ECLI:NL:GHARL:2021:9799

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
19 oktober 2021
Zaaknummer
200.276.433
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden met periodiek en finaal verrekenbeding

In deze zaak betreft het de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden die een combinatie van een periodiek en een finaal verrekenbeding bevatten. De uitvoering van het periodieke verrekenbeding is niet meer aan de orde, waardoor de afwikkeling thans alleen nog op grond van het finaal verrekenbeding dient te geschieden. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken, waaronder HR 19 januari 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ1106) en HR 1 februari 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BB9781), richtlijnen gegeven over de toepassing van dergelijke verrekenbedingen.

De zaak is behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 19 oktober 2021 een tussenbeschikking heeft gegeven. In deze beschikking is het verloop van het geding in hoger beroep uiteengezet, waarbij het hof verwijst naar een eerdere tussenbeschikking van 20 april 2021. Het hof heeft partijen de gelegenheid geboden om hun geschil nader toe te lichten, waarbij mr. Koekebakker bezwaar heeft gemaakt tegen de overlegging van een journaalbericht van mr. Bruinier met een nadere toelichting en producties.

Het hof heeft geoordeeld dat de nieuwe stukken omvangrijk zijn en dat mr. Koekebakker zich onvoldoende heeft kunnen voorbereiden op een verweer. Daarom heeft het hof besloten de zaak aan te houden, zodat mr. Koekebakker de gelegenheid krijgt om een reactie voor te bereiden. De mondelinge behandeling zal worden voortgezet op 24 november 2021, waarbij mr. Koekebakker tot 15 november 2021 de tijd krijgt om zich nader uit te laten. Het hof houdt voor het overige iedere beslissing aan.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.276.433
(zaaknummer rechtbank Gelderland, 356882)
beschikking van 19 oktober 2021
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in het principaal hoger beroep,
verweerder in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de man,
advocaat: mr. R.C.H. Bruinier te Ede,
en
[verweerster],
wonende te [woonplaats2] ,
verweerster in het principaal hoger beroep,
verzoekster in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. J.W. Koekebakker te Wageningen.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 20 april 2021 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- een journaalbericht van mr. Bruinier van 4 oktober 2021 met producties;
- een journaalbericht van mr. Koekebakker van 6 oktober 2021.
- een journaalbericht van mr. Bruinier van 6 oktober 2021.
1.3
Op 14 oktober 2021 is de mondelinge behandeling voortgezet. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

2.De motivering van de beslissing

2.1
Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenbeschikking van 20 april 2021, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
2.2
In die beschikking heeft het hof de behandeling van de zaak aangehouden teneinde partijen nog in de gelegenheid te stellen hun geschil nader toe te lichten.
2.3
Mr. Koekebakker heeft bezwaar gemaakt tegen overlegging van het journaalbericht van mr. Bruinier van 4 oktober 2021, met een nadere toelichting van 16 pagina’s en de producties 24 tot en met 51.
2.4
Het hof is van oordeel dat de toelichting en de producties omvangrijk en niet eenvoudig te doorgronden zijn, mr. Koekebakker in redelijkheid niet voldoende heeft kunnen kennisnemen van de toelichting en de producties en zich onvoldoende heeft kunnen voorbereiden op een verweer daartegen. Ook het hof heeft bij deze stand van zaken onvoldoende tijd beschikbaar gehad om zich in de nieuw overgelegde stukken voldoende te verdiepen. Het hof merkt voorts op dat onvoldoende is gebleken dat het noodzakelijk was dat deze stukken eerst bijna zes maanden na de tussenbeschikking kort voor de zitting in het geding zijn gebracht.
2.5
Het hof zal op de stukken acht slaan, omdat deze stukken volgens de man cruciaal zijn. Het hof zal de zaak aanhouden, om mr. Koekebakker in de gelegenheid te stellen een reactie daarop voor te bereiden. Het hof zal mr. Koekebakker tot 15 november 2021 in de gelegenheid stellen zich nader uit te laten, desgewenst met overlegging van stukken. Mr. Bruinier krijgt niet meer de gelegenheid tot het overleggen van nadere stukken.

3.De beslissing

Het hof:
alvorens verder te beslissen:
3.1
bepaalt dat de mondelinge behandeling wordt voortgezet op woensdag 24 november 2021 om 10:00 uur;
3.2
stelt mr. Koekebakker tot 15 november 2021 in de gelegenheid tot een nadere uitlating, desgewenst met overlegging van stukken;
3.3
houdt voor het overige iedere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.L. van der Bel, R. Feunekes en L. Hamer, bijgestaan door G.J. Heuvelink als griffier, en is op 19 oktober 2021 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.