“
A. Inleiding
-De vennoten zijn met ingang van één maart tweeduizend dertien een vennootschap onder firma aangegaan, waarvoor de Bepalingen zijn vastgesteld bij akte op achtentwintig februari tweeduizend veertien voor mij, notaris, verleden.
-De vennoten zijn overeen gekomen dat met ingang van één januari tweeduizend zestien zullen uittreden de vennoten:
* de heer [naam1] ;
* mevrouw [naam2] .
-Met betrekking tot het uittreden van een vennoot is in de vennootschapsovereenkomst het
volgende geregeld:
"Artikel 8
Indien een vennoot uittreedt uit de vennootschap wordt de vennootschap alleen ten
aanzien van de uittredende vennoot ontbonden. Ontbinding van de vennootschap ten aanzien van een vennoot vindt plaats ingevolge:
1. een schriftelijke overeenkomst tussen die vennoot en de overige vennoten;
Artikel 9 lid 3
3. Door de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) wordt het aandeel van de uitgetreden vennoot in de vennootschap onverwijld geleverd aan de opvolgende vennoot. De levering geschiedt door een daartoe bestemde akte tegen uitkering aan de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) van een bedrag in geld gelijk aan de waarde van de economische deelgerechtigdheid van de uitgetreden vennoot in het vermogen van de vennootschap. Deze waarde wordt berekend op de wijze als bepaald in artikel 11.
Artikel 9A en artikel 10
1. Tenzij de overblijvende vennoten overeenkomstig artikel 9 lid 2 toestemming verlenen tot een directe opvolging zal opvolging plaatsvinden met inachtneming van het volgende:
De uittredende vennoot levert zijn aandeel aan de overblijvende vennoten naar rato van hun winstaandeel in de vennootschap.
2. Door de uitgetreden vennoot wordt in dit geval zijn aandeel in de vennootschap onverwijld geleverd aan de overblijvende vennoten op de wijze en onder gebondenheid tot uitkering van een bedrag in geld als hiervoor in artikel 9 lid 3 omschreven.
3. Gedurende een periode van maximaal twee jaar zetten de overblijvende vennoten
vervolgens de maatschap voort, waarbij het een vennoot is toegestaan extra declaratie omzet te verwerven overeenkomstig het bepaalde in artikel 7A. De vergadering van vennoten gaat vervolgens gedurende de periode van tweejaar op zoek naar een geschikte (opvolgend) nieuwe vennoot. Deze nieuwe vennoot zal vervolgens toetreden als omschreven in artikel 9 lid 1. De vergadering van overblijvende vennoten kan besluiten een gedeelte van de ingekochte declaratie omzet permanent toe te kennen aan één of meerdere overblijvende vennoten onderling.
Voortzetting
Artikel 10
1. Ingeval een vennoot uittreedt uit de vennootschap terwijl hij niet wordt opgevolgd, zetten de overblijvende vennoten de zaken van de vennootschap onder dezelfde naam voort.
2. Door de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) wordt het aandeel van de uitgetreden vennoot in de vennootschap onverwijld geleverd aan de overblijvende
vennoten. De levering geschiedt door een daartoe bestemde akte tegen uitkering aan de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) van een bedrag gelijk aan de waarde van de economische deelgerechtigdheid van de uitgetreden vennoot in de vennootschap. Deze waarde wordt berekend op de voet als bepaald in artikel 11."
-Ten aanzien van de aansprakelijkheid van de uittreders geldt het volgende:
"op grond van een uitspraak van de Hoge Raad van zestien september tweeduizend veertien blijven de uittredende vennoten aansprakelijk voor de verplichtingen van de vennootschap ten tijde van de uittreding".
De uittredende vennoten en de voortzettende vennoten zijn hierover het volgende overeengekomen; zie het Bepaalde onder B.2.
B. Uitkering / betaling uittredende vennoten
B. l. Hetgeen de uittredende vennoten ontvangen wegens hun aandeel in het
vennootschapsvermogen inclusief goodwill uitkering is door de voortzettende vennoten overgemaakt aan de uittredende vennoten.
Mitsdien verlenen de uittredende vennoten KWIJTING aan de voortzettende vennoten met
betrekking tot de verplichting tot het voldoen van de uitkeringen wegens uittreden.
B 2. De uittredende vennoten blijven, evenals de vennoten aansprakelijk voor alle bestaande verplichtingen van de vennootschap ten tijde van de uittreding, waarmee de uittredende vennoten verklaren bekend te zijn.
C. Vaststellen Bepalingen Vennootschap alsmede verhouding Vennoten
De aandelenverhouding in de vennootschap onder firma per één januari tweeduizend zestien is als volgt:
- mevrouw [geïntimeerde1] : vijfentwintig procent (25%);
- mevrouw [geïntimeerde2] : vijfentwintig procent (25%);
- de heer [appellant] : vijftig procent (50%).
D. Vaststelling doorlopende tekst
Overeenkomst van vennootschappen onder firma
Naam en zetel
Artikel 1
De vennootschap draagt de naam: “
FYSIO BARNEVELD” en heeft haar zetel te Barneveld.
Doel en duur
Artikel 2
De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van een fysiotherapiepraktijk en alles wat hiermee verband houdt in de ruimste zin van het woord.
De vennootschap is met ingang van één mei tweeduizend negen aangegaan voor onbepaalde tijd.
Inbreng
Artikel 3
1. Ieder van de vennoten brengt in de vennootschap in zodanig kapitaal als, met inachtneming van de bepalingen van inbreng, door de vennoten zal worden vastgesteld. De inbreng van een vennoot kan, mits met instemming van alle vennoten, bestaan uit geld, goederen, genot van goederen of arbeid.
2. De inbreng van ieder der vennoten in de vennootschap is vermeld in de overeenkomst van
inbreng aan het slot van deze akte.
3. Verdere inbreng in de vennootschap zal slechts kunnen geschieden met toestemming van alle vennoten.
Kapitaalrekening
Artikel 4
1. De kapitaalrekening van een vennoot in de boeken van de vennootschap zal in eerste instantie gelijk zijn aan waarde van zijn overeengekomen inbreng, voor zover bestaande uit geld, goederen of genot van goederen. De kapitaalrekening van een vennoot zal gedurende het bestaan van de vennootschap worden vermeerderd met de overeengekomen waarde van een verdere inbreng van die vennoot en worden verminderd met de bedragen aan geld die aan die vennoot zijn uitgekeerd ten laste van zijn kapitaalrekening en met de overeengekomen waarden van de goederen of van het genot van goederen die te zijnen behoeve aan de vennootschap zijn onttrokken.
2. Naast een kapitaalrekening houdt de vennootschap per vennoot een privé-rekening.
3. Jaarlijks komen de vennoten overeen welk deel van ieders winstaandeel wordt toegevoegd aan ieders kapitaalrekening. Iedere vennoot wordt voor zijn aandeel in de resterende winst over het afgelopen boekjaar op zijn privé-rekening gecrediteerd. Verlies zal door de vennoten worden gedragen naar rato van de winstgerechtigdheid over het desbetreffende jaar. Iedere vennoot zal voor zijn aandeel in het verlies over het desbetreffende jaar op zijn privé-rekening worden gedebiteerd en voor zover het saldo van zijn privé-rekening niet toereikend is, op zijn kapitaalrekening.
4. De vennoten dienen het saldo van hun kapitaalrekening in stand te houden. Over de
kapitaalrekeningen wordt geen andere rente vergoed dan hierna omschreven. Over het
jaargemiddelde van de kapitaalrekening wordt per één juli van een jaar rente berekend tegen het depositotarief van de ECB met een minimum van vijf procentpunten. Een vennoot is evenwel rente verschuldigd indien en voor zover het saldo van zijn kapitaalrekening negatief is.
5. Iedere vennoot is bevoegd per maand een zodanig bedrag van zijn privé-rekening op te nemen als in onderling overleg zal worden overeengekomen. Iedere vennoot is verplicht om een negatief saldo van zijn privé-rekening onmiddellijk aan te zuiveren. Over het saldo van de privé-rekening wordt geen andere rente vergoed dan hierna omschreven. Over het gemiddeld saldo van de privérekening wordt rente berekend per 1 juli van een jaar tegen het depositotarief van de ECB met een minimum van vijfprocentpunten. Een vennoot is rente verschuldigd indien en voor zover het saldo van zijn privé-rekening negatief is.
6. De in lid 4 en lid 5 bedoelde rente zal jaarlijks in onderling overleg worden vastgesteld. Bij gebreke van overeenstemming over de te berekenen rente is de wettelijke rente verschuldigd.
Taakverdeling, besluitvorming, vertegenwoordiging
Artikel 5
(…)
3. Voor de volgende (rechts-)handelingen heeft een vennoot de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de andere vennoten nodig:
(...)
Administratie, boekjaar, balans en staat van baten en lasten
Artikel 6
1. De vennoten zijn verplicht van de vermogenstoestand van de vennootschap en van alles
betreffende haar werkzaamheden op zodanige wijze een administratie te voeren en de daarbij
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde haar verplichtingen en rechten kunnen worden gekend, leder van de vennoten is
bevoegd de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in te zien.
2. Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar.
3. Binnen vijf maanden na afloop van ieder boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes maanden op grond van bijzondere omstandigheden, wordt een balans en een staat van baten en lasten opgemaakt. De balans en de staat van baten en lasten dienen te voldoen aan normen, die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Deze stukken worden ten bewijze van hun goedkeuring en van wederzijdse décharge door de vennoten ondertekend binnen één maand nadat ze zijn opgemaakt. Indien enige handtekening ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
4. De balans en de staat van baten en lasten binden de vennoten in de volgende gevallen:
a. wanneer de stukken ondertekend zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, tenzij bij het ondertekenen schriftelijk een voorbehoud is gemaakt;
b. wanneer de stukken niet ondertekend zijn binnen twee maanden na ontvangst door de
desbetreffende vennoot, tenzij de reden van het niet ondertekenen schriftelijk aan de andere
vennoot is meegedeeld.
5. Indien echter een vennoot binnen de gestelde termijn van zijn bezwaren doet blijken en de
vennoten geen overeenstemming kunnen bereiken, dan zal de beslissing daaromtrent op verzoek van de meest gerede partij worden opgedragen aan een onpartijdige accountant, die zal worden aangewezen door de voorzitter/secretaris van de betreffende Kamer van Koophandel. De beslissing van deze accountant is bindend.
(...)
Basisafspraken declaratiestelsel
Artikel 7A
1. Bij de winstverdeling hanteren de vennoten een declaratiestelsel.
Een vennoot heeft het recht zijn overeengekomen aandeel in de declaratieomzet door zichzelf of met behulp van aan de vennootschap verbonden personeel of door hem ingehuurd personeel te realiseren.
Tussen de vennoten onderling kan een gedeelte van de omzet overgedragen worden aan een
medevennoot.
Indien gebruik gemaakt wordt van externe medewerkers bij de realisatie van een declaratie
omzet, behoeft de betreffende vennoot daartoe de voorafgaande goedkeuring van de vergadering van vennoten.
(…)
3. De jaarlijks vast te stellen voorschotberekening op basis van het declaratiestelsel behoeft de unanieme voorafgaande instemming van de vennoten en dient uiterlijk op vijftien januari van elk boekjaar van het aangevangen boekjaar te zijn vastgesteld.
Uittreding
Artikel 8
Indien een vennoot uittreedt uit de vennootschap wordt de vennootschap alleen ten
aanzien van de uittredende vennoot ontbonden. Ontbinding van de vennootschap ten
aanzien van een vennoot vindt plaats ingevolge:
1. een schriftelijke overeenkomst tussen die vennoot en de overige vennoten;
2. een schriftelijke opzegging door die vennoot aan de overige vennoten tegen het einde van het boekjaar met een opzeggingstermijn van drie maanden;
3. een schriftelijke opzegging door de overige vennoten met inachtneming van een
opzeggingstermijn van drie maanden:
a. indien die vennoot langer dan een aaneengesloten of nagenoeg aaneengesloten periode van
twee jaar zodanig arbeidsongeschikt is, dat hij niet in staat is de overeengekomen declaratie
omzet te behalen, zulks vast te stellen door een verzekeringsgeneeskundige;
b. indien die vennoot langer dan een aaneengesloten periode van twee maanden zonder
deugdelijke reden afwezig is;
c. indien die vennoot weigert zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek als bedoeld in
artikel 19 lid 5;
d. wanneer de overige vennoten gezamenlijk hebben vastgesteld dat een verdere
samenwerking met die vennoot niet mogelijk is.
Ontbinding van de vennootschap ten aanzien van een vennoot vindt plaats met onmiddellijke ingang:
1. bij aanvraag tot surséance van betaling van of door die vennoot;
2. per het tijdstip van overlijden, faillissement of onder curatele stelling van die vennoot of de benoeming van een bewindvoerder krachtens enige wetsbepaling over het vermogen van
die vennoot.
Toetreding en opvolging
Artikel 9
(…)
3. Door de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) wordt het aandeel van de uitgetreden vennoot in de vennootschap onverwijld geleverd aan de opvolgende vennoot. De levering geschiedt door een daartoe bestemde akte tegen uitkering aan de uitgetreden vennoot dan wel zijn rechtsopvolger(s) van een bedrag in geld gelijk aan de waarde van de economische deelgerechtigdheid van de uitgetreden vennoot in het vermogen van de vennootschap. Deze waarde wordt berekend op de wijze als bepaald in artikel 11.
(…)
Artikel 9A
1. Tenzij de overblijvende vennoten overeenkomstig artikel 9 lid 2 toestemming verlenen tot een directe opvolging zal opvolging plaatsvinden met inachtneming van het volgende:
De uittredende vennoot levert zijn aandeel aan de overblijvende vennoten naar rato van hun
winstaandeel in de vennootschap.
2. Door de uitgetreden vennoot wordt in dit geval zijn aandeel in de vennootschap onverwijld
geleverd aan de overblijvende vennoten op de wijze en onder gebondenheid tot uitkering van een bedrag in geld als hiervoor in artikel 9 lid 3 omschreven.
3. Gedurende een periode van maximaal twee jaar zetten de overblijvende vennoten vervolgens de maatschap voort, waarbij het een vennoot is toegestaan extra declaratie omzet te verwerven overeenkomstig het bepaalde in artikel 7A. De vergadering van vennoten gaat vervolgens gedurende de periode van twee jaar op zoek naar een geschikte (opvolgend) nieuwe vennoot.
Deze nieuwe vennoot zal vervolgens toetreden als omschreven in artikel 9 lid 1. De vergadering van overblijvende vennoten kan besluiten een gedeelte van de ingekochte declaratie omzet permanent toe te kennen aan één of meerdere overblijvende vennoten onderling.
(...)
Waardebepaling economische deelgerechtigdheid bij uittreding, volmacht, wijze van betaling
Artikel 11
1. De waarde van de economische deelgerechtigheid van een uittredende vennoot in de
vennootschap is gelijk aan het saldo van zijn kapitaalrekening per het tijdstip van zijn uittreden:
a. te vermeerderen met zijn aandeel in de winst die in het lopende boekjaar tot het tijdstip van zijn uittreden is gemaakt en (nog) niet uitgekeerd, dan wel te verminderen met zijn aandeel in het verlies dat in het lopende boekjaar tot het tijdstip van zijn uittreden is geleden en (nog) niet aangezuiverd; en
b. te vermeerderen dan wel te verminderen met een zodanig bedrag wegens goodwill of
negatieve goodwill als zal worden vastgesteld op basis van de basisafspraken
declaratiestelsel als bedoeld in artikel 7A, geldend voor het boekjaar direct voorafgaand
aan het boekjaar waarin de berekening moet worden gemaakt. Aan de in de vennootschap
aanwezige vermogensbestanddelen kunnen evenwel andere waarden worden toegekend
dan de op het moment van vaststelling geldende boekwaarde volgens de balans van de
vennootschap (in verband met de afwezigheid van stille reserves). De bepaling van deze
waarden ten opzichte van de boekwaarde vindt plaats door de vennoten in overleg met de
uittredende vennoot. Indien de vennoten niet binnen redelijke tijd tot overeenstemming
komen omtrent de bepaling van de waarden van deze stille reserves, zal deze worden
vastgesteld door de accountant zoals bedoeld in artikel 6 lid 5.
(...)
2. De waardebepalingen ter vaststelling van de waarde van de economische deelgerechtigdheid zullen door partijen in onderling overleg worden vastgesteld. Bij gebreke van overeenstemming worden de waarden bindend vastgesteld overeenkomstig de in deze overeenkomst opgenomen geschillenregeling.
3. De vennoten verlenen elkaar hierbij over en weer volmacht, met het recht van substitutie, om ingeval een vennoot uittreedt, in naam van die uittredende vennoot de levering te bewerkstelligen van het aandeel van de uitgetreden vennoot in de vennootschap. Deze volmacht is onherroepelijk en eindigt evenmin door het faillissement van de uitgetreden vennoot of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.
4. De uitkering van het bedrag in geld dat overeenkomt met de waarde van het aandeel van de uitgetreden vennoot in de vennootschap dient te geschieden als volgt:
1. Voor zover gelden aangewend worden voor de betaling van belastingaanslagen
verschuldigd over de belastingjaren tot en met het jaar van de partiële ontbinding en/of
voor de betaling van de aanslag successierecht betreffende een overleden vennoot, zullen
deze bedragen direct na het opleggen van de (voorlopige) aanslag worden uitgekeerd;
2. Voor zover daarna nog gelden resteren worden deze betaald in vijf gelijke jaarlijkse
termijnen. De eerste termijn dient te worden voldaan binnen zes maanden na ontbinding
van de vennootschap.
De niet voortzettende vennoot kan altijd voor de voldoening van het restantbedrag zekerheid
verlangen.
De voortzettende vennoten zijn altijd bevoegd tot eerdere betaling van de termijnen over te gaan. Over de hoofdsom of het restant (daar)van de termijn is een rente verschuldigd gelijk aan het percentage als bedoeld in artikel 4 lid 4 en lid 5.
5. Indien de waarde van de economische deelgerechtigheid van de uittredende vennoot negatief is, zal de uitgetreden vennoot binnen zes maanden na de dag van uittreding een bedrag in geld gelijk aan de negatieve waarde aan de vennootschap vergoeden.
(...)
Geschillen
Artikel 17
1. Alle geschillen, die tussen de vennoten mochten ontstaan betreffende de uitleg van de bepalingen van deze overeenkomst of in welke vorm ook ter zake van deze vennootschap, zowel die van juridische als die van feitelijke aard, zullen alleen en uitsluitend in hoogste ressort worden beslist door drie scheidsmannen. Deze scheidsmannen zullen rechtspreken als goede mannen naar billijkheid. Ook een geschil dat slechts door één van de vennoten als zodanig wordt beschouwd, valt onder deze regeling.
Deze regeling is niet van toepassing op een geschil als bedoeld in artikel 6 lid 5.”