ECLI:NL:GHARL:2021:9965
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen raadsheer-commissaris in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 oktober 2021 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], tegen raadsheer-commissaris mr. B.J. Engberts. De wraking vond plaats na een mondelinge behandeling op 10 september 2021 in een andere procedure, waarin verzoekers betrokken waren. Tijdens deze behandeling was het toegestaan dat de tegenpartij, vertegenwoordigd door [naam1] en haar gemachtigde mevrouw [naam2], via Skype deelnam. Verzoekers voerden aan dat zij niet op de hoogte waren van de machtiging die aan mevrouw [naam2] was verleend en dat de beslissing om de zitting via Skype te laten plaatsvinden hen in hun belangen had geschaad. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoekers ontvankelijk waren in hun wrakingsverzoek, maar dat de gronden voor wraking niet voldoende waren om aan te nemen dat mr. Engberts vooringenomen was. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn en dat alleen in uitzonderlijke gevallen, met zwaarwegende aanwijzingen, dit vermoeden kan worden doorbroken. De beslissing van mr. Engberts om de zitting door te laten gaan en de machtiging te accepteren, werd als procedurele beslissingen beschouwd en niet als blijk van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen.