Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift
- het verweerschrift
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 16 september 2022 is gehouden.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
De achtergrond van de zaak
Smart Dent heeft door middel van overeenkomsten per 1 september 2021 de bedrijfsruimte en voor een tandartspraktijk relevante roerende zaken gehuurd van Tandartspraktijk Kanaalstraat en een klantenportefeuille van haar gekocht. Het hof zal deze overeenkomsten tezamen ‘de overeenkomsten’ noemen. [geïntimeerde] heeft in september 2021 in de tandartspraktijk gewerkt. Daarvoor heeft zij in oktober 2021 ongeveer € 1.000,- netto ontvangen van Smart Dent. Op 1 oktober 2021 heeft [geïntimeerde] aan Smart Dent (aan [naam1] ) gemeld dat zij niet kan komen werken omdat zij corona heeft en in quarantaine moet. Daarna heeft ze meerdere keren gemeld dat ze nog niet kan komen werken door de nasleep van corona. Bij brief van 23 december 2021 aan Smart Dent heeft [geïntimeerde] zich beschikbaar gesteld voor werk omdat zij weer hersteld was.
[geïntimeerde] heeft sinds haar ziekmelding geen loon meer ontvangen en er is geen bedrijfsarts ingeschakeld. In een kort geding vonnis van 24 februari 2022 is Smart Dent veroordeeld tot betaling van het loon aan [geïntimeerde] , met wettelijke verhoging en wettelijke rente.
Op 29 maart 2022 heeft Smart Dent de buitengerechtelijke vernietiging ingeroepen van de overeenkomsten met Tandartspraktijk Kanaalstraat wegens dwaling en de tandartspraktijk gesloten.
Smart Dent verzoekt aan het hof in feite ontheffing van de veroordeling door de kantonrechter tot het weer laten werken van [geïntimeerde] in de tandartspraktijk en van de veroordeling tot betaling van loon. Smart Dent beroept zich daarbij op de door haar ingeroepen buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomsten. Volgens Smart Dent heeft Tandartspraktijk Kanaalstraat haar (en/of haar bestuurder [naam1] ) bij het aangaan van de overeenkomsten niet/onjuist geïnformeerd over een huurachterstand, een beslag op de inventaris en de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met [geïntimeerde] . Smart Dent stelt dat de vernietiging van de overeenkomsten met terugwerkende kracht tot gevolg heeft dat geen sprake is (geweest) van een overgang van onderneming waaruit voortvloeit dat zij geen werkgever is van [geïntimeerde] . De vraag is of de door Smart Dent ingeroepen vernietiging, die betrekking heeft op de juridische relatie tussen Smart Dent (en haar (voormalige) bestuurder [naam1] ) en Tandartspraktijk Kanaalstraat (en haar maten) gevolgen heeft voor de veroordeling van Smart Dent om [geïntimeerde] te werk te stellen en haar loon te betalen.
“(…) Een buitengerechtelijke verklaring die strekt tot vernietiging van een rechtshandeling heeft slechts het daarmee beoogde rechtsgevolg, indien voldaan is aan de eisen die voor de ingeroepen vernietigingsgrond gelden; indien de gerechtvaardigdheid van de vernietigingsverklaring door de andere partij(en) bij de rechtshandeling wordt bestreden, zal de rechter over die gerechtvaardigdheid moeten oordelen (…). Indien evenwel door de andere partij(en) bij de rechtshandeling in de vernietiging wordt berust, zal in beginsel ten opzichte van een derde als vermoeden mogen gelden dat aan de eisen voor de vernietiging is voldaan en dat de buitengerechtelijke vernietigingsverklaring derhalve rechtsgevolg heeft gehad. Dan ligt het op de weg van de derde die de gerechtvaardigdheid van de vernietiging of de (geldigheid van de) berusting wil betwisten, om voldoende feiten en omstandigheden aan te dragen die voornoemd vermoeden kunnen ontzenuwen.”
“(…) U geeft aan dat wij uw cliënt niet goed hebben geïnformeerd, ik ben het daar niet mee eens. Uw cliënt heeft een onderzoek plicht (…) De beide vonnissen van de rechtbank laten ook geen twijfel bestaan dat uw cliënt gewoon de werkgever is en dat hij zijn onderzoek plicht niet is nagekomen.Aannemenenergens van uit gaanis natuurlijk geen basis. Hierdoor is uw cliënt zelf verantwoordelijk voor zijn daden.Nogmaals, het salaris van mevr. [geïntimeerde] is in eerste instantie al verkeerd ingeschat, uw cliënt heeft niet onderzoek gedaan, aannames en veronderstellingen hebben geen basis, hij is door de rechtbank al 2x in het ongelijk gesteld.Ik stel voor dat uw cliënt zijn wonden likt, zijn huur penningen voldoet en door gaat. (…)”Verder schrijft [naam3] in de e-mail van 8 april 2022 aan de advocaat van Smart Dent en [naam1] :
“(…) Met stijgende verbazing heb ik kennis genomen van uw brief d.d. 04 april, waarin u meent eenzijdig een rechtsgeldige overname overeenkomst, tussen Smart Dent en Kanaalstraat, die stand heeft gehouden in een tweetal rechtszaken eenzijdig te mogen vernietigen . (…) De eenzijdige onterechte en te bestrijden vernietiging van de overname overeenkomst op deze grond wordt dezerzijds dus als een onrechtmatige en niet te accepteren daad beschouwd. (…) Op grond hiervan wijs ik de vernietiging van de overeenkomst af en sommeer uw client zijn betalingsverplichting t.o.v. Kanaalstraat na te komen. (…) Ik meen er goed aan te doen u bij deze erop te wijzen dat ik middels een juridische procedure , deze absurde maatregel van uw kant zal bestrijden . (…)”.
Verdere informatie over de visie van [naam3] en [naam2] op de ingeroepen buitengerechtelijke vernietiging heeft het hof niet. Van andere aanwijzingen dat door (de maten van) Tandartspraktijk Kanaalstraat wordt berust in de buitengerechtelijke vernietiging is niet gebleken. Uit de enkele omstandigheid dat (de maten van) Tandartspraktijk Kanaalstraat naar zeggen van Smart Dent (nog) geen rechtsmiddel heeft/hebben ingesteld, kan gelet op de hiervoor genoemde e-mails althans niet worden afgeleid dat zij berust(en) in de buitengerechtelijke vernietiging. Uit het feit dat Smart Dent zelf er voor kiest om hierover met hen niet te gaan procederen, kan dit ook niet worden afgeleid.