Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
“De ruimte wordt nog gerenoveerd.”Op 9 mei 2019 heeft Saul de kantoorruimtes bezichtigd. Toen was nr. 6 gerenoveerd maar nr. 9 nog niet. Omdat nr. 6 inmiddels vergeven was aan een ander heeft Saul op 22 mei 2019 nr. 9 bezichtigd. Daags daarvoor zond Saul een e-mail aan de makelaar waarin onder andere is vermeld:
“Zoals besproken moet i.v.m. de start van het kantoor de renovatie voor 1 juni 2019 gerealiseerd zijn.”Na de bezichtiging gaf Saul te kennen dat zij nr. 9 wilde huren. Op 24 mei 2019 ondertekende Saul het huurvoorstel waarin onder andere staat dat de contractsduur twee jaar bedraagt, ingaande 1 juni 2019 en dat algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder staat er ook in: “
OpleveringsniveauHet gehuurde wordt opgeleverd in de huidige staat, aan partijen genoegzaam bekend.”Daarna heeft Saul de waarborgsom van € 12.224,00 en de huur over juni 2019 van € 4.251,24 aan NSI betaald. De oplevering stond gepland op 3 juni 2019 om 13.00 uur. Saul kreeg in de ochtend al toegang tot de ruimte. Saul heeft daarna direct de kantoorruimte verlaten, is niet aanwezig geweest bij de geplande oplevering en heeft de huurovereenkomst dezelfde dag mondeling ontbonden. Na 3 juni is zij nooit meer in de kantoorruimte geweest. Bij brief van 7 juni 2019 heeft Saul de huurovereenkomst schriftelijk ontbonden en op 25 juli 2019 deze ook buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling. NSI heeft de kantoorruimte met ingang van 1 juli 2020 aan een derde verhuurd.