In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Woningstichting Centrada en een huurder, [gedaagde]. De huurovereenkomst was sinds 1 juli 1987 van kracht en betrof een woning in [woonplaats]. Tijdens een doorzoeking op 21 maart 2019 werd in de woning 1,5 kilo hennep aangetroffen, die door de partner van de huurder was omgepakt in gebruikershoeveelheden. De huurder stelde dat zij van de hennep niets wist en dat zij geen rekening hoefde te houden met de situatie. Het hof oordeelde echter dat dit verweer onvoldoende onderbouwd was en dat de aanwezigheid van de hennep in strijd was met het huurreglement van Centrada, waarin het verbod op het kweken of verhandelen van hennep was opgenomen. Het hof concludeerde dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de huurder, waaronder haar gezondheidstoestand en lange woonduur. De huurder werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen drie maanden na betekening van het arrest, en moest Centrada vergoeden voor de proceskosten.