het hof zal beslissen
3.1.
Het hof zal beslissen dat een deskundige wordt benoemd die zich een oordeel moet vormen over de gebreken aan dak en gevel en het herstel daarvan. Hierna wordt uitgelegd hoe het hof tot deze beslissing komt. Daarvoor is wel van belang dat eerst wordt ingegaan op de feitelijke gang van zaken en het verweer van Harleman Constructies dat ziet op de oplevering.
De feitelijke gang van zaken
3.2.
In december 2018 meldde [appellante] Verhuur aan Harleman Constructies vochtproblemen en lekkages in de gevelpanelen. Terwijl Harleman Constructies nog doende was met haar werkzaamheden, gericht op het afmaken van de bedrijfshal en het herstel van deze problemen, heeft [appellante] Verhuur begin januari 2019 de bedrijfshal in gebruik gegeven aan haar huurder. Na ingebruikname wordt er door de huurder lekkage c.q. condensvorming ten aanzien van het dak geconstateerd, hetgeen door [appellante] Verhuur aan Harleman Constructies wordt gemeld. In de e-mail van 29 januari 2019 geeft Harleman Constructies, na overleg met de leverancier van de dak- en gevelplaten (Falk Bouwsystemen), de volgende analyse van de oorzaak van de lekkages door een condensprobleem en doet zij een voorstel tot herstel van de gebreken:
“We hebben een aantal lekkende naden bekeken en geconstateerd dat hier de werkende breedte niet gehaald is. Tevens kun je op die locaties zien dat er tijdens de productie schuim uitgetreden is. Het zou dus kunnen zijn dat deze twee zaken met elkaar te maken hebben. Tevens dient ter plaatse van de overlap aan de nok en de gootzijde het openstaande gedeelte afgedicht te zijn met flexpur.
We hebben begrepen dat de nok afgedicht is met steenwol. Om de aansluiting van de isolatie in de nok te optimaliseren is het beter om geen damp open isolatie toe te passen.
Ons advies:
  • De buiten nok verwijderen en de steenwol eruit halen.
  • Het dal van de panelen ter plaatse van de nok opzetten. (niet verplicht)
  • Aansluiting paneel naar paneel vullen met of harde isolatie en flexpur of alleen flexpur afhankelijk van de grote van de naad.
  • Overlappen middels ons hulpmiddel lichten en daarna de naad vullen met flexpur.
  • Overlappen af schroeven om de ca. 800 mm zoals ook omschreven in de MDG richtlijnen.
Wij denken middels deze bewerking een goed geïsoleerd en dicht dak te kunnen garanderen.”
3.3.
Na ontvangst van de hiervoor genoemde e-mail van 29 januari 2019 is namens [appellante] Verhuur aan Harleman Constructies op 1 februari 2019 onder andere het volgende bericht:
“Na een bezichtiging van binnen uit, onder de dakelementen, komt men met een advies die er enkel op gericht is om condensatie in de toekomst tegen te gaan.
Jij zelf en de adviseur van de fabrikant hebben niet de moeite genomen om ook bovendaks de feitelijke situatie te onderzoeken.
Wij hebben dat uiteraard wel gedaan en komen daarbij tot een geheel andere conclusie mbt het aangebrachte dak. De bijgaande foto’s bevestigen o.i. onze conclusie dat de dakelementen niet juist zijn aangebracht.
Of dit een gevolg is van de bevestiging van de fabrikant dat er bij de productie van de dakelementen“iets niet goed is gegaan”laten wij in het midden, maar heeft er waarschijnlijk wel aan bijgedragen zoals de dakelementen nu zijn aangebracht.
Doordat veel dakelementen niet goed op elkaar aansluiten zijn er behoorlijke open naden tussen de dakelementen ontstaan en logischerwijze sluit het dakoverlapprofiel aan de bovenzijde dan ook niet goed aan op het naastgelegen dakelement.
Het directe gevolg is dat het dakoverlap profiel daarmee op de bovenzijde van het naastgelegen dakelement staat en er geen waterdichte aansluiting meer is.
De bijgaande foto’s bevestigen dit nogmaals en de dientengevolge thermische lekkages tekenen zich duidelijk af in de sneeuwlaag op het dak.
Hiermee kun je tevens stellen dat de vereiste Rc waarde van 6,0 m2K/W op heel veel plaatsen niet gehaald wordt en er tevens permanent energieverlies plaats vindt.”
3.4.
[appellante] Verhuur schrijft in die brief verder dat zij om deze redenen niet akkoord gaat met de door Harleman Constructies en Falk Bouwsystemen voorgestelde oplossing. Zij stelt twee alternatieve oplossingsrichtingen voor (gehele dak voorzien van
“nieuwe goed aansluitende nieuwe dakelementen”of verwijdering van de niet passende dakelementen en deze te vervangen door nieuwe, wel goed aansluitende dakelementen). Verder moet de nokconstructie worden verbeterd door toepassing van Pir isolatieplaten met aluminium folie aan de onderzijde, waarbij de aansluiting op de dakelementen met flexibele pur wordt gedicht.
“Alleen op deze wijze kan het dak worden geleverd waarvoor is gekozen en waarbij de vereiste Rc waarde voldoet.”Ook wordt in deze brief ingegaan op enkele andere gebreken, waaronder die aan de gevel, die moeten worden opgelost, zoals de roestvorming op de zaagvlakken van de buitenbeplating als gevolg van het door de binnenbeplating heen slijpen.
De brief besluit als volgt:
“Het is ons duidelijk dat bovenstaande enige tijd aan voorbereiding en uitvoering vergt.
Derhalve verlangen wij van je dat je hiervoor de voorbereiding spoedig in gang zet en een planning aanlevert wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd.
Uiteraard behouden wij ons het recht voor alle gevolgschaden die uit de huidige situatie kan/is ontstaan en die tijdens de herstelwerkzaamheden kunnen ontstaan.
Mocht je het niet eens zijn met de bovenstaande conclusie dan zullen wij een gerenommeerd onafhankelijk adviesbureau inschakelen die de huidige situatie zal beoordelen en rapporteren. Alle kosten hieruit voortvloeiend worden je daarbij ten laste gelegd.
Zo nodig zullen wij hierin gerechtelijke stappen ondernemen.”
3.5.
Bij brief van 15 februari 2019 reageert Harleman Constructies. Daarin staat dat de voorgestelde oplossing wel passend is. Ook wordt geschreven:
“Hiertoe hebben we dan ook een reparatievoorstel gedaan waar we nog steeds achter staan en waarbij geen extra kosten voor de opdrachtgever komen kijken. Van ons kan echter niet worden gevraagd dat wij producten vervangen die prima gerepareerd kunnen worden.
Ik hoor dan ook graag of je ons reparatievoorstel alsnog accepteert, zodat we een afspraak kunnen inplannen. Het nog openstaande oplevertermijn zullen we dan pas factureren nadat de reparatie is uitgevoerd.”
3.6.
Per e-mail van 21 februari 2019 deelt [appellante] Verhuur, via haar bouwadviseur, aan Harleman Constructies mede niet te kunnen instemmen met het reparatievoorstel. Zij schrijft verder:
“Zoals in ons aangetekend schrijven van dd. 01-02-2019 aangegeven zullen wij nu een onafhankelijk en deskundig adviesbureau inschakelen om de feitelijk situatie van het dak te inspecteren, te analyseren en hierin aanbevelingen laten doen.
Hierbij zullen wij tevens een inspectie van de gevels met gevelopeningen en aansluitingen laten uitvoeren en dito rapporteren.
Zodra de rapportage gereed is zullen wij jullie een afschrift daarvan doen toekomen.
De opdrachtgever, [appellante] Verhuur BV, stelt daarbij je bedrijf voor alle schaden en gevolgschaden en de te maken kosten voortvloeiend uit onderzoek, begeleiding en herstelwerkzaamheden aansprakelijk.
Indien nodig zal de opdrachtgever hierin een gerechtelijke uitspraak vragen.”
3.7.
Op 22 januari 2019 heeft de heer Harleman met een vertegenwoordiger van Falk Bouwsystemen een bezoek aan het bedrijfspand gebracht. Na dat bezoek heeft [appellante] Verhuur NK benaderd voor een rapportage.
3.8.
NK, een raadgevend ingenieursbureau, rapporteert op 27 maart 2019. Verkort weergegeven luiden haar belangrijkste conclusies met betrekking tot de dakpanelen als volgt:
  • bij bijna de helft van alle dakpanelen is bij de langsnaden isolatieschuim zichtbaar,
  • de panelen sluiten bij de langsnaden niet goed aan,
  • aangrenzende panelen sluiten niet goed aan de constructie aan,
  • bij de nok is geen stalen ondernok/zetstuk gemonteerd waardoor warme binnenlucht kan wegstromen en condenseren,
  • er bestaan vraagtekens bij de luchtstromingsdichte afwerking van de windveren,
  • de goten zijn niet op gelijke hoogte gemonteerd,
De belangrijkste oplossingsrichting volgens NK:
“Aanbevelingen: een aantal panelen wordt gedemonteerd, dan kan worden bekeken en beoordeeld of deze panelen eventueel kunnen worden hergebruikt. [NK] kan dit beoordelen. Daarna wordt een aantal, goedgekeurde, dus nog te gebruiken panelen hermonteerd conform de voorschriften van de leverancier en de “Kwaliteitsrichtlijn metalen gevels en daken”. Dit houdt o.a. in dat de langsnaden primair en secundair moeten worden bevestigd. [NK] kan dit begeleiden en het resultaat beoordelen.
(…)
Als het resultaat goed is, wordt dit zo bij het gehele dak uitgevoerd . Als met de huidige panelen geen goed resultaat kan worden behaald, dan moeten nieuwe panelen worden aangeleverd.
Panelen die niet geschikt zijn om te worden hergebruikt, moeten sowieso worden vervangen.
(…)
Na hermontage van de panelen wordt de ruimte tussen de panelen volledig opgevuld met PIR-platen en volgeschuimd met krimpvrij, flexibel PUR-schuim. (…)”
En wat betreft de gevelpanelen luiden de belangrijkste conclusies als volgt:
  • “De ruimte tussen het gecoate zetstuk en de SV lekdorpel is gering, waardoor eventueel aanwezig lekwater moeilijk, of niet uit de aansluiting kan stromen. Dit moet wel gebeuren, omdat ‘staand water’ zeer negatief is voor de duurzaamheid van metalen onderdelen.”;
  • Min of meer hetzelfde geldt voor de SV lekdorpel aan de onderzijde van de gevel;
  • Enkele panelen zijn te ver ingezaagd.
Voor het eerste punt wordt het volgende aanbevolen:
“de nieuw aangebrachte SV lekdorpel wordt vervangen door een gecoate lekdorpel met voldoende afschot. Er wordt voor gezorgd dat lekwater dat eventueel op deze gecoate lekdorpel terecht kan komen te allen tijde wordt afgevoerd naar buiten en dat staand water wordt voorkomen.”
Voor het tweede punt:
“de panelen worden aan de onderzijde ingezaagd (met de juiste machine en zaagbladen), zodat er meer ruimte ontstaat tussen de onderzijde van de panelen en de lekdorpel. Daarna wordt er over de SV lekdorpel een gecoate (overzet)dorpel geplaatst die afstromend water afvoert, dus voldoende afschot heeft. Het gecoate zetstuk dat nu is geplaatst kan dan weer worden gehermonteerd, mits water te allen tijde uit de aansluiting kan stromen. Anders moet ook dit zetstuk worden aangepast/vervangen.”
En het derde punt:
“schade op ‘storend zichtbare’ plaatsen worden door een specialistisch herstelbedrijf hersteld. (…)”
3.9.
In haar ongedateerde schriftelijke reactie gaat Harleman Constructies, mede namens Falk Bouwsystemen, gedetailleerd in op de bevindingen van NK. Zij is het grotendeels oneens met het rapport van NK. Wat betreft de niet passende dakplaten schrijft Harleman Constructies:
“Door de enkele overlappen/naden aan de bovenzijde van de staande kant er af te knippen is het mogelijk om de ruimte’s tussen de isolatiekernen van bovenaf vol te schuimen.
Nadien kunnen de overlappen afgedekt worden met een zetkap die dmv een primaire schroef bevestigd kan worden op de onderlinge gordingen. Ook de dakplaten die binnen de maximale breedte vallen kunnen op deze wijze uitgevoerd worden zodat deze ook een 100% isolatievulling krijgen. Dit herstel is door de producent van dakplaten vaker uitgevoerd en kan onder behoud van volledige fabrieksgarantie uitgevoerd worden.
Met deze herstelmethode wordt hetzelfde-dan wel een beter resultaat behaald als de aanbevelingen die in het rapport van Niemann-Kettlitz staan omschreven. Wanneer de dakpanelen opnieuw gemonteerd worden is een 100% aansluiting tussen de isolatiekernen nog steeds niet gegarandeerd doordat de werkende breedte een tolerantie mag vertonen. Dit zal door de lengte en dikte van de dakpanelen aannemelijk zijn ook gezien de tolerantie in vlakheid.
Verder brengt deze oplossing als voordeel met zich mee dat het dak niet geheel los gehaald hoeft te worden. (…)”
3.10.
In correspondentie daarna houdt Harleman Constructies staande dat met haar aanpak alsnog geleverd kan worden wat is overeengekomen. [appellante] Verhuur is het daar niet mee eens en eist dat de gebreken door Harleman Constructies worden verholpen zoals door NK is geadviseerd. Zij heeft in hoger beroep nog een nader rapport van NK overgelegd, van 19 september 2020, waarin NK is ingegaan op het herstelvoorstel van Harleman Constructies. Verder blijkt dat is geprobeerd om een bespreking tussen partijen te plannen, maar dat dit niet is gelukt. Daarna is de inleidende dagvaarding door [appellante] Beheer op 18 oktober 2019 uitgebracht.
Oplevering
3.11.
Harleman Constructies stelt dat zij heeft opgeleverd, zoals bedoeld in artikel 12.1 onder b. van de op de aannemingsovereenkomst van toepassing zijnde Metaalunie Voorwaarden. Zij voert aan dat door [appellante] Verhuur de bedrijfshal begin januari 2019 in gebruik is genomen. Toen heeft zij haar huurder toegang tot de bedrijfshal verschaft om daarin zijn bedrijf uit te oefenen. Omdat bij de ingebruikname alle gebreken zichtbaar waren en daarvan door [appellante] Verhuur geen melding is gemaakt aan Harleman Constructies kan zij daarvan geen herstel meer vorderen. Dit argument wordt door [appellante] Verhuur gemotiveerd weersproken.
3.12.
Het hof is van oordeel dat er niet van uit kan worden gegaan dat de bedrijfshal is opgeleverd. Voor zover [appellante] Verhuur herstel wenst van de gevelpanelen geldt dat de herstelwerkzaamheden (naar aanleiding van de door haar in december 2018 gemelde vochtproblemen) nog niet afgerond waren ten tijde van de ingebruikname. Dit maakt dat de ingebruikname op dat punt dus niet kan worden beschouwd als een oplevering. Voor zover [appellante] herstel wenst van het dak, geldt dat zij gemotiveerd heeft gesteld dat de gebreken (niet goed aansluitende en warmte doorlatende dakpanelen) niet zichtbaar waren. Het dak was 6 tot 8 meter hoog. Zelfs als op die hoogte ook uittredend schuim uit de dakplaten zichtbaar was, zoals Harleman Constructies stelt, dan waren daarmee nog niet de gebreken (zoals de niet goed aansluitende en warmte doorlatende dakpanelen en het ontbreken van een ondernok) zichtbaar. In zoverre was sprake van verborgen gebreken waardoor ingebruikname - zo erkent Harleman Constructies - niet als oplevering kan worden beschouwd. Onder deze omstandigheden is er geen sprake van oplevering in de zin van de Metaalunie Voorwaarden en, net als de rechtbank, oordeelt het hof dus dat dit verweer niet opgaat.
Verzuim en herstel
3.13.
Door Harleman Constructies is verder als verweer aangevoerd dat [appellante] Verhuur in schuldeisersverzuim verkeert omdat zij haar niet heeft toegelaten tot herstel van de gebreken aan de bedrijfshal. [appellante] Verhuur vond dat het voorstel van Harleman Constructies niet zou leiden tot een dak en gevel die voldoen aan de aannemingsovereenkomst en legt dat in haar brief van 1 februari 2019 gemotiveerd aan Harleman Constructies uit. Daarom wordt Harleman Constructies gevraagd alsnog te kiezen voor een van de door haar voorgestelde oplossingsrichtingen en, als dat niet akkoord is, wordt aansprakelijkstelling en inschakeling van een deskundige in het vooruitzicht gesteld. Uit de reactie van 15 februari 2019 blijkt dat Harleman Constructies vasthield aan haar eigen herstelplan waarna [appellante] Verhuur handelt zoals aangekondigd.
3.14.
Artikel 6:58 BW stelt als eis voor schuldeisersverzuim (onder andere) dat de schuldeiser zijn noodzakelijke medewerking aan de nakoming van de verbintenis niet verleent. Naar het oordeel van het hof moest [appellante] Verhuur in staat worden gesteld te onderzoeken of het voorstel van Harleman Constructies zou leiden tot een dak dat voldoet aan de aannemingsovereenkomst. Of [appellante] Verhuur gehouden was haar medewerking te verlenen aan het door Harleman Constructies voorgestelde herstelplan is afhankelijk van de deugdelijkheid van dat herstelplan.
3.15.
Het rapport van NK en met name de reactie van NK op het herstelvoorstel, neergelegd in een tweede rapport van 18 september 2020, is een gemotiveerde betwisting door [appellante] Verhuur dat het herstelplan van Harleman Constructies deugdelijk is. Dit wil echter niet zeggen dat het hof hiervan uit kan gaan. NK is immers ingeschakeld en betaald door [appellante] Verhuur en is dan ook aan te merken als een partij-deskundige. Wel brengt haar rapport met zich mee dat het nu aan Harleman Constructies is om de stelling dat haar herstelplan wel degelijk kan leiden tot een dak en gevel die voldoen aan de eisen van de aannemingsovereenkomst te bewijzen
.
3.16.
Hieraan doet niet af dat [appellante] Verhuur, nadat Harleman Constructies te kennen gaf vast te houden aan haar eigen herstelplan, eiste en bleef eisen (ook in de procedure bij de rechtbank) dat het plan van NK door Harleman Constructies zou worden uitgevoerd. Evenmin is van belang dat het voorgenomen overleg tussen partijen niet doorging; volgens Harleman Constructies omdat [appellante] Verhuur niet adequaat reageerde op haar uitnodigingen wat door [appellante] Verhuur weer wordt betwist. Het hof ziet dit als uitvloeisel van de patstelling waarin partijen verkeerden over wat de beste wijze van herstel van de gebreken zou zijn. Doorslaggevend is dat wordt vastgesteld of het herstelplan van Harleman Constructies deugdelijk is, zodat beoordeeld kan worden of [appellante] Verhuur haar in de gelegenheid had moeten stellen dat herstelplan uit te voeren en er al dan niet sprake is van schuldeisersverzuim van [appellante] Verhuur. Tegelijkertijd zal de deskundige worden gevraagd welke herstelmaatregelen zijns inziens nodig zijn als het herstelplan van Harleman Constructies (op onderdelen) niet voldoet, en welke kosten daarmee gemoeid zouden zijn. Dan kan daarna, zo nodig, ook een inhoudelijk oordeel worden gegeven over de toewijsbaarheid van de vorderingen van [appellante] Verhuur.
Gerechtelijk deskundige
3.17.
Het hof is voornemens een gerechtelijk deskundige te benoemen. Wat betreft het gestelde schuldeisersverzuim en de kwestie van de bespaarde kosten rust de bewijslast op Harleman Constructies. Wat betreft de vordering tot herstel conform het rapport van NK rust de bewijslast op [appellante] Verhuur. Daarom zal het hof bepalen dat de de kosten van de deskundige door ieder van partijen voor de helft worden voorgeschoten. De deskundige zal het dak en de gevel, in aanwezigheid van partijen, fysiek moeten inspecteren. Het hof stelt voor de volgende vragen aan de deskundige te stellen:
  • a) zou de uitvoering van het herstelplan van Harleman Constructies hebben geleid tot een dak en gevel zoals tussen partijen overeengekomen?
  • b) wat zijn de kosten van de uitvoering van het herstelplan?
  • c) gelet op het tijdsverloop: is uitvoering van het herstelplan nog steeds mogelijk? Zo nee, waarom niet? Hoe moet dat worden opgelost?
  • d) als het herstelplan niet (geheel) leidt tot een dak en gevel als bedoeld onder (a) welke herstelmogelijkheden stelt de deskundige voor en welke kosten zouden daarmee gemoeid zijn?
  • e) heeft de deskundige andere opmerkingen die voor de beoordeling door het hof van belang zijn?
3.18.
Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling te bepalen voor een enkelvoudige kamer. Aan de orde komen de eventuele andere (of anders geformuleerde) vragen die partijen aan de te benoemen deskundige willen voorleggen, de persoon van de deskundige en de marges waarbinnen het loon mag of moet liggen. Het verdient aanbeveling als partijen gezamenlijk een deskundige voorstellen of een aantal deskundigen waaruit het hof kan kiezen zodat dit op de zitting kan worden besproken. Voorts kan aan de orde komen de wens van partijen om op een andere wijze bewijs te leveren. Nu in deze tussenuitspraak enkele beslissingen zijn genomen zal het hof op de zitting de mogelijkheden om alsnog een schikking te bereiken verkennen.
3.19.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
Het hof beveelt partijen, ieder vertegenwoordigd door een statutair bestuurder of een behoorlijk gemachtigd persoon, samen met hun advocaten naar het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 in Arnhem te komen voor een mondelinge behandeling van deze zaak als bedoeld onder 3.18.
4.2.
Deze mondelinge behandeling zal worden gehouden voor een raadsheer van dit hof op een nog vast te stellen dag en tijdstip. Daarvoor moeten de advocaten van partijen op dinsdag 17 januari 2023 de verhinderdata opgeven van zichzelf en van partijen voor de maanden februari tot en met april 2023.
4.3.
De partij die zich tijdens de mondelinge behandeling op nieuwe stukken wil beroepen, moet kopieën daarvan uiterlijk 14 dagen voor de datum van de mondelinge behandeling aan de griffie van het hof en aan de wederpartij sturen.
4.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. L.J. de Kerpel-van de Poel, A.J.J. van Rijen en J.C.J. Luijten en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022.